Plenair Reuten bij behandeling Energie-efficiëntie



Verslag van de vergadering van 10 februari 2015 (2014/2015 nr. 20)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.33 uur


De heer Reuten i (SP):

Voorzitter. Ik kom even terug op het einde van het betoog van mevrouw Koning. Wij willen allemaal de doelstellingen uit de richtlijn en het energieakkoord halen. Daar zijn we het over eens. Ik heb misschien een aantal keren wat scherp gereageerd op de minister, maar ik denk dat dit mijn functie is. Ik twijfel niet aan de integriteit van de minister, maar ik heb nu eenmaal de functie die ik heb. Ik neem aan dat de minister dat apprecieert. Ik twijfel, nogmaals, niet aan de integriteit, maar ik doe wat ik denk dat ik moet doen.

Als er richtlijnen worden geïmplementeerd, maken we ons nogal eens zorgen als er koppen op zitten die we hier niet wensen, omdat die richtlijnen nu eenmaal geïmplementeerd moeten worden. In dit geval is eigenlijk het omgekeerde aan de hand. Ik vind dat er ten aanzien van de richtlijn te weinig harde doelstellingen en instrumenten in de wet staan. Daardoor kan de minister zich, althans ten dele, onttrekken aan harde parlementaire controle.

In de NEV worden een aantal conclusies getrokken die niet aangenaam zijn voor …

De heer Van Boxtel i (D66):

Nu voel ik me echt genoodzaakt om dit tegen te spreken, als medeparlementariër. Een minister sluit convenanten. We hebben hier net een andere minister gehad, die ook convenanten had gesloten en die toch gecorrigeerd is door de Kamer. Ik kijk nog even naar de heer Duivesteijn. Het is dus niet helemaal waar wat de heer Reuten zegt. De minister is gewoon gehouden om uitvoering te geven aan de convenanten. Daar vertrouw ik ook op. Dat je het niet enkelvoudig voor het zeggen hebt, is evident. Je hebt een afspraak gemaakt met partijen.

De heer Reuten (SP):

Oké, dus u zegt: die convenanten zijn hard, ook voor ons.

De heer Van Boxtel (D66):

Ja!

De heer Reuten (SP):

Oké, goed, des te beter. Dank u.

In de NEV worden een aantal conclusies getrokken die niet aangenaam zijn voor de minister en niet voor onze kindskinderen. Of ze juist zijn of niet, is wat anders. De minister is het met een aantal van die conclusies niet eens, omdat hij kennelijk informatie heeft die de NEV ontbeert. Ik neem namelijk aan dat het in feite niet over de gevolgde methodiek gaat. Als het daar wel over gaat, hoor ik dat ook graag. De minister heeft kennelijk informatie die de rapporteurs niet hadden. Oké, prima. Mijn eenvoudige vraag was: heeft de minister de rapporteurs geconfronteerd met zijn contraire informatie? Ik wil in tweede termijn heel graag nog horen of hij ze daarvan in kennis heeft gesteld en wat de repliek was.

Een van de punten daarbij, die ik bepaald niet hard vind, is dat de minister zegt: ik hoor van de ondertekenaars van het energieakkoord dat de doelstellingen wél worden gehaald. Ja, "ik hoor", maar in de NEV wordt daarover anders geoordeeld. Ik weet het niet; ik sta er niet bij. Ik kan alleen maar lezen wat ik lees. Wel wil ik, als laatste, nog terugkomen op het volgende. Als het allemaal meezit, gaan de minister en het kabinet die doelstellingen op het randje halen. Daar staan we ongeveer. We gaan die doelstellingen op het randje halen. Ik vind dat, gezien de belangen die op het spel staan voor onze toekomst, gering ambitieus van het kabinet. Ik bedoel het niet dramatisch, maar ik heb het toch nog eens over onze kindskinderen. Als het om zoiets belangrijks gaat, moet je de doelstellingen niet op het randje halen. Dan moet je een zeer ruime marge nemen, om ze ruim te halen. Daarop wil ik toch nog graag een antwoord van de minister hebben op de vraag: aangezien het nodig is, waarom pakken we het niet wat harder aan?

De voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Reuten, ik geef het woord aan de heer Van Boxtel.

De heer Van Boxtel (D66):

Nee, voorzitter, ik had al gezegd dat ik geen behoefte meer had aan een tweede termijn, omdat ik de antwoorden van de minister volledig en naar behoren vond. Ik wacht gewoon de volgende evaluatie af, want — laat ik dat toch maar zeggen — D66 zal natuurlijk meer dan bewaken dat afspraak afspraak is. Ik herhaal de woorden van de minister zelf. Die gelden voor ons ook in de verhouding van de Kamer tot het kabinet.

De voorzitter:

Maar u had ingeschreven voor vijf minuten, staat op mijn papiertje.

De heer Van Boxtel (D66):

Ja, maar als het korter kan, is dat meegenomen.

De voorzitter:

Goed, dat is fantastisch. Dan geef ik nu het woord aan de minister van Economische Zaken.