Plenair Vos bij voortzetting behandeling Invoering stelsel fosfaatrechten



Verslag van de vergadering van 16 mei 2017 (2016/2017 nr. 27)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 21.57 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Vos i (GroenLinks):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor zijn beantwoording. Ik blijf het op toch wel een behoorlijk aantal punten echt oneens met een aantal dingen die hij heeft gezegd. Allereerst wil ik toch vaststellen dat wat we vandaag allemaal doen, niet nodig was geweest als u — ik spreek het kabinet en ook de voorgangers daarmee aan — en de sector veel eerder hadden gezegd: het gaat niet goed; wij gaan zelf komen tot een goed productiebeheersingssysteem. Ik sluit me aan bij degenen die zeggen: hadden we het melkquotum nog maar.

Ik vind het voor gangbare bedrijven die hierdoor hard geraakt worden, treurig dat het zo ver heeft moeten komen. Laat ik dat duidelijk stellen. Maar waarom ik extra aandacht heb gevraagd voor de biologische bedrijven, is omdat ik vind dat juist voor deze categorie, die altijd onder de Europese norm van 170 kilogram per hectare heeft gewerkt, die niet eens mee mag doen aan de derogatie en dit ook niet doet, echt wel andere argumenten gelden. Nu zegt de staatssecretaris hier dat het gaat om het plafond en dat zij ook bijdragen aan overschrijding daarvan. Ik zou de staatssecretaris willen voorhouden dat er alleen een plafond is omdat er derogatie moest worden aangevraagd. Voor deze groep bedrijven was dat helemaal niet nodig. Het gaat hier echt om een heel duidelijk afgebakende juridische groep waar dat structureel niet voor nodig is en zelfs niet voor mag. Wat de staatssecretaris hier voorhoudt, vind ik het toppunt van systeemdenken. Hij zegt eigenlijk: het belang is nu dat plafond; dat is uw systeem. Het gaat hier echter gewoon om bedrijven die jaar in, jaar uit een goede milieuprestatie leveren. Zij dragen niet bij aan de vervuiling van het water en het grondwater, het punt waar de staatssecretaris nota bene zijn verhaal mee begon. Zij doen daar niet aan mee en dat is ook zijn doel. Deze bedrijven dragen daar niet aan bij, want zij produceren onder de grens van 170 kilogram stikstof per hectare. En toch zegt de staatssecretaris: ze zijn medeschuldig en ze moeten daarom ook bloeden. Ik vind dit een onbegrijpelijke en onverteerbare redenering. Ik blijf daarom pleiten voor het uit- of afzonderen van deze groep. Dat kost de staatssecretaris ongeveer 0,2 miljoen kilogram fosfaat. Het gaat eigenlijk om niets. Ik begrijp werkelijk niet waarom de staatssecretaris deze stap niet zou willen zetten.

De staatssecretaris kan natuurlijk zeggen dat die biologische mest ook vervuilend is, maar biologische mest zit in een heel aparte mestmarkt. Die mest wordt afgezet op biologisch akkerland, op grond en is zelfs hard nodig. Er is zelfs een tekort aan deze biologische mest en dat allemaal binnen de milieunormen, zoals ik net al zei. Dat geldt overigens ook voor die 10% biologische bedrijven die naar de definitie van de wet niet grondgebonden zijn. In het systeem zijn zij wel degelijk grondgebonden en houden zij zich prima aan de regels. Omdat ik graag zou zien dat er toch extra ruimte wordt gecreëerd voor deze bedrijven, dien ik de volgende motie in.

De voorzitter:

Door de leden Vos, Meijer, Koffeman, Schnabel, Lintmeijer en Ten Hoeve wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

gezien het gegeven dat biologische melkveebedrijven behoren tot een kleine groep juridisch strikt afgebakende bedrijven die produceren volgens de strenge voorschriften van de EG-verordeningen 834/2007 en 889/2008;

gezien het gegeven dat biologische melkveebedrijven zich moeten houden aan de Europese bemestingsnormen zonder derogatie, en dat biologische rundveemest vanwege het verbod op kunstmest hard nodig is voor het bemesten van biologisch grasland en akkerland;

verzoekt de regering om een regeling waarbij melkveebedrijven die op 2 juli 2015 als biologisch of biologisch in omschakeling geregistreerd stonden, fosfaatrechten kunnen aanvragen op basis van hun veestapel in oktober 2016,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (34295/34532).

Mevrouw Vos (GroenLinks):

Tot slot nog één opmerking over de zeldzame rassen. De oplossing die de staatssecretaris in antwoord op mijn vraag hierover noemde is volgens mij maar een soort halve oplossing. Voor het jaar 2017 moeten er wel degelijk heel veel zeldzame dieren verdwijnen. Voor 2018 gaan ze gewoon onder het fosfaatstelsel vallen. Dat is weliswaar tegen een lagere norm, maar dit zal er toch toe leiden dat er zeldzame dieren gaan verdwijnen. De staatssecretaris heeft net zelf aangegeven dat hij dat niet wil. Hij wil zelfs dat er sprake zal zijn van een toename. Ik denk dat hij dan toch echt andere maatregelen zal moeten nemen om dat te bevorderen. In deze termijn krijg ik daar nog graag een reactie op van de staatssecretaris.