Plenair Ganzevoort bij voortzetting behandeling Project militair radarstation Herwijnen



Verslag van de vergadering van 3 december 2019 (2019/2020 nr. 10)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 10.08 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ganzevoort i (GroenLinks):

Voorzitter. Als er gisteravond één ding duidelijk is geworden, dan is het wel dat de procedure in het hele dossier tot nu toe rommelig, onzorgvuldig en weinig transparant is geweest. Voor sommige collega's is dat reden om te zeggen: laten we dan in vredesnaam maar die gevraagde rijkscoördinatieregeling goedkeuren, want dan moeten er in ieder geval wel strikte procedures gevolgd worden. Daarbij wordt gesuggereerd — onder anderen door de heer Rietkerk en die suggestie werd dankbaar omarmd door de staatssecretaris — dat er in de Wro of in de memorie van toelichting precies beschreven wordt welke stappen dan allemaal gevolgd moeten worden. Maar dat is onjuist. De Wro en de toelichting zeggen alleen maar dat de minister in de plaats treedt van het gemeentelijk of provinciaal bestuur. Er staat niets over bijzondere regels die gelden bij een rijkscoördinatieregeling en niet gelden bij een gewone bestemmingsplanprocedure. Er is dus in een rijkscoördinatieregeling geen aanvullende zekerheid voor burgers. Het enige is dat we met het Rijk van doen hebben en niet meer met de gemeente. Het lijkt me goed om daar eerlijk over te zijn.

Ik heb nog een vraag ter verduidelijking. Er wordt gesuggereerd dat vergunningen voor windparken in Flevoland en dergelijke pas kunnen worden afgegeven na onze instemming. Maar dat is toch onzin? Die vergunningen wachten op andere stappen in het proces, zoals een bestemmingsplanwijziging Nieuw Milligen. En dat wacht weer allemaal op de uitkomst van het alternatievenonderzoek en het cumulatieonderzoek. Die onderzoeken moeten toch hoe dan ook gebeuren? Er is dus helemaal geen vertraging als wij met onze instemming wachten tot de uitkomsten op tafel liggen. Graag een reactie van de staatssecretaris.

Het tweede dat duidelijk werd, is dat voorstanders zich beroepen op het grote belang van nationale veiligheid en inmiddels ook windparken, zelfs wanneer ze daar nooit zo enthousiast over waren. Tegenstanders doen dat vanwege staatsrechtelijke rechtsstatelijke bezwaren tegen de procedure. Het doel heiligt niet alle middelen. Volgens mijn fractie zou dat laatste hier zwaar moeten wegen in de beoordeling. Mevrouw Moonen en anderen vonden dat we niet de Tweede Kamer moeten nadoen en ik geef haar daarin graag gelijk. Maar dat betekent dat we niet de politieke opportuniteit leidend moeten maken, zoals zij even leek te doen, maar dat we naar deze principiële zaken moeten kijken. Want dan heeft de Eerste Kamer meerwaarde.

Staatsrechtelijk speelt de relatie tussen de verschillende overheden. Een aantal fracties beroept zich op het idee dat als een lagere overheid geen besluit wil nemen, de rijksoverheid het dan kan overnemen. Ik heb betoogd dat de lagere overheid wel degelijk iets besloot, namelijk: nee. Nu hoorde ik de heer Rietkerk verwijzen naar de kernbeginselen van zijn partij en daarbij gespreide verantwoordelijkheid noemen: de update van wat vroeger subsidiariteit heette, in ieder geval in de katholieke versie. Een mooie gedachte, die zegt dat besluiten en verantwoordelijkheden zo dicht mogelijk bij de mensen moeten worden belegd. Helaas hoorde ik hem die onmiddellijk weer opofferen aan de doelredenering. Maar oog voor staatsrechtelijke verhoudingen en zuivere relaties tussen overheid en burgers en tussen de verschillende overheidslagen betekent ook iets als je ongelukkig bent met de uitkomst.

Maar er is meer aan de hand, en dat is nog niet zo benoemd. Een rijkscoördinatieregeling is er nooit in het algemeen. Die regelt enkel dat de regering de regie overneemt van een specifieke lagere overheid, in dit geval de gemeente West-Betuwe. Dat betekent dat je pas aan dat besluit toekomt op het moment dat je weet dat alleen die specifieke gemeente in aanmerking komt, en dat is nu niet het geval. De staatssecretaris zegt ook dat ze een en ander zal intrekken als er toch een andere locatie uitkomt. Maar als de locatie ten principale nog niet bekend is, dan is dus ook ten principale nog niet bekend welke lagere overheid betrokken is en is het dus eveneens ten principale onmogelijk over te gaan tot een rijkscoördinatieregeling.

Dat raakt aan de rechtsstatelijke afwegingen. De overheid dient gebonden te zijn aan de wet, de burgers moeten ervan op aankunnen dat de procedures correct en inhoudelijk zorgvuldig worden gevolgd en dat er geen cirkelredeneringen zijn. Die zijn er hier wel. Men moet instemmen met de procedure omdat uit de onderzoeken zal blijken dat er een zorgvuldige afweging is gemaakt die leidt tot Herwijnen. Maar de uitkomst weten we nog niet en dus weten we ook niet of er een zorgvuldige afweging was.

Voorzitter. Met alle ongemak zullen we uiteindelijk wel moeten stemmen. Het zal voor mijn fractie moeilijk zijn in te stemmen, gezien de mist en het drijfzand waar we nog steeds in zitten.

Ik rond af met twee vragen. De eerste: wil de staatssecretaris toezeggen dat alle vragen van burgers voor zover ze geen persoonlijke onderwerpen betreffen nog deze week op de website worden gepubliceerd, met een antwoord dan wel een verwijzing naar beantwoording in een later stadium? Dat lijkt me toch wel het minimum aan transparantie. Het feit dat er nu alleen nog maar vragen liggen van 21 oktober en dat alles wat er daarna is gebeurd in een gat is verdwenen, is buitengewoon triest. Gisterenavond spraken de staatssecretaris en wij na afloop nog met een aantal burgers uit Herwijnen van wie een deel aangaf dat hun vragen niet beantwoord waren. Ik wil de staatssecretaris vragen toe te zeggen dat alle mails die er zijn — ze noemde een aantal van 26, maar ik hoor ook andere aantallen — met een antwoord op de site verschijnen, deze week nog.

De tweede vraag is of de staatssecretaris wil toezeggen dat we haar redenering waarom het in het gebied rond West-Betuwe moet komen, in of rond de gemeente — zeg maar de macrotrechterredenering — op papier krijgen voordat we gaan stemmen over het voorstel. Het onderzoek is bijna afgerond, hebben we begrepen, dus moet het mogelijk zijn om uit te leggen waarom van heel Zuid-Nederland alleen de postzegel rond West-Betuwe overblijft. Ik wil haar vragen om ons voor de stemmingen daarover te informeren met een brief. Zonder die toelichting kunnen we als Kamer niet serieus afwegen of deze ingreep in het lokale bestuur gerechtvaardigd is.

De voorzitter:

Dank u, meneer Ganzevoort. Op de seconde nauwkeurig. Het woord is aan mevrouw Huizinga.