Plenair De Lange bij voortzetting behandeling Taaleis Wet werk en bijstand



Verslag van de vergadering van 10 maart 2015 (2014/2015 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 20.26 uur


De heer De Lange i (OSF):

Voorzitter. Allereerst dank aan de staatssecretaris voor de beantwoording van de vele vragen, zij het dat maar een deel van de vragen beantwoord is en de meest relevante vragen vaak niet. Ik ben vandaag naar dit debat gekomen met een positieve instelling ten aanzien van het wetsvoorstel. Helaas heeft de obligate beantwoording van de staatssecretaris me sterk doen twijfelen of die positieve grondhouding nog wel verantwoord is en of het wel zo'n goed idee is.

Ik ervaar het debat van vanavond als volkomen overbodig. We hebben geluisterd naar een herhaling, een letterlijke herhaling in heel veel gevallen, van wat er in de schriftelijke voorbereiding al gewisseld was. Waar ik helemaal niets van gemerkt heb, terwijl ik dat toch verwacht van een regering, is dat er, als het over iets zo belangrijks als taalbeheersing en taalonderwijs gaat, een visie wordt neergezet die klinkt als een klok. Dat is wat dit probleem verdient in dit huis. Ik heb daar helemaal niets van gehoord. Ik heb wat vage plannen gehoord, die met cijfers onderbouwd zijn die geen echte cijfers zijn. Sommigen zouden dit luchtfietserij noemen.

Ik zal mij, zeg ik als conclusie, opnieuw beraden over hoe te stemmen volgende week. Een paar uur geleden was ik meer overtuigd van de meerwaarde van dit wetsvoorstel dan ik dat op dit moment ben.