Plenair Bezaan bij beleidsdebat over de Staat van de rechtsstaat



Verslag van de vergadering van 10 maart 2020 (2019/2020 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.59 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bezaan i (PVV):

Voorzitter. Allereerst wil ik beginnen met de felicitaties aan mevrouw De Blécourt voor haar maidenspeech en mevrouw Veldhoen voor haar nog te houden maidenspeech. Ik zal losgaan, zoals dat heet.

In een rechtsstaat wordt de macht van een staat als het goed functioneert gereguleerd en beperkt door het recht. Dat betekent dat niet alleen de burger maar ook alle organen van de staat gebonden zijn aan het recht. En zonder recht wordt alles krom. In die kromme fase verkeert Nederland al een aantal jaren. Het wordt alsmaar krommer en gekker.

Voorzitter. Het blijkt dat de overheid, de regering, de politiek en het openbaar bestuur in belangrijke mate schuldig zijn aan de huidige ontstane situatie. Dit door in de voorbije jaren onverantwoord te bezuinigen op veiligheid, de rechtspraak, de politie en de zorg, om maar een paar voorbeelden te noemen. De manier waarop er geld beschikbaar wordt gesteld, lijkt meer op paniekvoetbal dan dat daarmee structurele nood wordt opgelost en weggewerkt. We hoeven de kranten er maar op na te slaan en de berichten vliegen ons om de oren. De rechtspraak loopt compleet vast doordat bijna 23.000 strafzaken niet op tijd kunnen worden afgehandeld. Op dit moment duurt het bijna veertien maanden voordat een strafzaak bij de rechter ligt. Veertien maanden, voorzitter! En dat allemaal door ondoordacht en rücksichtslos te bezuinigen op de rechtspraak. Al is dat niet de enige reden waarom slachtoffers soms drie tot vier jaar moeten wachten totdat een zaak voorkomt. Rechtszittingen worden steeds complexer doordat er steeds meer experts en tolken moeten worden ingezet. Ook is er steeds meer aandacht voor allerhande problemen die ten grondslag liggen aan het criminele gedrag van verdachten. Voor slachtoffers is dit een schrijnende realiteit. In plaats van het herstel van slachtoffers centraal te stellen, ligt er een te grote focus op het trachten te begrijpen van het gedrag van de verdachte. Graag een reactie van de minister.

En dan de politie. Ook daar zien we de gevolgen van jarenlange bezuinigingen. Ook daar is niet op tijd ingespeeld op een veranderende samenleving die voor een belangrijk deel veroorzaakt is door de ongebreidelde instroom van migranten. Migranten waarvan verreweg de meesten de islam aanhangen. Tijdens de verhoren van de Tweede Kamercommissie die onderzoek heeft gedaan naar buitenlandse financiering van moskeeën en islamitische organisaties in Nederland heeft eenieder kunnen horen wat wij al jaren zeggen over de islam. Ons rechtssysteem lijkt maar geen grip te kunnen krijgen op deze zeer destructieve ontwikkeling.

Voorzitter. De politie was niet voorbereid op andere vormen van criminaliteit, waaronder cybercrime, en zeer gewelddadige opkomende criminele groepen van de derde generatie allochtonen, de zogenaamde mocromaffia; niets ontziend en meedogenloos. In deze vorm en op deze schaal ongekend in Nederland. Er werd meer geld ingezet voor het oprichten van speciale teams om deze misdaad te bestrijden. Helaas bleef er onvoldoende capaciteit over om ook op straat een gedegen vertegenwoordiging van agenten te hebben. Honderden agenten zijn vrijgemaakt om rechters, officieren en advocaten te beveiligen. Het gevolg is dat regionale korpsen zwaar onderbezet zijn geraakt. Daarnaast concludeert de Algemene Rekenkamer dat drie op de tien agenten dagelijks niet inzetbaar zijn vanwege verlof, ziekteverzuim of omdat ze een opleiding volgen. Sommige eenheden moeten het dus met nog minder mensen doen. De problemen zullen dus alleen maar groter worden. Deelt de minister onze opvatting dat er veel meer gedaan moet worden om de beloofde instroom, zo'n 1.100 agenten, te halen? De politie moet steeds meer met steeds minder doen: een onhoudbare situatie. Wanneer krijgt onze politie eindelijk de middelen om haar taken fatsoenlijk te kunnen uitvoeren? Wat is de langetermijnvisie van de minister op de discrepantie tussen het takenpakket en de capaciteit? Wanneer sluiten die eindelijk eens op elkaar aan? Graag een reactie.

Voorzitter. Regeren is vooruitzien. Iedereen denkt dat het minstens vier tot vijf jaar duurt voordat een opgeleide politieman of -vrouw een goede rechercheur is, een goede beveiliger dan wel een goede financieel rechercheur. Dit zijn zomaar enkele voorbeelden die laten zien dat met het beschikbaar stellen van financiële middelen het probleem niet is opgelost. Nee, in plaats daarvan heeft de politiek iets nieuws bedacht: steeds meer taken overhevelen naar de nieuwe gemeentepolitie. Die nieuwe gemeentepolitie gaat gevormd worden door de boa's. Deze bijzondere opsporingsambtenaren, die hun oorsprong kennen in de zogenaamde melkertbanen, krijgen steeds meer taken overgeheveld die eigenlijk tot de taak van de regionale politie behoren. Maar omdat die ook vastloopt, gaan echte politietaken ook naar de boa's, die daartoe niet dan wel onvoldoende zijn opgeleid en uitgerust. Wat hiermee wordt gecreëerd is een schijnveiligheid.

Op consistente wijze worden er onnavolgbare keuzes gemaakt. Onze ouderen die steeds intensievere hulp nodig hebben, worden daarvan weerhouden omdat er niet gezorgd is voor voldoende opvang, waaronder verpleeg- en verzorgingshuizen. Maar wel moord en brand schreeuwen om meer plekken voor de opvang van migranten. Dat moet binnen no time geregeld zijn. Vorig jaar kwam er al 300 miljoen meer bij dan gepland en dit jaar gaat het inmiddels ook al om 134 miljoen. Ook kan er wel 460 miljoen naar de leraren en 500 miljoen naar de stikstofproblematiek, maar onze politie wordt weer afgescheept met een fooi.

Voorzitter. Dit ondermijnt het vertrouwen van burgers in de rechtsstaat. De kloof wordt alleen maar groter en de staat van onze rechtsstaat wordt daarmee alleen maar verder aangetast. Zonder ingrijpen zal dit gevoel van onbehagen alleen maar groter worden. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het fenomeen van ondermijning.

Voorzitter. Daarbij wordt het beeld geschetst dat de criminele onderwereld doordringt in de bovenwereld. Dat mag dan wel zo zijn en dat moet ook fel bestreden worden, maar als we goed om ons heen kijken, zien we dat het openbaar bestuur daar vrolijk aan meedoet. Op de site van de politie staat over ondermijning onder andere het volgende: "De sluipende bedreiging van de integriteit van het openbaar bestuur". Dat de overheid daaraan bijdraagt, blijkt onder andere uit het feit dat de minister op dit moment niet optreedt tegen het illegaal storten van afval, in dit geval granuliet, in de plas Over de Maas in de gemeente West Maas en Waal. De top van Rijkswaterstaat en in lijn daarmee de ministers Van Veldhoven en Van Nieuwenhuizen blijven deze illegale activiteit afdekken door onze eigen wetgeving willens en wetens te negeren. De heer Geerten Waling heeft ooit geschreven dat Nederland een schaduwmacht heeft: een hecht netwerk van mensen met hoge functies en grote belangen, dat zonder democratische controle sterk invloed uitoefent op overheidsbeleid.

Hoe treffend is dat, als je ziet dat in de zaak van de granulietstort onze oud-minister van Buitenlandse Zaken, de heer Halbe Zijlstra — die vanaf zijn aftreden een topbaan heeft bij VolkerWessels — zich vanaf juni 2019 met de zaak heeft beziggehouden? Mede door zijn bemoeienis is het mogelijk geworden dat deskundige ambtenaren binnen Rijkswaterstaat op het gebied van bodem door de topambtenaren werden gepasseerd, waardoor het storten van granuliet, in strijd met onze eigen wet- en regelgeving, mogelijk werd. De zuiverste vorm van ondermijning. Dat alles wordt in stand gehouden doordat oud-bewindslieden zeer gewild zijn bij het bedrijfsleven. Niet vanwege hun kennis; nee, veel meer vanwege hun kennissen, hun contacten binnen het Haagse: lobbyen op hoog niveau.

Maar ook op andere terreinen is er sprake van ondermijning. Er wordt tegenwoordig ook wel gesproken over dat ons land steeds meer een dikastrocatie geworden is. Nederland als rechtersstaat. We hebben het hier vandaag al een aantal keer over gehad. Een staat waarin het algemeen belang steeds meer vormgegeven wordt door particuliere organisaties. Handig gebruikmakend van het internationaal recht trachten deze particulieren eigenhandig te bepalen wat het algemeen belang is. Onze Grondwet is de facto ondergeschikt aan internationaal recht en supranationale wetgeving. Ook zijn er genoeg rechters die niet schromen om dit binnen de internationale afspraken ook nog eens te verheffen tot bindend nationaal recht. De rechter heeft dus de macht om internationaal beleid om te zetten naar overheidsbeleid. De PVV vraagt zich af waar de grens van deze onwenselijke ontwikkeling ligt. Ziet de minister in deze ontwikkeling niet het bewijs dat Nederland steeds meer een rechtersstaat aan het worden is? Graag een reactie.

Voorzitter. Het door ons geschetste beeld is er niet een om vrolijk van te worden, maar het is wel de staat waarin wij verkeren. Om dit enigszins te repareren worden allerlei noodverbanden aangelegd. Noodverbanden die het alleen nog maar erger maken, omdat de onderliggende wond niet wordt behandeld en gereinigd. En als het recht dan zijn beloop moet hebben, dan wordt het onmogelijk gemaakt door de vastlopende rechtspraak, zoals hiervoor al door mij is aangegeven.

Het is frustrerend voor slachtoffers van misdrijven, niet alleen dat hun zaak veel te laat door de rechter wordt behandeld, maar nog veel frustrerender is het dat maximale straffen die op die misdrijven staan in de praktijk bijna nooit worden opgelegd. Dit omdat de wetgevende macht heeft bedacht maximale straffen in het Wetboek van Strafrecht op te nemen in plaats van minimale straffen. Zo kan het gebeuren dat voor een gewapende roofoverval door — in goed Nederlands — een first offender een gevangenisstraf wordt geëist van maximaal drie jaar, aldus de richtlijn van het OM, terwijl wij daar als wetgever een gevangenisstraf van maximaal zeven jaar op hebben gesteld. Hoe leg je dat uit aan de gemiddelde burger, en zeker aan het slachtoffer van een dergelijk misdrijf?

Voorzitter. De PVV pleit al jaren voor het in de wet opnemen van hoge minimumstraffen, maar tot op de dag van vandaag is daarvoor geen meerderheid te vinden.

Voorzitter. Ik rond af. Ik ben geen pessimist, maar een realist. De afgelopen jaren hebben wij gezien dat wij op een hellend vlak zitten. En zonder de ernst hiervan in te zien, of het weer allemaal te bagatelliseren, zal onze rechtsstaat alleen maar verder ondermijnd worden.

Tot zover, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bezaan. Dan is nu het woord aan de heer Backer.