Plenair Van Gurp bij voortzetting behandeling Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd



Verslag van de vergadering van 2 juli 2019 (2018/2019 nr. 37)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Gurp i (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Het hele rijtje felicitaties had ik al gehad, dus dat hoeft niet meer. Ik heb nog maar twee opmerkingen voor de tweede termijn, allebei een beetje over de wat onderliggende wezenlijke punten.

De ene opmerking gaat over arbeidsmarktbeleid. De minister zei: jullie refereren aan Borstlap, hartstikke belangrijk, ik moet ze gaan kennen en daar kan ik nou natuurlijk niet op gaan reageren. Dat vraag ik ook niet. Ik vind het volkomen terecht dat de commissie in een tussenrapportage vraagt om een breed maatschappelijk debat. Dat moeten we respecteren. Ik zou graag een bevestiging hebben — ik denk overigens dat ik die van u wel krijg, maar ik wil die graag expliciet — dat het toewerken naar fundamentele doorbraken op de arbeidsmarkt misschien nog wel veel wezenlijker is dan het hele debat dat we hier met elkaar voeren. Ik zit er nou lekker in, dus ik wil het de komende tijd best over pensioenen hebben. Het gaat goed, dat moeten we ook en het is hartstikke ingewikkeld. Maar ik heb natuurlijk veel liever dat we met elkaar een arbeidsmarkt organiseren die het allemaal niet meer zo vreselijk spastisch maakt of je nou met 65, 66, 67, 68, 69 of 70 een beetje gezond en fit aan de eindstreep komt, dat er niet te veel winnaars en verliezers zijn, dat je niet kapot en gebroken bent tegen de tijd dat het afloopt en dat we daar met elkaar voor gaan. Dan wordt dat andere debat ook een stuk minder krampachtig. Graag de toezegging ... Ik zie u knikken; voor het verslag helpt dat al. U zegt vast en zeker ook nog een keer dat ik heel groot gelijk heb. Helemaal goed.

De tweede opmerking gaat toch nog heel even over de risicovrije rekenrente. Ik was blij met het interruptiedebatje dat we er met mevrouw Oomen en ook meneer Van Rooijen nog even over hadden. Ik snap wel dat u in eerste termijn zei: jongens, we hoeven er toch niet nog een keer over te beginnen, dat heb ik allemaal tien keer uitgelegd. Dat is ook zo. U legt uit dat u er ook een beetje mee zit. U legt ook uit dat als je het doet zoals je het doet, eruit komt wat eruit komt. Dat snap ik. Dat kan ik allemaal nog wel volgen. Maar tegelijkertijd weet u net zo goed als ik dat als die rente maar nul blijft, we met de kapitaaldekking bij dit stelsel blijven — dat doen we — en we bij de risicovrije rekenrente blijven, we niks gaan zitten indexeren. We hebben dus een probleem met elkaar. Ik vroeg u alleen maar — daar zou ik ook graag een bevestiging van krijgen; een bevestiging is genoeg — of u bereid bent om met ons op een zoektocht te gaan tussen de Scylla en de Charybdis door. De Scylla van het alles nu maar opeten, het monster met zes koppen. U kent 'm: die eet alles op en dan ben je kaal gegeten. U zegt natuurlijk: dat moet je allemaal niet doen, want dat is roofbouw plegen op de toekomst. Daar ben ik het volledig mee eens. Dat is helemaal ons pleidooi niet. En de Charybdis, een monster. Als je aan de andere kant gaat hangen, word je gewoon naar de bodem van de zee gesleurd en dan ben je verder ook uitgepraat. Dat is een beetje het risico van als we niks doen. Als u daar een tussenweg in weet te vinden door naar een andere grondslag te gaan, dan zou dat een grote opbrengst van dit debat zijn.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u, meneer Van Gurp. Ik kijk even of de minister in de gelegenheid is om direct te reageren op de vragen van de Kamer. Dat is het geval. Dan geef ik het woord aan de minister.