Plenair Van Hattem bij behandeling Deconstitutionalisering benoeming commissaris van de Koning en burgemeester



Verslag van de vergadering van 13 november 2018 (2018/2019 nr. 7)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 20.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Hattem i (PVV):

Dank u, voorzitter. Ik zal kort zijn in tweede termijn. Er is net al heel veel gewisseld in de interrupties. Ik begin met het puntje dat zojuist werd gemaakt door de minister over het verbindende karakter van de huidige burgemeesters. Zoals ik in eerste termijn al heb aangegeven, vind ik dat dat verbindende karakter niet altijd even sterk aanwezig is. Je kunt je ook afvragen of dat moet. Door heel veel sprekers in deze zaal wordt gesteld dat de burgemeester er altijd voor iedereen moet zijn, maar de praktijk is dat de burgemeester voor een deel wetshandhaver is en daarom een rol heeft om op te kunnen treden. Dat is ook een bevoegdheid die noodzakelijk is en gevraagd wordt. Het zou dus meer moeten gaan om de positie van burgemeester zonder aanzien des persoons dan om een burgemeester die er altijd voor iedereen is. Het klinkt bijna als een allemansvriend, als ik sommige sprekers hier hoor. Dat lijkt mij ook een beetje een onrealistisch streven. Je moet je ook niet met alles en iedereen willen verbinden. Als er in een stad jihadisten aanwezig zijn, of andere ontwikkelingen plaatsvinden die onze samenleving ondermijnen, dan moet je je daar ook niet al te veel mee willen verbinden, maar dan moet je daar ook tegen durven optreden.

Dat gezegd hebbende, moeten we ten aanzien van dit wetsvoorstel concluderen dat het belangrijk is dat we deze grondwettelijke hobbel toch nog even moeten nemen. Dit voorstel is een noodzakelijke stap om onze Grondwet te verbeteren, om het te brengen tot het niveau dat Thorbecke 170 jaar geleden in zijn proeve van de Grondwet voor ogen had. De PVV zal dus zeker met dit voorstel instemmen. We hopen dat er zo snel mogelijk van de overkant, van de Tweede Kamer, een voorstel gaat komen voor een gekozen burgemeester en voor een gekozen commissaris van de Koning. Maar dat is aan de Tweede Kamer en niet aan ons, dus ik wens de minister en de initiatiefnemer veel succes met het vervolgtraject van dit wetsvoorstel.

Tot zover in tweede termijn, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Hattem. Dan is het woord aan de heer Engels.