Plenair Sent bij behandeling Machtigingswet oprichting Invest-NL



Verslag van de vergadering van 12 november 2019 (2019/2020 nr. 6)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.42 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Graag dank ik beide bewindspersonen voor de prettige beantwoording van de vragen vanuit onze Kamer. Met de minister van Financiën bewaar ik goede herinneringen aan het debat over de geleidelijke afbouw van de dubbele heffingskorting in het referentieminimumloon. Wij hebben daar beiden onze maidenspeech over gehouden.

De markt en de overheid worden vaak tegenover elkaar geplaatst. Echter, markt en overheid kunnen niet zonder elkaar. Sterker, de overheid is de grootste durfkapitalist. Zo toont onderzoek van Mariana Mazzucato overtuigend aan. Die durf is hard nodig voor maatschappelijke transitieopgaven op gebieden als energie en verduurzaming en op domeinen als zorg en onderwijs. Bij die durf is aandacht nodig voor zowel marktfalen als overheidsfalen, zoals ik in eerste termijn heb aangegeven.

Voorzitter. Het doet mij zeer veel deugd dat de minister van Economische Zaken onze analyse van overheidsfalen onderschrijft en onze voorgestelde oplossing omarmt. Politiek toezicht is essentieel, maar dan op algemeen niveau en niet op projectniveau. Mijn fractie laat de beoordeling van projecten graag over aan een instituut op enige afstand.

Het verzoek van senator Karimi aangaande diversiteit steunen wij van harte, want wij zijn blij dat de minister van Financiën een feminist is, maar in een bijzin had hij het ook over het belang van kwaliteit. Uit onderzoek blijkt dat we kwaliteit vaak beoordelen door een seksebril. Vandaar steun voor het verzoek van senator Karimi.

Aangaande de WNT kan ik mijn eerdere antwoord herhalen. De WNT geldt niet voor staatsdeelnemingen. Een uitbreiding van de WNT is zeker bespreekbaar voor de Partij van de Arbeid, maar dat vraagt om een wetswijziging en die is nu niet aan de orde.

Mevrouw Gerkens i (SP):

Het verheugt mij dat de PvdA daarvoor in ieder geval een wetswijziging wil. Maar ik heb ook verwezen naar de standpunten van de PvdA en de gedragscode. Hoe oordeelt zij daar nu over? Zegt zij: in dit geval hoeft de gedragscode niet te tellen?

Mevrouw Sent (PvdA):

Waar het in deze Kamer om gaat, is naleving van wetgeving. Wetgeving roept in dit geval niet op tot een WNT bij staatsdeelnemingen. Daarom ben ik heel erg graag bereid om mee te denken over een wetswijziging om die mogelijkheid wel te openen. Maar dat is nu niet aan de orde.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dat is een beetje te gemakkelijk. De PvdA heeft een hele omvangrijke gedragscode, waarin dit uitgebreid wordt beschreven en waarin staat dat oud-PvdA-politici, als ze in het bedrijfsleven of ergens anders een functie krijgen, nog steeds een voorbeeldfunctie hebben en dat ze zich dienen te houden aan de balkenendenorm. Je zou dan toch bijna verwachten dat de PvdA een dergelijke motie mede zou ondersteunen, of in ieder geval de oproep zou ondersteunen, of dat zij zich op zijn minst, wanneer een oud-PvdA'er bestuursvoorzitter wordt, aan die norm zou houden. Hoe oordeelt zij dat dit nu niet gebeurt?

Mevrouw Sent (PvdA):

Ik heb geen motie gezien. Wel heb ik betoogd over wat de huidige wet- en regelgeving is. Wij denken heel erg graag met de SP mee over uitbreiding van de Wet normering topinkomens, om die wél op staatsdeelnemingen van toepassing te laten zijn.

Mevrouw Gerkens (SP):

Dan is de hele gedragscode van de PvdA dus gewoon een wassen neus.

Mevrouw Sent (PvdA):

Die conclusie deel ik uiteraard absoluut niet.

Voorzitter, ik rond af. Mijn fractie steunt het doel van Invest-NL en acht Invest-NL ook het juiste instrument om het doel te realiseren. Dit sluit naadloos aan op het gedachtegoed van Jan Tinbergen, wiens Nobelprijs we dit jaar, 50 jaar na de uitreiking, eren. Wel zullen wij ter nagedachtenis aan Tinbergen graag bewaken dat dit ene instrument niet voor meerdere doelen wordt ingezet. Maar dat doen wij in lijn met onze inbreng graag op gepaste afstand. Daarom kan het voorliggende wetsvoorstel op onze steun rekenen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van Ballekom.