Plenair Vendrik bij voortzetting behandeling Verbod op kolen bij elektriciteitsproductie



Verslag van de vergadering van 3 december 2019 (2019/2020 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.45 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Vendrik i (GroenLinks):

Meneer de voorzitter, dank u wel. Ik dank de minister van Economische Zaken en Klimaat — wat fijn, die toevoeging "en Klimaat" — voor zijn beantwoording.

Voorzitter. Enkele punten ter afronding. Door de heer Van Kesteren is gewezen op het gegeven dat hier sprake is geweest van een wispelturige overheid. Zo door de bank genomen is daar natuurlijk in zekere mate sprake van. Ik herinner mij nog hoe rond de jaarwisseling 2002-2003 demissionair minister van Economische Zaken, zonder Klimaat, de heer Wijn, de aankondiging deed dat het kabinet van plan was te gaan werken aan de uitgifte van vergunningen voor kolencentrales. Hadden we dat maar niet gedaan. Waarom deed hij dit? Dat was nadat er een intensieve lobby kwam richting de toenmalige minister van Economische Zaken van het grote bedrijfsleven, omdat men baalde van te hoge energieprijzen in Nederland.

Misschien was dit in de context van dat moment begrijpelijk, maar achteraf was het natuurlijk een verkeerde keuze. Vervolgens zijn het de exploitanten geweest die ingestapt zijn op een aanbod van de overheid om kolencentrales te gaan bouwen in Nederland, terwijl ze goed hadden moeten weten dat er ook nog zoiets was als Kyoto, klimaat, en dat van de regering verwacht mocht worden dat de inspanning op het terrein van klimaat alleen maar serieuzer en dwingender zou worden. We weten ook allemaal nog de doelstellingen van het vierde kabinet Balkenende. Die waren niet misselijk als het ging om klimaat.

Voorzitter. Daarmee is hier in bestuurlijke zin eigenlijk sprake van een schitterend ongeluk. Dat is dus geen ticket voor de een of de ander om een preferente positie te hebben. We hebben 25 jaar discussie gehad in Europa over het ETS. Er is veel politieke strijd geweest en het grote bedrijfsleven heeft er veel lobby op afgevuurd. Wat mij betreft heeft de minister volledig gelijk dat we na 25 jaar praten en invoeren van het ETS moeten constateren dat het systeem tot op heden onvoldoende werkt. Het systeem van hoge CO2-prijzen die we nodig hebben voor een transitie, die ook een echte reflectie zijn van de economische, maatschappelijke en ecologische schade van CO2-uitstoot, is er nog steeds niet. Het is dan ook logisch dat dat van een overheid verwacht mag worden. Volgens mij is dat ook wat de rechter heeft uitgesproken in de Urgendazaak. De overheid moet niet achterover leunen en wachten op de dag dat het ETS wel gaat werken, hoe goed dat systeem in principe ook is. Dat is onze allereerste optie. Maar nationale overheden, waaronder dit kabinet, moeten ervoor gaan kiezen om met aanvullend beleid te komen, bijvoorbeeld in de vorm van normering, bijvoorbeeld in de vorm van een verbod op het gebruik van de in CO2-termen meest schadelijke brandstof voor elektriciteitsproductie.

Voorzitter. Het zou best kunnen zijn dat mijn fractie voor dit wetsvoorstel stemt, maar niet nadat de minister nog een paar punten heeft beantwoord. Ons preferente scenario is dat we nu een deal sluiten met alle kolenexploitanten, dat we de subsidie die uitstaat en afgegeven is voor biomassa gebruiken voor compensatie en dat volgend jaar alle centrales dichtgaan. Het is heel gek, maar de minister wil daar niet aan. Oké, dat is een keuze.

Dan heb ik wel de volgende vraag aan hem. Met de heer Pijlman had ik ook gevraagd hoe hij denkt het Urgendavonnis te gaan uitvoeren. Ik breng nog maar even in herinnering dat de rechter nadrukkelijk heeft gevraagd om beleid dat uitgaat van de ondergrens. Dat is 19%. We weten hoe deze 19% tot stand is gekomen. Dat is gebeurd met een CEF die een inschatting heeft gemaakt van de import van elektriciteit in 2019 die niet plaatsvindt. Als dat in 2020 ook gaat gebeuren, hebben we wellicht een nog groter probleem. Ik vraag de minister graag om opheldering op dat punt. Wat is zijn beleid gericht op de ondergrens van 19%?

Voorzitter. Mijn derde punt: de transitie kan sneller.

De heer Schalk i (SGP):

Ik heb even een verhelderingsvraag aan de heer Vendrik. Heb ik hem nou goed verstaan dat hij zei dat zijn fractie voor deze wet gaat stemmen als besloten wordt dat volgend jaar alle centrales dichtgaan?

De heer Vendrik (GroenLinks):

Nee. Dat is wel ons voorkeursscenario. Ik zie dat daar helaas geen meerderheid voor is. Wat ik al zei: heel gek, maar deze minister is daar ook niet voor. Dat verwondert ons. Dat neemt niet weg dat we dit wetsvoorstel de moeite waard vinden.

De heer Schalk (SGP):

Dan heb ik het verkeerd begrepen en is mijn vraag bij dezen heel goed beantwoord.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De transitie moet sneller. Kijk naar het Emissions Gap Report, kijk naar Madrid. Het kan wellicht ook sneller. Kijk naar de signalen van de financiële markten. Dat debat heb ik met de minister gevoerd. Ik zie enthousiasme bij de minister over een Noordzeeakkoord. Ik ga ervan uit dat dat er komt, want dat is cruciaal om ook de komende jaren de opschaling van hernieuwbare opgewekte elektriciteit in Nederland flink te versnellen. Die knop zit in dit Klimaatakkoord en die zouden we wat ons betreft het liefst zo snel mogelijk indrukken, maar daar is een goed Noordzeeakkoord voor nodig, plus de bijbehorende daaropvolgende planologische beslissingen.

Voorzitter. Ik ben het eens met wat de heer Pijlman zei over waterstof. Hij vroeg naar de SDE+. Dat is een kwestie. Mijn vraag was een andere. Daar heb ik de minister ook nog niet over gehoord. Hij is bezig met een agenda die verband houdt met het investeringsfonds waar hij samen met de minister van Financiën aan werkt. Ik stel nogmaals de vraag. Die agenda heet Groeiagenda. Dat is geen goede term. "Transitieagenda" zou het moeten zijn. Mogen we ervan uitgaan dat waterstof, zeker gehoord wat de minister daar zojuist over gezegd heeft, een prominent onderdeel wordt van de investeringsagenda die bij dat fonds gaat horen? Dan komen we ergens.

Voorzitter. Ik had nog een vraag willen stellen die niet goed uit de verf is gekomen in mijn eerste termijn. Als de Hemwegcentrale dichtgaat en na 2024 de Amercentrale, worden de bijbehorende CO2-rechten toch uit de markt gehaald? Misschien heb ik het verkeerd gelezen, maar de beantwoording in het verslag is wat mij betreft niet voldoende helder.

De voorzitter:

Afronden.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Voorzitter. De discussie over de groene houdbaarheidssommen ...

De voorzitter:

Meneer Vendrik, u bent nu een minuut over uw tijd heen. Die heeft u zelf ingeschreven, dus ik ga u toch vragen om af te ronden. Anders ga ik een andere knop indrukken.

De heer Vendrik (GroenLinks):

U bent streng vandaag.

De voorzitter:

Maar wel rechtvaardig.

De heer Vendrik (GroenLinks):

De discussie over groene houdbaarheidssommen zetten we op een ander moment voort. Er is geen andere keuze.

Tot slot kom ik op biomassa. De minister zegt: geen nieuwe beschikkingen voor kolencentrales — die zaten er ook niet aan te komen — tot er in ieder geval een nieuw duurzaamheidskader is. Mijn pleidooi is dan om dat voor alle biomassastromen te doen. Dat is wel zo consistent en dat voorkomt dat er per ongeluk fouten worden gemaakt waar we na ommekomst van dat duurzaamheidskader en de politieke beoordeling daarvan spijt van krijgen. Om de minister daarin aan te moedigen heb ik deze motie.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:

Door de leden Vendrik, Gerkens, Teunissen, Gerbrandy, Karimi en Crone wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegend dat het kabinet heeft aangegeven "terughoudend" om te willen gaan met het afgeven van nieuwe subsidiebeschikkingen voor biomassacentrales;

verzoekt de regering geen nieuwe beschikkingen voor biomassacentrales af te geven, in ieder geval totdat het duurzaamheidskader voor biomassa met daarin heldere cascaderingsafspraken is besproken in het parlement,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (35167).

Dank u wel, meneer Vendrik. Dan geef ik het woord aan de heer Van Kesteren.