Plenair Van Hattem bij debat over het eindrapport van de staatscommissie parlementair stelsel, het eerste deel van de kabinetsreactie, de uitvoering van de motie-Schalk c.s. en de met de regering gevoerde correspondentie over dit onderwerp



Verslag van de vergadering van 4 februari 2020 (2019/2020 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 23.08 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank, voorzitter. Heel veel zaken zijn vanavond al gewisseld via interrupties, dus dat scheelt ontzettend in de spreektijd.

Voorzitter. Het parlementair stelsel wordt nu steeds meer verdrongen door achterkamertjesakkoorden. Wij zien pensioenakkoorden, zorgakkoorden, het Klimaatakkoord, het Energieakkoord, het Interbestuurlijk Programma. Hier lijkt ook de volksvertegenwoordigende sturing, op zowel het parlementaire niveau van de Staten-Generaal als op de decentrale niveaus, eigenlijk een beetje te zijn losgezongen. Het gaat qua kaderstelling, sturing en controle eigenlijk heel sterk buiten de volksvertegenwoordigende gremia om. Daar zou ik nog wel een punt van willen maken richting de minister. Ziet de minister niet ook een noodzaak om ook dit aspect mee te nemen bij de voorstellen die in de komende tijd ontwikkeld worden? Want dit vraagt ook om een aanpak. Wij zien steeds meer van dit soort akkoorden en die hollen eigenlijk toch wel een beetje het parlementaire werk uit. Daarover wil ik toch mijn zorg overbrengen. Graag een reactie daarop van de minister.

Voorzitter. Bij het intrekken van het raadgevend referendum, dankzij D66 destijds, is in het debat hier het rapport van de staatscommissie als een toekomstig alternatief in het vooruitzicht gesteld. Nu hebben we dus gehoord dat er voor de zomer geen voorstel gaat komen van de kant van de regering ten aanzien van referenda of directe democratie. Onder andere daarom hebben wij de motie van Forum mede ingediend, om een positieve grondhouding over het correctief bindend referendum duidelijk te maken.

Voorzitter. We hebben in eerste termijn nog enige discussie gehad over een eenkamerstelsel in verhouding tot een grondwettelijk hof of een constitutioneel hof, hoe je het ook wilt noemen. Binnen ons Koninkrijk bestaan er zelfs twee landen die een eenkamerstelsel hebben en geen constitutioneel hof, Aruba en Curaçao. Sint-Maarten beschikt overigens wel over een constitutioneel hof, maar daar worden maar heel sporadisch zaken naar voren gebracht. Sint-Maarten is ook niet bepaald het meest glansrijke voorbeeld te noemen van een rechtsstaat in balans. Maar, zoals ik zei, zijn er binnen het Koninkrijk voorbeelden van aanwezig.

Ik heb nog een paar vragen die in eerste termijn open zijn blijven staan. Hoe denkt de minister over het vertrouwen van burgers, zoals gezegd in de kabinetsreactie, en over het op een goede, herkenbare manier dienen van hun belangen en idealen?

De heer Kox i (SP):

Complimenten voor het zoekwerk. Er zijn dus inderdaad landen. Ik dacht dat het er nul waren, maar collega van Hattem heeft Sint-Maarten gevonden.

De heer Van Hattem (PVV):

En Aruba en Curaçao.

De heer Kox (SP):

Maar, even doordenkend: is dat het model dat de PVV aan ons voorstelt, een eenkamerparlement zonder enige vorm van toetsing door een andere Kamer, een internationale organisatie zoals het hof in Straatsburg of door een constitutioneel hof? Als er voorstellen worden gedaan, mogen we ook weten wat die betekenen.

De heer Van Hattem (PVV):

Het punt is nu juist dat ik op dit moment niets voorstel. Het voorstellen van instellingen is aan de Tweede Kamer. Daar komt het initiatief te liggen. Wat de inhoud van het initiatief gaat worden, is mij nog onbekend. Ik ga ervan uit dat alle aspecten daarin voldoende worden meegewogen. De motie die wij hebben ingediend, gaat er enkel en alleen over dat, als er zaken worden ontwikkeld, als er een richting wordt gekozen, er niet alleen voor de richting moet worden gekozen om de Eerste Kamer te veranderen. Overweeg dan in ieder geval ook om de Eerste Kamer af te schaffen. Dan kun je bij al die mogelijkheden al die afwegingen betrekken, maar in essentie is het voortbestaan van deze Kamer dan niet heilig.

De heer Kox (SP):

Ik hoor collega Van Hattem zeggen: ik heb geen flauw idee wat er in dat wetsvoorstel komt te staan, behalve afschaffen. Dat is het dan. We hebben geen flauw idee. Ik weet niet hoe de interpartijencommunicatie gaat, maar hoe kun je nou, als er een voorstel komt en je hebt geen flauw idee wat erin staat, deze Kamer, die er straks over moet oordelen, oproepen om ermee in te stemmen? Dat is toch een vreemde zaak.

De heer Van Hattem (PVV):

De heer Kox begrijpt misschien mijn motie niet helemaal goed. Ik heb in mijn motie niet gezegd dat het voorstel coûte que coûte gesteund moet worden. Er staat: het kabinet kan met voorstellen komen, de Tweede Kamer kan met voorstellen komen. Misschien komt de SP zelf ook nog met een voorstel, wie weet. Het kan allemaal. Als die voorstellen er liggen, moet er vanuit de Eerste Kamer geen barrière zijn dat de Eerste Kamer zichzelf absoluut niet wil afschaffen. Die mogelijkheid moeten we hier openhouden. Daar roept de motie toe op. De Eerste Kamer is bereid om over haar eigen schaduw heen te stappen en tot afschaffing van die Kamer over te gaan, ongeacht wat de daadwerkelijke uitwerking wordt van de voorstellen die er liggen. Die mogelijkheid moet in ieder geval voor ogen worden gehouden.

De heer Kox (SP):

Ik vind het een redenering van drie keer niks. Sorry dat ik het moet zeggen. Dit is een lege huls. Om die voor te leggen aan deze Kamer om er een oordeel over uit te spreken, vind ik van weinig respect voor het parlement getuigen.

De heer Van Hattem (PVV):

De heer Kox heeft zelf als SP ook altijd aangegeven voor afschaffing van de Eerste Kamer te zijn. Hij heeft zelfs Thorbecke uitgebreid aangehaald en gezegd dat er hier eigenlijk geen grond voor bestaat. Nu komen we met een duidelijk voorstel om over onze eigen schaduw heen te stappen als Eerste Kamer. We moeten zeggen: we vinden het op zich geen beletsel om de Eerste Kamer af te schaffen. Prima, dat kan allemaal. Als er voorstellen voor komen, gaan wij er in beginsel niet voor liggen. Het voortbestaan van de Eerste Kamer is geen doel op zich. Daar gaat het om.

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Ik ga even niet in op de speculatieve als-danredenering van de PVV. Die laat ik even voor wat die is. Ik ga wel in op de twee landen die hij noemt. Wat hij negeert — en de minister kan daar vanuit zijn expertise nog veel meer over zeggen — is dat het nu juist twee landen zijn binnen ons Koninkrijk die een gouverneur hebben met een sterke rol en een rijksministerraad die kan ingrijpen als het niet goed gaat. Het is dus niet helemaal het juiste voorbeeld om te zeggen dat daar geen checks-and-balances in zitten. Die zijn er juist wel.

De heer Van Hattem (PVV):

Daar heeft de collega van GroenLinks helemaal gelijk in. Het ging erom dat het voorbeelden waren van landen die geen constitutioneel hof an sich hebben. Er zijn binnen ons koninkrijk ook dergelijke mogelijkheden met een eenkamerstelsel. De landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten hebben een eenkamerstelsel. Het is mogelijk om het op die manier te organiseren. Er zijn tal van andere landen in Europa en daarbuiten die met een eenkamerstelsel werken, wat prima gaat. Een constitutioneel hof is ook niet altijd zaligmakend. Daar zijn ook negatieve voorbeelden van te bedenken. Het is niet de meest ideale oplossing en zeker niet de oplossing die wij als PVV zouden willen, integendeel.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

De heer Van Hattem (PVV):

Dan een aantal zaken die zijn blijven hangen uit de eerste termijn. Ik had gevraagd hoe de minister het gestelde vertrouwen van burgers en hun belangen en idealen op een goede en herkenbare manier denkt te dienen. Dit wordt als een soort vanzelfsprekendheid in het stuk opgenomen, terwijl er een heleboel zaken zijn die vanuit het kabinet worden geïnitieerd waar de burgers in het land doodongelukkig van worden. Hoe is deze stelling goed vol te houden?

Dan het punt van het representeren van alle Nederlanders, terwijl van bepaalde politieke partijen mensen willens en wetens worden buitengesloten in het openbaar bestuur, bij burgemeestersbenoemingen, bij coalitiedeelname et cetera. Hoe is dat vol te houden zolang dit aan de orde is? Dit departement gaat zeker over burgemeestersbenoemingen.

Dan kom ik bij het punt van de herinvoering van de lijstcombinaties. Kan de minister uitleggen waar dat opeens vandaan komt. Uit welke hoge hoed is dat getrokken? We hebben het nog maar twee of drie jaar geleden afgeschaft om heel legitieme redenen. Waarom moet dit nu opeens weer worden ingevoerd?

Wat heeft het kabinet voor ogen bij het op scholen verplicht stellen van actief burgerschap en sociale cohesie? Wat moet er worden verstaan onder die sociale cohesie?

Dan hebben we nog het punt van het averechts effect door invoeren van het stelsel van voor 1983. Daarmee wordt de binding met de kiezer verminderd. Is dat averechts effect echt wenselijk? Is dat wat het kabinet ervoor over heeft om dit stelsel aan te passen? Je zou juist willen dat de kiezer meer gebonden is aan welk parlement dan ook.

Tot slot de motie die wij hebben ingediend over het afschaffen van de Eerste Kamer. Gelet op het belang dat ieder lid van deze Kamer daarover een eigenstandige afweging kan maken, wil ik daarover voor volgende week een hoofdelijke stemming aanvragen.

Tot zover in tweede termijn.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan is het woord aan mevrouw Vos.