Plenair Martens bij behandeling Bescherming namen en graden hoger onderwijs



Verslag van de vergadering van 21 februari 2017 (2016/2017 nr. 19)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.36 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Martens i (CDA):

Voorzitter. Ik dank de minister voor de antwoorden en de compacte adressering van het belangrijkste zorgpunt. Er is veel besproken. Wij zijn in grote lijnen tevreden met de antwoorden van de minister op al onze individuele vragen. Ik wil mij in deze tweede termijn graag beperken tot wat de minister het pièce de résistance noemde, namelijk de zorg in de Kamer dat een minister tamelijk subjectief zou kunnen oordelen over wat discriminatie is en hoe zwaar dat weegt ten opzichte van de andere grondrechten.

Wij hebben met veel waardering kennisgenomen van de reactie van de minister op onze zorg. Zij heeft een heel creatief voorstel gedaan waarvoor onze fractie wel enig begrip kan opbrengen. Als ik het goed begrijp, gaat zij bij stap één en twee eerst een onafhankelijke deskundige adviescommissie raadplegen. Die commissie zal een zwaarwegend advies uitbrengen waarvan de minister alleen gemotiveerd afstand zal kunnen nemen. Het is een permanente commissie met drie leden: een expert op het gebied van gelijke behandeling, een op het gebied van het onderwijsrecht en een met ervaring als rechter. Zij wil het bestaan van de commissie koppelen aan een wetsvoorstel en daarmee de commissie een wettelijk haakje, een wettelijke verankering geven. Dat wil zij in een ministeriële regeling uitwerken. Die wettelijke verankering komt dan via een nota van wijziging, zo hebben wij begrepen, aan een wet die binnenkort of nu al in de Tweede Kamer aan de orde is, zodat een en ander snel kan worden gerealiseerd. De minister is bereid om dit alles in de precieze formuleringen in een brief aan de Eerste Kamer te bevestigen. Als de ministeriële regeling definitief wordt, zal die aan de Kamers worden voorgelegd.

Als ik mij tot dit onderwerp beperk, dat toch het zwaarste punt was, en als ik het goed heb begrepen — misschien wil de minister dat straks even herbevestigen — ben ik bereid dat met een positief advies aan onze fractie voor te leggen.