Handelsovereenkomst EU-Canada (CETA): debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde maandag 11 juli met minister Schreinemacher voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de goedkeuring van het handelsverdrag tussen de Europese Unie en Canada, beter bekend als CETA. Ook besprak de Kamer maandag de goedkeuring van de strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada (SPA). De meeste aandacht ging naar CETA. De Kamer stemt dinsdag 12 juli in een hoofdelijke stemming over CETA en bij zitten en opstaan over de strategische overeenkomst en de twee ingediende moties.


Over CETA

CETA moet handelsbelemmeringen wegnemen, zoals non-tarifaire belemmeringen en douanerechten op 98% van producten en op alle industriële goederen. Ook voorziet het in het vaststellen van oorsprongsregels, versterking van de toegang tot de dienstensectoren, en het openstellen van de markt voor aanbestedingen. Verder ziet het verdrag op de bescherming van intellectueel eigendom. Daarnaast zijn afspraken opgenomen over duurzaamheid, transparantie, samenwerking op regelgevingsgebied en wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties. CETA regelt naast handel ook investeringsbescherming door middel van investeringsgerecht (Investment Court System , afgekort ICS) voor geschillenbeslechting. ICS vervangt het eerder voorgestelde ISDS (Investor-state dispute settlement ). Het gedeelte van CETA dat onder de EU-bevoegdheid valt, is sinds 21 september 2017 in werking.


Over SPA

De Strategische partnerschapsovereenkomst tussen de Europese Unie en Canada (afgekort SPA) heeft als doel een raamwerk te bieden voor politieke dialoog en het ontwikkelen en versoepelen van handel en investeringen tussen de EU en Canada. Dit raamwerk wordt deels geboden door een aantal standaardclausules, bijvoorbeeld met betrekking tot de eerbiediging van mensenrechten, de bestrijding van terrorisme, en het tegengaan van de verspreiding van illegale kleine wapens. Ook bevat de Overeenkomst bepalingen over economische en duurzame ontwikkeling en justitiële samenwerking.


ICS en het klachtenmechanisme

Het belangrijkste onderwerp in het debat was de geschillenbeslechting die in het handelsverdrag is opgenomen. Investeringsbescherming wordt geregeld door middel van investeringsgerecht (het Investment Court System , afgekort ICS). Het ICS is alleen toegankelijk voor bedrijven en niet voor bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties. Bovendien is het een apart rechtssysteem dat komt te staan naast de nationale rechtssystemen.

De Eerste Kamer heeft de afgelopen periode (via de minister) een klachtenmechanisme afgedwongen bij de Europese Commissie. Dit mechanisme is bedoeld om tegemoet te komen aan de bezwaren ten aanzien van het ICS. Inhoudelijk verandert het verdrag niet, maar het biedt zo wel de mogelijkheid aan maatschappelijke organisaties om problemen onder de aandacht te brengen van de geschillenbeslechting. Niet alle fracties zijn ervan overtuigd dat het klachtenmechanisme een oplossing biedt voor de zorgen over het ICS.


Moties

Er zijn twee moties ingediend.

Senator Faber (PVV) diende een motie in die uitspreekt dat alleen goedkeuring kan worden verleend aan CETA indien tenminste twee derde van de Kamerleden instemt, constaterend dat de handelsovereenkomst bepalingen bevat die afwijken van de Grondwet en dat ingevolge artikel 91 lid 3 van de Grondwet, in het geval een verdrag bepalingen bevat die afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, de Kamers alleen goedkeuring kunnen verlenen met tenminste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen. Minister Schreinemacher ontraadde de motie omdat zij van mening is dat het verdrag niet afwijkt van de Grondwet. Op verzoek van senator Faber wordt de motie voorafgaand aan de hoofdelijke stemming over

Senator Prast (PvdD) diende een motie in die de regering verzoekt in EU-verband te bevorderen dat uitbreiding van de bescherming van investeringen in CETA of andere handelsverdragen altijd wordt voorgelegd aan de nationale parlementen en de regering verzoekt als dit niet in EU-verband lukt, vast te leggen dat besluiten tot wijziging van de bescherming van investeringen altijd aan het Nederlandse parlement worden voorgelegd. De minister gaf deze motie het 'oordeel Kamer' mee.


Impressie van het debat

Afbraak van het publieke belang

Senator Karimi (GroenLinks) zei dat het debat om het politieke oordeel over CETA ging en niet over Canada. Dat is een democratische rechtsstaat net als de onze. Met of zonder CETA blijft Canada een gewaardeerde partner. Daarom is GroenLinks wel voor het strategisch partnerschap, aldus Karimi. Het eerste bezwaar van GroenLinks tegen CETA is dat het de export van varkens- en rundvlees naar Canada bevordert, terwijl er in Nederland juist minder vlees geproduceerd moet worden om zo de stikstofuitstoot te verminderen. Een uitweg uit de huidige landbouwcrisis is kwaliteit boven kwantiteit stellen. Het tweede bezwaar van GroenLinks betreft de grote macht voor multinationals en buitenlandse investeerders door middel van ICS. Karimi ziet de noodzaak niet voor een parallel systeem naast het eigen rechtssysteem. Volgens haar wordt het publieke belang op deze manier afgebroken ten gunste van het particuliere belang. Bovendien gaat dit buiten de democratische controle door het Europees Parlement en de nationale parlementen om. CETA is goed voor alles wat voor de economie van 'meer, meer, meer' staat en niet voor de transitie naar een duurzame wereld.

Eén van de betere handelsverdragen ooit

Senator Backer (D66) was in tegenstelling tot Karimi van mening dat het debat wél over Canada ging. Volgens hem zullen wij Canada steeds meer nodig hebben, ook in Europees verband. Hij waarschuwde voor ondoordachte beslissingen met mogelijk economische gevolgen. Backer noemde CETA één van de betere handelsverdragen die ooit is onderhandeld. Volgens hem kan na de goedkeuring de handelsrelatie verder worden opgebouwd en kunnen ondertussen verbeteringen worden aangebracht. De importtarieven worden verlaagd, maar niet de standaarden. De beoordeling van het ICS-panel is een vorm van conflictoplossing. De realiteit is volgens Backer dat heel veel bedrijven liever geen tijd en moeite gaan besteden aan een zaak. Moeten we de geschillenbeslechting aan het midden- en kleinbedrijf onthouden omdat multinationals er misschien ook gebruik van maken, vroeg hij de andere Kamerleden. Omdat CETA al vijf jaar in werking is vroeg Backer de minister of er problemen zijn bij de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid. Hij concludeerde dat CETA past bij de ambities van Nederland, en rechtmatig, handhaafbaar en uitvoerbaar is.

Multinationals boven mensen

Senator Van Apeldoorn (SP) zei dat multinationals boven mensen worden geplaatst door het CETA-verdrag. Volgens hem kunnen we niet doorgaan op het pad van de hyperglobalisering. Juist nu moeten we onze democratie en onze waarden versterken. Volgens de SP ligt er een kans om een evident schadelijk verdrag te stoppen. De belangen van investeerders worden juridisch verankerd door het ICS-systeem. Van Apeldoorn zag geen onderbouwing voor de bewering van voorstanders dat er geen toename van claims mag worden verwacht. Canadese investeerders krijgen volgens hem een nieuwe, exclusieve juridische mogelijkheid met het ICS om overheden aan te klagen. Een ander bezwaar volgens Van Apeldoorn is dat het verdrag de democratie ondermijnt: als zogeheten levend verdrag kan het tussentijds worden aangepast door ambtenarencomités waarbij parlementen niet betrokken zijn. Met uitzondering van vooraf vastgestelde publieke diensten is CETA van toepassing op alles. Eenmaal geliberaliseerd is altijd geliberaliseerd. Een ander bezwaar van de SP is dat CETA is ook een fossiel verdrag is omdat de CO2-uitstoot sowieso toeneemt. Volgens Van Apeldoorn weten we niet of standaarden in de toekomst kunnen worden verlaagd in de ondemocratische ambtelijke comités. Ook vreest hij dat niet alleen de standaarden aan de producten zelf kunnen worden verlaagd, maar ook de productiewijze. Op dat punt loopt Canada namelijk behoorlijk achter, aldus Van Apeldoorn.

ICS is verbetering

Senator Van Rooijen (50PLUS) noemde het debat en de ratificatie een momentopname, omdat in de toekomst nog verdere aanpassingen kunnen worden doorgevoerd, bijvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid. Volgens hem is het geschillengerecht ICS onafhankelijk en openbaar. De overheid kan niet worden aangeklaagd als het gaat om beleid op gebied van het algemeen belang. Het proces is transparanter geworden, en de beslistermijnen duidelijker onder meer door druk vanuit de Eerste Kamer. Canada is ook bereid om afspraken over duurzaamheid over te nemen, zei Van Rooijen. Hij vroeg de minister of er sprake is van overdracht van soevereiniteit. Ook wilde hij weten of het inderdaad klopt dat een investeerder niet beide juridische wegen kan bewandelen, maar moet kiezen tussen het ICS of een nationale rechtbank. Van Rooijen zei dat het een belangrijke overweging voor zijn fractie is dat Canada een trouwe bondgenoot is die dezelfde waarden deelt.

Op basis van Grondwet twee derde meerderheid nodig

Senator Faber-van de Klashorst (PVV) zei dat de Nederlandse koopmansgeest natuurlijk dol is op mooie exportcijfers, maar dat dat ook voor Canada geldt. CETA schrijft voor dat Canadese producten moeten voldoen aan de Europese standaarden, maar de pijn zit in de wijze van produceren. Hoe het product tot stand komt maakt binnen CETA niet uit. Met de geschillenbeslechting wordt volgens Faber echt alles omzeild. Niet alleen de nationale rechters hebben het nakijken bij het ICS, ook de maatschappelijke organisaties. Zij worden gedegradeerd tot meedenkers van de rechtbank, aldus Faber. Door acceptatie van het parallelle systeem van het ICS worden delen van het Nederlands burgerlijk recht overgedragen aan internationale rechters. Volgens de PVV is dit in strijd met de Grondwet. Ze riep de senaat op zich te houden aan de Grondwet artikel 91, lid 3, om dit verdrag goed te keuren met twee derde meerderheid. Terwijl de minister duidelijk heeft aangegeven dat het parlement geen letter mag veranderen aan het verdrag, mogen na ratificatie de ambtenaren van de verdragscomités dat wel. Dit is niet een goede overeenkomst voor de burgers van Nederland, besloot Faber.

Geen democratische controle

Senator Prast (PvdD) haalde de doelen van CETA, volgens de regering, aan om ze vervolgens te weerleggen. Allereerst, meer handel. Toen het CETA-verdrag werd gesloten was er nog geen zoönosebesmetting (zoönosen zijn ziektes die van dier op mens overspringen). Het transport van levende dieren zit in de top zes van de handel met Canada. Hoe verhoudt zich dit tot de aankondiging van het kabinet om alles te doen om zoönose in de toekomst te voorkomen, vroeg Prast. Ten tweede, meer banen. Het personeelstekort is in Canada net zo groot als bij ons, dus het zal niet een toestroom van arbeidskrachten opleveren , zei Prast. En ten derde goedkopere producten en meer keus. Prast heeft nergens kunnen vinden dat het bij import vanuit Canada gaat om producten die bijdragen aan duurzaamheid en welzijn. Over het ICS zei zij dat investeerders rechten hebben en geen plichten, en niet aangeklaagd kunnen worden. De hoogte van de compensatie wordt gebaseerd op misgelopen winst. Dat kan volgens Prast veel hoger uitkomen dan via een nationale rechter. Bovendien komt de compensatie uit belastinggeld. Daarover is echter geen democratische controle zoals bij besteding van belastinginkomsten wel normaal is. Prast vroeg de minister of zij weet hoe de financiële toezichthouders De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten aankijken tegen CETA.

Veel vragen en onzekerheden

Senator Van Dijk (SGP) zei dat zijn fractie voor de toekomst een nieuw en gebalanceerd model voor handelsverdragen bepleit. Hij vroeg of de minister erkent dat sprake is en blijft van processen en beslissingen die zich aan het democratisch proces en de nationale rechtsorde onttrekken. Ook wilde hij weten hoe de minister de claim beoordeelt dat CETA in strijd zou zijn met de Grondwet en dat daarom twee derde meerderheid nodig is voor de goedkeuring zoals de motie van senator Faber voorstelt. Hij stelde vast dat bepaalde agrarische sectoren, zoals zuivel, de afgelopen jaren hebben geprofiteerd van CETA. Wel vroeg hij hoe dit in de toekomst zal zijn in het licht van de stikstofreductie in Nederland. Van Dijk vroeg met betrekking tot dierenwelzijn of de minister kan beamen dat Canadese concurrenten goedkoper kunnen leveren omdat hun standaarden lager zijn. Volgens de SGP blijven er veel vragen en onzekerheden over. Tot nu toe geeft de fractie CETA nog niet het voordeel van de twijfel.

Betere en nieuwe toegang tot grote markt

Senator Van Ballekom (VVD) zei dat bedrijven betere en nieuwe toegang krijgen tot een markt met 35 miljoen mensen. CETA maakt volgens hem ook samenwerking mogelijk op bijvoorbeeld het terrein van duurzaamheid. Met dit verdrag zou volgens tegenstanders sprake zijn van soevereiniteitsoverdracht, maar dat is binnen de Europese Unie al decennia het geval. Als je bevoegdheden wil terughalen dan moet je het Europese Verdrag aanpassen. Daar zal de VVD nooit aan meewerken, aldus Van Ballekom. De handel is de afgelopen vijf jaar toegenomen en legt de Nederlandse economie geen windeieren. Het zou jammer zijn de kip met de gouden eieren te slachten, aldus de VVD. De angst voor oneigenlijke concurrentie ontbeert volgens Van Ballekom alle grond. De kwaliteit van het voedsel is nog nooit zo betrouwbaar geweest als nu en daar doet CETA niets aan af. En aan het verbeteren van dierenwelzijn wordt voortdurend gewerkt. Het ICS is een permanent hof, onafhankelijk en openbaar en beperkt. Een staat kan alleen worden aangeklaagd in geval van onteigening. De verwachting dat er een 'diarree' aan claims op Nederland afkomt is volgens Van Ballekom nergens op gestoeld. Volgens hem is het rechtssysteem dermate robuust dat het geen last zal hebben van ICS. Hij zei tot slot dat als wij met Canada waarmee Nederland gemeenschappelijke waarden deelt al geen verdrag kunnen sluiten, dat dat dan met geen enkel land zal kunnen.

CETA zet stappen naar betere wereld

Senator Koole (PvdA) zei dat het in de huidige instabiele wereld belangrijk is dat de Europese Unie de eigen waarden handhaaft. Een handelsverdrag gaat volgens hem over meer dan alleen handel, maar ook om internationale verhoudingen en die zijn het afgelopen jaar drastisch veranderd. Hij vroeg de minister of zij het met hem eens is dat een handelsverdrag met een gelijk gezind land van grote geopolitieke betekenis is. Het CETA-verdrag zet stappen richting een betere, duurzamere wereld waarbij ook arbeidsrechten worden gerespecteerd. Volgens Koole is het ICS een veel beter geschilleninstrument dan het eerdere ISDS. Met CETA kunnen stappen vooruit worden gezet. De PvdA-fractie heeft alle voors en tegens zorgvuldig gewogen, is niet over één nacht ijs gegaan en heeft de zorgen van velen serieus genomen en een integere afweging gemaakt. Een betere toekomst kan alleen door voortdurende inzet en strijd worden bereikt. De PvdA staat in een traditie van stapsgewijs toewerken naar een betere toekomst, aldus Koole. Als Nederland nu 'nee' zegt tegen CETA betekent dit volgens hem een terugval in de afspraken. Het zou de positie van de Europese Unie in een wereld van sterk toegenomen instabiliteit verzwakken, terwijl Europa juist wereldwijd de standaarden kan verhogen. Het instemmen met CETA betekent niet dat de PvdA niet doorgaat met de strijd voor eerlijke handel. CETA is volgens Koole een modern verdrag, geen ouderwets verdrag.

Realistische benadering nodig

Senator Huizinga-Heringa (ChristenUnie) vroeg de minister of zij actuele gegevens heeft voor de uitwerking van CETA voor onze economie. Huizinga ging in op de voornaamste kritiek, namelijk dat het ICS vergaande financiële beslissingen kan nemen. De ChristenUnie begrijpt de vragen en kritiek over het ICS. We zijn volgens Huizinga terecht trots op onze eigen rechtspraak. Ze is het eens met de critici dat beslechting bij voorkeur aan de eigen rechter moet worden overgelaten, maar wijst er tegelijk op dat de nuance bij de bezwaren uit het zicht lijkt geraakt. Daarom zoekt de ChristenUnie naar een realistische benadering. Lang niet overal in de Europese Unie is de rechtsstaat zo robuust als bij ons. De introductie van ICS brengt volgens Huizinga belangrijke verbeteringen. In de regel kiezen overheden voor het publieke belang ondanks de dreiging van claims. We hebben dus niet zo veel te vrezen, zei Huizinga. Het zogeheten Right to regulate dat is vastgelegd in CETA geeft overheden het recht om wetten vast te stellen die het investeringsklimaat schaden, maar niet het publieke belang. Het verdrag met Canada is een verdrag met een gelijkgestemd land met gedeelde waarden. Hoewel het klachtenmechanisme geen deel uitmaakt van CETA biedt het maatschappelijke organisaties mogelijkheden om inspraak te hebben, besloot Huizinga.

Gereguleerde wereldhandel nodig

Senator Oomen-Ruijten (CDA) zei dat de Europese Unie en Canada zij aan zij staan in een oorlog die op ons continent woedt. Er is sprake van gedeelde waarden. Volgens Oomen kan kwalitatieve welvaart alleen bereikt worden als er een gereguleerde wereldhandel is. Negen van de tien exporteurs zijn mkb'ers en de handel met Canada is goed voor 28.000 banen. Met betrekking tot CETA wees Oomen er op dat bij de goedkeuring de nationale parlementen in formele zin alleen over de geschillenbeslechting oordelen. Ook het CDA heeft behoefte om zorgen die leven te adresseren. Ze stelde vast dat er de afgelopen jaren verbeteringen zijn gekomen ten aanzien van duurzaamheid, zoals het klachtenmechanisme. We moeten niet statisch, maar dynamisch denken nu deze verbeteringen nog niet zijn opgenomen in het verdrag zelf, zei Oomen. Ze vroeg de minister of zij kan toezien op de belofte dat het klachtenmechanisme na ratificatie alsnog wordt opgenomen. CETA is volgens het CDA geopolitiek van belang. Van de vele zorgen om het verdrag heeft er zich nu - vijf jaar later - nog geen een gematerialiseerd, aldus Oomen. We hebben met dit verdrag perspectief en het levert ook meer op, besloot zij.

CETA kan prima zonder geschillenbeslechting

Senator Beukering (Fractie-Nanninga) zei dat het verdrag tussen de Europese Unie en Canada niet gaat over onze dankbaarheid richting de Canadezen vanwege de geschiedenis of over het handel drijven op een gelijk speelveld. Het strategisch partnerschap is voor de Fractie-Nanninga dan ook geen enkel probleem. Dat ligt anders met CETA. Voor het eerst ligt er een nieuw ontworpen investeringsgedeelte met daaraan gekoppeld een geschillenregeling binnen het handelsverdrag. Het is volgens Beukering niet duidelijk wat de toegevoegde waarde is van het ICS. Nederland heeft net als Canada een volwaardig rechtssysteem. Het is volstrekt onduidelijk waarom er een parallel systeem moet komen voor Canadese investeerders. Het Nederlandse rechtssysteem is geschikt om geschillen op te lossen, ook in het geval van CETA, aldus Beukering. Hij wees er tot slot op dat CETA vijf jaar geleden in werking is getreden, zonder ICS, en de handel floreert. Het kan dus prima zonder.

Niet duidelijk waarom geschillenbeslechting nodig is

Senator Otten (Fractie-Otten) zei dat zijn fractie heel erg voor handel is, en zeker ook voor handel met Canada. Het ICS-deel gaat hem echter te ver. Het is volgens Otten een vorm van privatisering van de rechtspraak, die alleen toegankelijk is voor multinationals. Ook voor de boeren is dit verdrag een verslechtering. Door CETA komt via de achterdeur voedsel naar binnen dat geproduceerd wordt in landen die niet dezelfde hoge eisen stellen aan de voedselkwaliteit. De verslechterde internationale omstandigheden vindt Otten geen argument vóór CETA. Hij vroeg de minister of zij kon uitleggen waarom ICS nodig is als het vervolgens toch niet gebruikt gaat worden, zoals voorstanders zeggen. Hij riep de minister op om het verdrag samen met de minister-president te heronderhandelen in Brussel en in Canada.

Beantwoording door de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Minister Schreinemacher zei dat CETA als modern en ambitieus handelsverdrag van belang is binnen de huidige geopolitieke ontwikkelingen. Ze ziet het verdrag als het uitbreiden van de internationale samenwerking. CETA is niet het begin van de handelsrelatie, die was er al lang. Ook is zij van mening dat er geen sprake van is dat CETA zich onttrekt aan de democratische rechtsorde en parlementaire controle.

Over de gevolgen voor de landbouw zei Schreinemacher zich geen zorgen te maken over de concurrentiepositie van de eigen boeren. Het tariefvrije deel gaat volgens haar om heel beperkte hoeveelheden, en eieren zijn uitgesloten. De import van producten waaraan in Nederland behoefte is, zoals cranberries, stijgt wel. Aan de exportkant is er een stijging van varkensvlees en kaas, zelfs een verdubbeling ten opzichte van 2016, een jaar voordat CETA in werking trad.

Volgens Schreinemacher betekent het ICS geen overdracht van soevereiniteit. De nationale rechter en het ICS sluiten elkaar niet uit. Een bedrijf kan niet tegelijkertijd bij beide gerechten een zaak aanspannen. Het ICS beperkt zich tot interpretatie van CETA alleen en kan alleen een financiële schadevergoeding toekennen of toe-eigening terugdraaien. Een maatschappelijke organisatie kan wel een zienswijze geven in een procedure, maar kan niet als zelfstandige partij optreden in het ICS. Het klachtenmechanisme is voor alle EU-handelsverdragen van toepassing, niet alleen CETA. Het is vervolgens aan de Europese Commissie om opvolging te geven aan vermeende schendingen van afspraken, aldus de minister.



Deel dit item: