Plenair Kok bij voortzetting behandeling Wet aanpassing financieel toetsingskader



Verslag van de vergadering van 16 december 2014 (2014/2015 nr. 14)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 0.04 uur


De heer Kok i (PVV):

Voorzitter. Ik dank de staatssecretaris voor haar beantwoording van niet alle vragen, maar een aantal vragen. De beantwoording kan mijn fractie evenwel niet overtuigen. De staatssecretaris is feitelijk niet ingegaan op de meeste essentiële punten die ik in mijn betoog gisteravond heb genoemd. Ik kan mij voorstellen dat zij niet ingaat op mijn analyse die ik toen heb gegeven, maar ik wil die toch in essentie herhalen. Ik kom daarom terug tot de kern van mijn betoog in eerste termijn.

Een allang gepasseerd station van een ultieme crisis in 2008 is nu aangegrepen om een zwaar hekwerk om een nominale regeling neer te zetten. Er wordt voorbijgegaan aan het feit dat alle buffers de dip in 2008 en sindsdien hebben opgevangen en nadien weer fors zijn toegenomen tot ruim 1.300 miljard euro; ik heb het net al gezegd. Er is dus geen probleem in onze ogen, behalve dat het gebruik van een extreem lage rekenrente als een silent killer de fondsen optisch in onderdekking brengt en — ik heb het net gezegd tegen een van mijn collega's — niet tot indexatie heeft mogen leiden in de afgelopen tien jaar, met een forse indexatieachterstand. Dat is de schaduwkant van het geldend beleid van de heer Draghi. De zekerheden die nu in dit nftk nodeloos op elkaar worden gestapeld, miskennen dit werkelijke probleem. Daar heb ik de staatssecretaris niet over mogen horen. Integendeel, al deze schijnzekerheden hebben een volledig averechts effect: een reeks van jarenlange kleine kortingen en geen enkele indexatie meer. De ambitie van een geïndexeerd pensioen is daarmee een illusie geworden. Dit moet te allen tijde het uitgangspunt zijn van ieder pensioenfonds.

Alle gepensioneerden gaan er zo de komende 20 jaar tot 30% op achteruit, inclusief de al opgelopen indexatieachterstand. Ook de actieve deelnemers zullen het toenemend indexatieverlies gaan voelen bovenop de lagere fiscale opbouw die zij hebben mogen ervaren na toepassing van de wetten Witteveen I en II, want die hebben voor de actieven al geleid tot een tekort van ongeveer 25%. Een extraatje! Mijn fractie is voorts van oordeel dat met dit nftk de dialoog over de inrichting van ons pensioenstelstel oneigenlijk beïnvloed wordt.

Gegeven de context zoals door mij geschetst en het feit dat de prudente, risicovrije rente bepalend is voor een onnodige onderdekking, kan mijn fractie zich voorstellen dat de staatssecretaris deze bepalende elementen aanpakt. Dan gaat het specifiek om de rare discrepantie tussen de rekenrente voor premiestelling en de verplichtingen. Dat is de kern van het verhaal. In dit kader ware ook de UFR niet te verlagen maar wel aan te passen aan de Europese actualisering. Gelukkig heb ik na binnenkomst mogen constateren dat de staatssecretaris al direct met deze handreiking kwam om de angel uit het debat te halen en alle partijen gerust te stellen, in die zin dat het met deze handreiking wel mee zou vallen. Helaas, het is een verbetering, maar het is niet wat wij ons voorstellen.

Afrondend, het kan niet zo zijn dat budgettaire redenen — de 2 miljard aan extra bijdragen door de rijksoverheid als grootste werkgever — bepalend zijn voor de invoering van dit nftk. Inhoudelijke gronden zijn er niet.

De heer Backer i (D66):

Hoor ik u nu zeggen: helaas, het is een verbetering?

De heer Kok (PVV):

Ik heb gezegd dat de aanpassing van de UFR — dat heb ik gisteravond ook in mijn betoog genoemd — een verbetering is, want het kan niet zo zijn dat pensioenfondsen nu voor de derde keer met een verandering in de UFR worden geconfronteerd. In die zin heb ik de aanpassing een verbetering genoemd.

De heer Backer (D66):

Helaas.

De heer Kok (PVV):

Nee, niet helaas.

De heer Backer (D66):

Oh, dan heb ik u verkeerd verstaan.

De heer Kok (PVV):

Helaas blijft het totaal van het verhaal negatief. Dat is de context.

Ik herhaal: het kan niet zo zijn dat budgettaire redenen bepalend zijn voor de invoering van dit nftk. Inhoudelijke gronden zijn er namelijk niet. Daarnaast mag het politieke bedrijf onder deze coalitie ten principale nimmer verworden tot een hogere vorm van technocratie. Niet de politiek relevante vraagstukken van de inrichting van de samenleving in ideologische termen staan dan centraal, maar het instrumenteel doorzetten van een ongekende kaalslag van de verzorgingsstaat. Dat is nu het geval met ons kostbare pensioenstelsel.

Het mag duidelijk zijn dat de PVV-fractie niet zal instemmen met een wetsvoorstel dat een desastreuze uitwerking heeft op de koopkracht van alle, ik herhaal, alle deelnemers, gepensioneerd of nog in de opbouwfase als actief deelnemer. Dat feit kan nu al als een historische fout worden gekwalificeerd. Hoe ziet de staatssecretaris het voor zich om de miljoenen mensen die hiermee gedupeerd worden, inzicht te geven in de uitkomsten van dit nieuwe ftk? Ik kan mij niet voorstellen dat al deze miljoenen aan de kant staan te applaudisseren als zij vertrekt.