Plenair Van Hattem bij behandeling Begroting Justitie en Veiligheid 2019



Verslag van de vergadering van 18 december 2018 (2018/2019 nr. 13)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.20 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Voorzitter. Bij de beleidsprioriteiten spreekt deze begroting over migratie die, ik citeer, "goed aansluit op de draagkracht en behoefte van de Nederlandse samenleving". Als we dat als uitgangspunt nemen, zijn er heel wat vragen en opmerkingen te maken bij het migratie- en asielbeleid dat dit kabinet-Rutte III uitvoert. Want wat is de draagkracht van de Nederlandse samenleving? Waar kijkt de staatssecretaris dan naar? Hoe stelt hij deze vast? Wordt onze burgers iets gevraagd? Is dat de financiële draagkracht, oftewel de miljarden aan belastinggeld die de Nederlandse belastingbetaler voor het in stand houden van de massa-immigratie en haar effecten jaarlijks mag ophoesten? Zijn dat de Nederlandse woningzoekenden, die jarenlang op wachtlijsten moeten staan omdat statushouders in veel gemeenten nog steeds voorrang krijgen voor sociale huurwoningen, terwijl dat niet meer wettelijk verplicht is, en sowieso een zware wissel trekken op het woningaanbod?

Is die draagkracht ook voor de sociale veiligheid, de overlast, criminaliteit en intimidatie in en rond azc's, zoals onlangs nog de massale vechtpartij in het Azc Overloon, met messen en knuppels, waar ook onze politiemensen werden aangevallen? Of de massale overlast voor winkeliers en omwonenden rond de azc's in Ter Apel en Budel? Bij dat azc in Budel wordt nu de Azc-school ondergebracht bij een reguliere basisschool in het dorpje Maarheeze, waardoor minder lokalen en voorzieningen beschikbaar zijn voor de eigen leerlingen uit het dorp en een op de drie leerlingen van de school van het azc afkomstig zal zijn. Veel ouders zijn hier op zijn zachtst gezegd absoluut niet blij mee. Is dat ook de draagkracht die de staatssecretaris zich voorstelt? Graag een reactie daarop.

En natuurlijk nog de islamisering die de massa-immigratie met zich meebrengt, niet alleen in de grote steden maar ook in de kernen op het platteland. In dorpen en stadjes als Eersel, Heesch of Zaltbommel wordt bijvoorbeeld het straatbeeld in steeds grotere mate bepaald door hoofddoeken en lange islamitische gewaden. Veel Somaliërs en Syriërs die zich niet aan ons land aanpassen maar de islam opdringen aan ons land. Hoort die islamisering ook bij de draagkracht van de staatssecretaris?

De islamisering die via de asielinstroom Nederland bereikt, is een acuut gevaar voor ons land. Vorig jaar werd een Syrische IS-strijder herkend bij een debat in het Amsterdamse debatcentrum De Balie. Hij was in 2014 met een gestolen en door de Islamitische Staat verstrekt blanco paspoort naar Nederland gekomen. Hier in Nederland kreeg hij als asielzoeker een verblijfsvergunning. Ondanks dat hij in Syrië actief was bij de islamitische terreurgroep Jabhat al-Nusra werd hij in Nederland niet opgepakt. Pas ruim een jaar later, eind oktober jongstleden, is hij aangehouden op verdenking van terrorisme. Twee weken geleden werd in het Brabantse dorp Bergeijk ook zijn broer aangehouden vanwege verdenking van deelname aan terroristische activiteiten bij Jabhat al-Nusra, verder van witwassen en van ondergronds bankieren. Deze Syriër beschikte over een sociale huurwoning in dit dorp en had een eigen broodjeszaak in Eindhoven, die waarschijnlijk een dekmantel was voor zijn witwaspraktijken.

Ook werd afgelopen week bekend dat twee Syrische asielzoekers uit Oosterhout en Bergen op Zoom zijn veroordeeld voor terreuractiviteiten bij eveneens Jabhat al-Nusra. Deze terroristische neven kwamen in 2015 Nederland binnen en kregen hier een verblijfsvergunning en een woning. Daarnaast smokkelden ze nog een vriend vanuit Griekenland naar Nederland en werd in hun Oosterhoutse woning een hennepplantage aangetroffen.

Wat wordt hier met het asielbeleid van het kabinet-Rutte allemaal binnengehaald? Is het draagkracht om islamitische terroristen van verblijfsvergunningen en onze sociale voorzieningen en huurwoningen te voorzien, terwijl ze zich hier ondertussen bezighouden met mensensmokkel en criminaliteit? Kan de staatssecretaris uitleggen hoe zulke criminele islamitische terroristen zó comfortabel konden worden opgevangen? Hoeveel van zulke gevallen zitten er mogelijk nog meer in onze steden en dorpjes, en wat gaat het kabinet daaraan doen? Graag een reactie van de staatssecretaris.

En wat doen al die Syriërs hier überhaupt nog? Zoals in eerdere debatten aangegeven, keren reeds vele gevluchte Syriërs vanuit andere landen terug naar hun eigen land en haalt Nederland ze ondertussen nog steeds binnen en voorziet deze groep straks, na een periode van vijf jaar, van een permanente verblijfsvergunning. Dan gaan ze dus nooit meer weg. De ambtsberichten over de veiligheidssituatie in Syrië waar deze staatssecretaris zijn terugkeerbeleid op baseert, zijn politiek gekleurd.

Zo gebruikt het laatste ambtsbericht van afgelopen juni onder andere het Middle East Eye als bron, op pagina 50 van het ambtsbericht. Dit is een organisatie die gefinancierd wordt door Qatar en banden heeft met de Moslimbroederschap en Hamas. Moet op basis van zulke islamitisch-activistische bronnen de draagkracht worden gevraagd aan Nederland om de grote groepen Syriërs niet terug te sturen? Graag een reactie van de staatssecretaris op alle genoemde punten over draagkracht.

Mevrouw Strik i (GroenLinks):

De heer Van Hattem baseert zich kennelijk op één bron uit de ambtsberichten. Ik heb dat niet gecheckt. Ik weet alleen dat ambtsberichten gebaseerd zijn op tal van rapporten van gezaghebbende instituties, dus nooit op basis van één rapport van één specifieke belangenorganisatie. Dus ik wacht inderdaad graag het antwoord af van de staatssecretaris. Maar ik vraag me af waar de heer Van Hattem zich dan op baseert als hij zegt dat Syrië weer een veilig land is voor Syriërs. We weten nog steeds dat de oorlogssituatie niet voorbij is, dat alles kapot is in het land en dat eigenlijk alle Europese landen nog steeds mensen bescherming geven. Daar is Nederland helemaal niet alleen in. Dus ik vraag me af op welke objectieve informatie de heer Van Hattem zich dan baseert.

De heer Van Hattem (PVV):

Allereerst over die bron, dat überhaupt zo'n bron wordt gebruikt hier in een ambtsbericht is eigenlijk al te schandelijk voor woorden. Dat een ministerie zich daarop durft te baseren, is de wereld op zijn kop.

Dan over de grote groepen Syriërs, ja, vanuit Libanon en andere omliggende landen zijn er al hele grote groepen van duizenden Syriërs die gewoon terug kunnen keren naar het eigen land. Waarom dan niet de Syriërs die hier in Nederland zitten, straks hier meer dan vijf jaar zitten en een permanente verblijfsvergunning krijgen? Die stap moeten we gewoon kunnen zetten, als al blijkt dat terugkeer daar mogelijk is.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Enerzijds is het natuurlijk zo dat Syriërs niet meer terecht kunnen in Libanon of Jordanië, omdat die landen over- en overvol zitten, dus zij hebben juist hun grenzen ook gesloten. En inderdaad, als daar mensen weer terug de grens overgaan, dan is dat omdat daar geen enkele mogelijkheid meer is van opvang. Dat zegt nog niet dat ze daadwerkelijk duurzaam terug kunnen keren naar Syrië en zeker niet als dat met miljoenen zou gaan, als heel Europa óók mensen zou terugsturen naar Syrië. Dus daarom vraag ik nogmaals naar de objectieve informatie die de heer Van Hattem dan zou hebben, waaruit blijkt dat alle Syriërs op dit moment duurzaam terug kunnen keren en daar ook daadwerkelijk de zorg en de mogelijkheid hebben die ze nodig hebben om daar een bestaan op te bouwen.

De heer Van Hattem (PVV):

In datzelfde ambtsbericht wordt ook melding gemaakt dat die terugkeer plaatsvindt. Als dat voor een deel plaatsvindt, maak ik die inschatting op een andere manier. GroenLinks wil blijkbaar ál het mogelijke doen om die Syriërs hier te houden, om nog meer asielzoekers binnen te laten. Dat begrijp ik vanuit het standpunt van GroenLinks, maar wij als PVV zeggen gewoon duidelijk: als er duizenden Syriërs vanuit Libanon en andere landen, Turkije onder andere, terug kunnen keren naar Syrië, dan moet Nederland ook die stap zetten en hier geen Syriërs meer binnenlaten, en de Syriërs die hier zitten terug laten keren.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Strik.

Mevrouw Strik (GroenLinks):

Ik constateer dat de PVV-fractie zich kennelijk alleen baseert op berichten over een aantal mensen die zijn teruggekeerd vanuit Libanon en Jordanië, maar ik hoor dat er helemaal geen objectieve informatie onder ligt op basis waarvan blijkt dat wij mensen kunnen gaan terugsturen naar Syrië en dat ze daarbij verder geen gevaar lopen en de kans krijgen om een bestaan op te bouwen.

De heer Van Hattem (PVV):

Grote delen van Syrië zijn overduidelijk veilig genoeg. Daarom keren ze ook terug. Dat wordt gemeld in rapporten van de UNHCR, van de IOM et cetera, dus daar is wel degelijk sprake van. Zodra dat gebeurt, moeten wij ook de stap durven zetten om die Syriërs terug te laten keren naar hun land om ze dat land zelf weer te laten opbouwen. Anders wordt het daar nooit goed genoeg. Zoals ik al aangaf: wat doen die Syriërs hier dan nog?

Voorzitter. Het andere punt dat deze begroting noemt over migratie, is "de behoefte van de Nederlandse samenleving". Ook hierover de vraag hoe de staatssecretaris deze behoefte vaststelt. Op basis waarvan? En wordt onze burgers iets gevraagd? Van dat laatste is duidelijk geen sprake. Dit kabinet bekrachtigde immers, ondanks de grote maatschappelijke weerstand, in Marrakesh het VN-migratiepact, om daarmee nog meer massa-immigratie te faciliteren. De Nederlandse burgers hebben duidelijk geen behoefte aan dit zelfvernietigingspact, maar dit kabinet drukt het middels een betekenisloos inlegvelletje toch door.

Dit kabinet vraagt ook niet of de Nederlandse samenleving behoefte heeft om onze grenzen te sluiten voor nog meer massa-immigratie, maar reguleert de massa-immigratie en de asielinstroom als een constante bron van omvolking. De kengetallen in deze begroting zijn duidelijk. Op de langere termijn vertoont de asielinstroom geen dalende lijn, maar een constante van ruim 21.000 per jaar. Uiteindelijk zullen de realisatiecijfers weer fors hoger liggen, zoals ook afgelopen jaar bleek. En dankzij het met deze begroting uitgebreide bed-bad-broodarrangement zullen asieleisers niet of nauwelijks nog ons land verlaten.

Gisteren maakte het ministerie nog bekend, 21,5 miljoen extra in de asielreserve te storten als dekking voor een hogere asielinstroom in de komende jaren. Met de bepalingen uit het Marrakesh-pact op zak kan de gesubsidieerde asieladvocatuur ook verblijfs- en sociale rechten nog sterker afdwingen, en dat zullen zij ook doen. Ook de kengetallen voor de naturalisatieverzoeken blijven constant op 23.000 per jaar. Elk jaar qua inwoneraantal een provinciestad erbij. Een gereguleerde, stelselmatige vervanging van de Nederlandse bevolking door migranten uit met name islamitische landen in het Midden-Oosten en Afrika. Is dat "de behoefte van de Nederlandse samenleving", vraag ik onze staatssecretaris.

Verder stelt de begroting dat dit kabinet het VN-Vluchtelingenverdrag bij de tijd wil brengen, zodat het verdrag een — ik citeer — "duurzaam juridisch kader biedt voor het internationaal asielbeleid van de toekomst". De vraag aan de staatssecretaris is hoe deze passage moet worden uitgelegd. Allereerst het "internationaal asielbeleid van de toekomst". Betekent dit dat het zwaartepunt van beleid niet langer bij ons nationale beleid zal liggen, maar dat een internationaal asielbeleid leidend zal zijn? Is dat waar de Global Compacts de basis voor moeten leggen? En hoe verhoudt dat "duurzaam juridisch kader" zich dan met het door dit kabinet veronderstelde niet-bindende juridische karakter van die Global Compact? Wordt dit middels het toekomstige internationale asielbeleid alsnog met juridische gevolgen aan ons land opgedrongen? Kan de staatssecretaris aangeven wie dat internationale asielbeleid concreet zou moeten gaan bepalen, uitvoeren en controleren in zijn toekomstbeeld? Graag een reactie.

Hoe verhoudt dat "bij de tijd brengen" van het VN-Vluchtelingenverdrag zich met het Global Compact on Refugees, het GCR, wat juist stelselmatig bouwt op het huidige verdrag? Is het niet heel tegenstrijdig om dan toch dat GCR te steunen, terwijl het onderliggende verdrag niet meer bij de tijd is? Hoe kan de tekst van het GCR in lijn zijn met de doelstellingen van het regeerakkoord, zoals wordt aangegeven in de kabinetsbrief hierover, als dit verdrag niet meer bij de tijd is? Daarnaast stelt deze brief dat het juridische kader van het GCR gevormd wordt door het in het EU-acquis verankerde VN-Vluchtelingenverdrag. Betekent dat niet gewoon dat uiteindelijk via de EU alle bepalingen uit het GCR toch aan Nederland zullen worden opgelegd, omdat het GCR wordt doorvertaald in het EU-acquis? Kan de staatssecretaris aangeven wat de juridische gevolgen kunnen zijn voor Nederland?

Deze begroting stelt dat het kabinet wetgeving zo wil aanpassen dat deze meer in lijn komt met Europese wetgeving. Hetzelfde geldt daarmee ook voor het Global Compact for Migration, het GCM. Bij het besluit van de Europese Raad van 21 maart 2018 onder nummer COM(2018) 168 is een machtiging verstrekt aan de Europese Commissie om het GCM op het gebied van het immigratiebeleid goed te keuren namens de Unie. Via de Unie wordt Nederland er als lidstaat dus ook aan verbonden. Daaraan hebben in ieder geval 27 lidstaten zich verbonden. Kan de staatssecretaris gelet hierop aangeven op welke wijze via het EU-acquis juridische gevolgen kunnen ontstaan voor Nederland voortkomend uit de EU-bekrachtiging van het GCM? Volgens de brief van het kabinet aan de Tweede Kamer over het GCM zijn de in het GCM genoemde beleidsopties facultatief, maar kan de EU overgaan op het invoeren van deze beleidsopties en Nederland daar via het EU-acquis alsnog aan verbinden? Kan de staatssecretaris hier uitsluitsel over geven?

Ook via het GCM zelf lijken deze beleidsopties minder facultatief dan dit kabinet doet voortkomen. De paragraaf over implementation is immers zeer uitgesproken. Zo stelt artikel 41 letterlijk, en ik citeer: "We commit to fulfil the objectives and commitments outlined in the Global Compact", om vervolgens te spreken over "taking effective steps" om dit te bewerkstelligen. Kan de staatssecretaris aangeven hoe dit zich verhoudt met het door hem veronderstelde facultatieve karakter? En hoe denkt hij dat deze passage zal worden uitgelegd door rechters, die zich, in de woorden van dit kabinet, "kunnen laten inspireren door het pact"? Graag een reactie.

Kan de staatssecretaris tevens uitleggen hoe het zit met de implementatie zoals bedoeld in datzelfde artikel 41? Ik citeer nogmaals: "We will implement the Global Compact". Dat klinkt niet erg facultatief, evenmin als de bepaling "the Global Compact is to be implemented in a matter that is consistent with all rights and obligations under international law". Is dat zonder enig juridisch gevolg? En kan de staatssecretaris dan ook verklaren wat de overige bepalingen over implementatie in deze paragraaf voor ons land zullen betekenen, direct of via het EU-acquis? Zowel in artikel 44 als in artikel 46 wordt zelfs gesproken over een tweejaarlijkse controle op de implementatie. Graag een reactie.

In dat kader ook de vraag hoe de staatssecretaris de beantwoording van de Duitse kanselier Merkel in de Bondsdag interpreteert. Zij stelt dat als de VN-resolutie met twee derde van alle landen wordt aangenomen, deze geldig is voor álle lidstaten. Kan de staatssecretaris aangeven in hoeverre dit klopt en wat daar de gevolgen van kunnen zijn?

Naar aanleiding van de gisteravond binnengekomen antwoordbrief van de staatssecretaris hebben wij nog een aantal vragen en opmerkingen. De staatssecretaris beweert dat er geen concrete rechten uit het GCM kunnen worden gedistilleerd en geen bestaande rechten of verplichtingen verdiept. Tegelijkertijd erkent de staatssecretaris dat rechters zich kunnen laten inspireren door het GCM. Dat is tegenstrijdig. Kan de staatssecretaris nader duiden waar die inspiratie van rechters betrekking op kán hebben, als hij zo overtuigd is dat er geen rechten of verplichtingen uit het GCM voortvloeien? Graag een reactie.

Ook stelt de staatssecretaris dat de resolutie bij de VN niet juridisch bindend is. Kan de staatssecretaris aangeven wat de standpuntverklaring dan nog inhoudelijk toevoegt? Of is de staatssecretaris soms niet volledig overtuigt dat de resolutie niet juridisch bindend kán zijn? Hij stelt immers ook dat een potentiële juridische doorwerking wellicht wel mogelijk zou kunnen zijn bij een unaniem aangenomen resolutie. Kan de staatssecretaris uitleggen waar dat verschil in zit? Waarop baseert de staatssecretaris dat een rechter toetst of een resolutie al dan niet unaniem is aangenomen? Nederland verbindt zich immers aan de resolutie door een eventuele instemming. Is de resolutie daarmee niet zelf bindend voor de landen die haar wel steunen? Kan de staatssecretaris concreet aangeven welke vorm van potentiële juridische doorwerking dat kan zijn?

Kan de staatssecretaris ook uitsluitsel geven of de uitvoering van de resolutie volstrekt, maar dan ook echt volstrekt vrijblijvend is? Kan de staatssecretaris uitsluiten dat er gevolgen kunnen zitten aan het niet-uitvoeren van de Global Compact? Kan de staatssecretaris bevestigen dat hij geen enkele beleidsoptie uit het GCM actief gaat uitvoeren omdat dit volgens zijn redenering al onderdeel zou zijn van het Nederlandse beleid? Graag een reactie op al deze punten.

Over het voorstel van de Europese Commissie van 21 maart 2018 geeft de staatssecretaris aan dat 27 lidstaten wel een gedeeld standpunt hebben ingenomen. Kan de staatssecretaris nader duiden welke gevolgen hieraan verbonden zijn? Kan de staatssecretaris exact aangeven wat de rol en betrokkenheid is van de EU bij de totstandkoming, implementatie en uitvoering van de Global Compact en hoe dit zich verhoudt tot het EU-acquis? Graag een reactie. Kan de staatssecretaris een volledig overzicht geven van alle internationale netwerken van maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven en andere niet-statelijke actoren en wat concreet hun input is geweest bij het GCM-proces? Dit mag ook schriftelijk.

Volgens een brief van de VN aan Zwitserland en Finland zoals beschreven in De Standaard van 8 december jongstleden creëert aanwezigheid in Marrakesh nog geen verplichtingen ten aanzien van het pact. Kan de staatssecretaris dat bevestigen? Het pact moet immers nog per resolutie bekrachtigd worden door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 19 december, morgen. Er is dus nog een weg terug. Daarom dient de PVV-fractie twee moties in om de regering op te roepen de Nederlandse vertegenwoordiging bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op te dragen het GCM en het GCR niet te steunen.

Verder heeft Brazilië al aangegeven na 1 januari, als hun nieuwe regering is aangetreden, alsnog uit het pact te stappen. Ook in België wordt de discussie gevoerd om na de verkiezingen alsnog uit het pact te stappen en dit onderdeel te laten zijn van de regeringsonderhandelingen. Kan de staatssecretaris aangeven in hoeverre dit voor Nederland mogelijk is en of daarmee ook deelname aan het pact via het EU-acquis kan worden opgezegd? Is de staatssecretaris bereid ook alsnog uit het pact te stappen als bijvoorbeeld blijkt dat er wel juridische gevolgen ontstaan. Graag een reactie.

Voorzitter. Laat één ding duidelijk zijn. We moeten absoluut niet deelnemen aan dit Marrakesh-zelfvernietigingspact. Tot zover mijn eerste termijn. Ik dien nu de moties in.

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Aardema, Peter van Dijk, Faber-van de Klashorst, Ton van Kesteren, Kok, Van der Sluijs en Van Strien wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op 19 december 2018 in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) te New York een resolutie voorligt ter bekrachtiging van het Global Compact on Migration;

roept de regering op de Nederlandse vertegenwoordiging bij de AVVN op te dragen niet in te stemmen met deze resolutie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter G (35000-VI).

De voorzitter:

Door de leden Van Hattem, Aardema, Peter van Dijk, Faber-van de Klashorst, Niek Jan van Kesteren, Van der Sluijs en Van Strien wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat op 19 december 2018 in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) te New York een resolutie voorligt ter bekrachtiging van het Global Compact on Refugees,

roept de regering op de Nederlandse vertegenwoordiging bij de AVVN op te dragen niet in te stemmen met deze resolutie,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter H (35000-VI).

Dank u wel meneer Van Hattem. Ik geef het woord aan de heer Overbeek.