Plenair Martens bij behandeling Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg



Verslag van de vergadering van 29 september 2015 (2015/2016 nr. 2)

Status: gerectificeerd

Aanvang: 21.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Martens i (CDA):

Voorzitter. De CDA-fractie ondersteunt de intentie van de wet om de kwaliteit van de zorg en de klachten- en geschillenprocedures waar mogelijk te verbeteren. Ook is er steun voor meer cliëntgerichte zorg en laagdrempelige, snelle procedures.

Wij hebben een groot aantal vragen gesteld zorgen die wij uit het veld vernamen over de kwaliteit en de uitwerking van de wet. Die gingen over regeldruk, de positie van geschillencommissies, kwaliteit, de korte termijnen, de samenhang met andere wetgeving, onheldere definities, ongewenste effecten, juridisering, claimcultuur, de beperking van het lerend vermogen et cetera. Andere fracties hebben daar nog belangrijke andere punten aan toegevoegd. Opvallend was dat nagenoeg alle fracties soortgelijke zorgen formuleerden.

De CDA-fractie heeft een groot aantal specifiek vragen gesteld. Ik noemde de thema's al. Wij danken de minister voor haar reactie. Op enkele punten is er verheldering gekomen. Op een aantal punten blijkt er een verschil van inschatting te zijn over de uitwerking van het wetsvoorstel. Dat duidt niet zozeer op een verschil tussen het CDA en de minister, zoals de heer Bruijn suggereert, als wel op een verschil tussen het veld en de minister.

Terzijde wil ik graag opmerken dat de Raad van State wel degelijk problemen heeft gemaakt van de combinatie van klacht en claim en wel degelijk spreekt over het risico van juridisering. Dat gaat niet alleen over het oorspronkelijke wetsvoorstel maar ook over dit wetsvoorstel. Zo zijn er meer punten te noemen. Het gaat over een verschil in visie.

De minister is optimistisch en zegt in feite: de bedoeling is goed, dus wordt het met dit wetsvoorstel vanzelf beter. Maar dat is de vraag. Wij hebben nog één specifieke vraag over de geschillenbeslechting. Wij hadden gevraagd een en ander niet bij uitsluiting aan de SGC op te dragen; daar zouden alle geschilleninstanties voor in aanmerking moeten kunnen komen. Dat heeft de minister volgens mij bevestigd. Dat zou ik graag nog een keer horen. Ik hoor haar wel zeggen dat iedere geschilleninstantie wel zou moeten voldoen aan de erkenningsregeling, zoals die bij de SGC is. Zet dat andere initiatieven voor geschillencommissies op achterstand? Hoe kijkt de minister daartegen aan?

De leden van de CDA-fractie hebben goed geluisterd naar de antwoorden van de minister. Wij weten dat zij goed kan spreken en de bedoeling van de wet goed kan uitleggen. Dat hebben wij ook nu weer kunnen zien. Wij zullen ons de komende dagen buigen over de vraag of de antwoorden voldoende zijn om het wetsvoorstel het voordeel van de twijfel te kunnen geven.