Plenair Engels bij Debat met minister van Justitie en Veiligheid over de voorgenomen deelname van Nederland aan het Europees Openbaar Ministerie



Verslag van de vergadering van 3 april 2018 (2017/2018 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.18 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Engels i (D66):

Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik vind dat er toch wel wat wonderlijke aspecten aan dit debat zitten. Daar wil ik u deelgenoot van maken, ook omdat ik verder geen vragen heb aan de minister. Ik vond de brief van 23 februari op zichzelf glashelder in het stadium waar we nu in verkeren, maar ik merk dat er als gevolg van een aantal interventies van collegae hier in de Kamer de misverstanden in de reactie van de minister eerder lijken toe te nemen dan dat de reactie van de minister leidt tot minder misverstanden, wat mij natuurlijk goed zou zijn uitgekomen. Dan heb ik het vooral over zijn reactie op speculaties over een mogelijke uitbreiding van het mandaat van het EOM. Daar voelt het kabinet op zich nu niet voor, maar het wordt meegezogen in de discussie over wat er zou moeten gebeuren, mocht uitbreiding wel aan de orde zijn. Gaandeweg het debat vond ik de antwoorden van de minister over de financiële implicaties er ook niet helderder op worden. Ik maak me om die reden wel een beetje zorgen dat het draagvlak voor de Nederlandse deelname aan het EOM hiermee niet direct lijkt te worden vergroot, wat ik ook erg zou betreuren.

Ik hoop dus dat de minister in de tweede termijn iets meer helderheid kan verschaffen over een aantal prangende punten die hier naar voren zijn gebracht. Voor een deel begrijp ik die wel en voor een deel niet, maar daar heeft de minister adequaat op gereageerd. Dat neemt allemaal niet weg dat mijn fractie deelname aan het EOM blijft steunen.

Er is nu één motie ingediend. Voor zover er nog meer zouden komen — dat weet je nooit — ...

De voorzitter:

Er zijn twee moties ingediend. Er is ook een motie van de PVV, die al in de eerste termijn is ingediend.

De heer Engels (D66):

O ja, die was me om onbegrijpelijke redenen even ontschoten, maar het oordeel daarover zal ik geven na beraad in de fractie.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Engels. Ik geef het woord aan mevrouw Bikker.