Wijziging Wet publieke gezondheid: debat samengevat



De Eerste Kamer debatteerde maandag 21 februari met minister Kuipers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) over de Wijziging Wet publieke gezondheid in verband met het coronavirus. De Eerste Kamer stemt dinsdag 22 februari op verzoek van de PVV hoofdelijk over het wetsvoorstel. Aan het debat namen drie fracties deel: de PVV, de Fractie-Otten en de PvdD.

Op 28 januari 2020 is een ministeriële regeling gebaseerd op de Wet publieke gezondheid (Wpg) vastgesteld. Hierdoor behoort covid-19 tot groep A van de infectieziekten van de Wpg. Daarmee ontstaat in de eerste plaats een wettelijke meldingsplicht voor deze infectieziekte. In de tweede plaats zijn hiermee alle bestrijdingsbevoegdheden uit de Wpg geactiveerd. In de derde plaats wordt de minister voor Medische Zorg verantwoordelijk voor de leiding van de bestrijding van deze ziekte. Met het wetsvoorstel waarover de Eerste Kamer maandag debatteerde wordt de ministeriële regeling in de Wpg opgenomen.

Senator Faber (PVV) vroeg de minister waarom covid-19 moet worden aangemerkt als een A-ziekte, terwijl er inmiddels sprake is van een extreem laag sterftecijfer en een extreem hoog aantal varianten. Op basis van het aantal besmettingen zijn zware maatregelen getroffen, stelde Faber. Maar, vervolgde zij, hoe die aantallen zijn bepaald, is twijfelachtig. Mensen zijn ingeperkt in hun rechten, maar is dat wel op basis van de juiste informatie gebeurd, vroeg zij de minister. Ze vroeg de minister het wetsvoorstel aan te houden tot er meer informatie is over het verloop van de pandemie.

Senator Otten (Fractie Otten) sloot zich aan bij zijn collega Faber. De vastgestelde A-infectieziekten zijn zeer dodelijk en zeer zeldzaam. Dat is volgens Otten niet meer te rijmen met de covid-19 situatie van dit moment. Het lijkt alsof het kabinet covid welbewust in het rijtje van de meest dodelijke ziekten wil plaatsen, maar er zijn volgens Otten geen cijfers die dat ondersteunen. Als er een nieuwe variant is die wel aan de criteria voldoet kan een voorstel worden ingediend en met spoed worden behandeld, aldus Otten.

Volgens senator Nicolaï (PvdD) ligt dat toch anders: covid is juist anders dan de andere A-ziekten. Het gaat om mensen die geen symptomen hebben, maar wél besmettelijk zijn. Dat is een systematiek die niet past op de huidige Wpg. Hij betoogde dat iets aan de oude wet Wpg wordt toegevoegd waar de maatregelen in de wet niet bij passen. Nicolaï was niet principieel tegen het bestempelen van covid tot A-ziekte maar pleitte ervoor te wachten tot de fundamentele wijziging van de Wpg aan de orde is en intussen door te gaan met de tijdelijke regeling zoals dat nu het geval is.

Minister Kuipers zei dat hij geen meerwaarde zag om met de invoering van het wetsvoorstel te wachten. Het gaat niet alleen om de sterfte door covid-19, maar ook om de ziekmakendheid, betoogde Kuipers. Vanwege de epidemiologische fase was het niet nodig dat artsen patiënten moesten melden, daarvan werden zij vrijgesteld. De ministeriële regeling moet bij wet worden bekrachtigd, dat ligt nu voor, aldus Kuipers.



Deel dit item: