Eerste Kamer stemt in met samenvoegen gemeenten op Voorne-Putten



De Eerste Kamer is dinsdag akkoord gegaan met een wetsvoorstel van minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) voor het samenvoegen van de gemeenten Hellevoetsluis, Brielle en Westvoorne tot de gemeente Voorne aan Zee. De fracties van Fractie-Nanninga, PvdA, GroenLinks, D66, SP, PvdD, Fractie-Otten, SGP, CU, CDA, VVD en 50PLUS steunden het wetsvoorstel; de fracties van de PVV, FvD en Fractie-Frentrop stemden tegen. Een motie van senator Van Hattem (PVV) om eerst een referendum te houden over de samenvoeging werd verworpen; alleen de fracties van de PVV, Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, FvD en Fractie-Frentrop steunden de motie. De minister had de motie ontraden.


Impressie van het debat

Senator Van Hattem (PVV) sprak met betrekking tot het wetsvoorstel van “een irrationele drang naar schaalvergroting”. De drie gemeenten konden volgens hem heel goed zelfstandig functioneren, zijn uitgeroepen tot de klantvriendelijkste gemeenten van Zuid-Holland, maar “worden nu geofferd op het altaar van bestuurskracht”. Hij erkende wel dat financiën een aandachtspunt zijn, maar de herindeling zal dat probleem volgens hem niet oplossen. De fusiegemeente komt volgens de PVV-senator letterlijk en figuurlijk verder van de bewoners af te staan en de fusie zal de nodige extra kosten aan verbouwingen opleveren en veel rompslomp voor het ambtelijk apparaat.

Van Hattem wees er verder op dat de gemeenteraden van de drie gemeenten weliswaar akkoord zijn gegaan met de fusie, maar dat er geen referendum onder de bevolking is gehouden. Hij gaf aan dat er bij samenvoeging van gemeenten wat de PVV betreft altijd een volksraadpleging moet plaatsvinden en diende daarover in het debat een motie in: de fusie mag niet doorgaan zolang inwoners van de drie gemeenten zich niet hebben kunnen uitspreken. De instemming van de gemeenteraden alleen is niet voldoende, zo gaf Van Hattem aan op vragen van collega-senatoren Dittrich (D66) en Kox (SP).

Senator Dessing (FvD) stelde dat kleine gemeenten vaak beter werken dan grotere. Inwoners van fusiegemeenten zijn volgens hem vaak duurder uit en voelen zich minder dicht bij de gemeente staan. Waarom moet dat toch, zo wilde hij van de minister weten. Hij betwijfelde of de bestuurskracht met deze fusie toeneemt. Minder complexiteit is een betere oplossing dan schaalvergroting, aldus Dessing. De FvD-senator vroeg bij de minister aandacht voor taakverzwaring bij gemeenten. Verder gaf hij aan dat de gemeente Hellevoetsluis weliswaar grote financiële tekorten heeft, maar dat Westvoorne en Brielle zich prima kunnen redden. “De goeden moeten onder de kwade lijden”, aldus Dessing.

Ook senator Dessing bepleitte het houden van een referendum waar de bewoners van de drie gemeenten zich over de fusie zouden moeten kunnen uitspreken. Senator Koole (PvdA) wierp daarop tegen dat er dan wel een lokale verordening moet zijn op basis waarvan dit kan en dat die er in de betrokken gemeenten niet is. Dessing vreesde dat de inwoners van de drie gemeenten als gevolg van de fusie minder betrokken raken bij de politiek. Hij noemde dat een verlies van de democratie. “Laten we nu eens een keer durven kiezen voor kleinschalige gemeenschappen en echte betrokkenheid bij de politiek”, aldus Dessing die tot slot memoreerde dat de Watergeuzen op 1 april 1572 tijdens de 80-jarige oorlog Den Briel bevrijdden van de Spanjaarden maar “helaas is deze slag voor niks geweest”.


Antwoord van de minister

Minister Bruins Slot gaf aan dat aan het voorstel om op 1 januari 2023 de nieuwe gemeente Voorne aan Zee te vormen een lang traject is voorafgegaan, sinds 2013. De drie gemeenten zien volgens de minister zelf sociaal en fysiek meerwaarde in de fusie, ook om een sterkere positie in de regio te krijgen, hoewel zij wel aangaf dat een fusie niet per se tot meer bestuurskracht hoeft te leiden. Zij sprak tegen dat de fusie uit financiële nood is geboren. “Dit is een herindeling van onderop, een initiatief van de gemeenten”, zo stelde Bruins Slot. Het wegen van maatschappelijk draagvlak is een zaak van de gemeenten zelf en kan op verschillende manieren, zolang ze maar goed verantwoorden hoe ze dat hebben gedaan. “De wijze waarop ze dat hebben gedaan past binnen het voorgeschreven kader”, aldus Bruins Slot die ook aangaf te werken aan een uitvoerbaarheidstoets aan decentrale overheden aan nieuw beleid.



Deel dit item: