Beleidsdebat relatie Caribisch deel Koninkrijk



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 6 april met staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het beleid van het kabinet met betrekking tot de relaties met de landen en de gemeenten in het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden. De basis voor het debat vormen de begrotingsstaten Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2021. De Kamer stemt dinsdag 13 april over een tijdens het debat door senator Rosenmöller (GroenLinks) ingediende motie die het nieuwe kabinet oproept meer prioriteit te geven aan de Koninkrijksrelaties door de Nederlandse inzet te intensiveren om zo de banden concreet en duurzaam te verbeteren.

De senatoren stelden in het beleidsdebat veel verschillende onderwerpen aan de orde, waarbij de relatie tussen Nederland en de andere drie landen van het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint Maarten) en de BES-gemeenten de rode draad vormde. Die relatie staat momenteel om vele redenen onder druk. Besproken werden onder meer de toenemende ongelijkheid, de grote impact van de coronacrisis op zowel de gezondheidszorg als de economie van de eilanden, alsook de voorwaarden die Nederland aan financiële steun heeft gesteld, de Geschillenregeling en de Coho-wet (Caribisch orgaan voor hervorming en ontwikkeling waarover recent advies is uitgebracht door de Raad van State van het Koninkrijk), en de nog altijd grote gevolgen van orkaan Irma die in september 2017 over Sint Maarten raasde.

Status beleidsdebat

Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat sinds 10 oktober 2010 uit vier landen - Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland. Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES) zijn gemeenten die samen het Caribisch deel van Nederland vormen. De staatkundige relatie tussen Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten is geregeld in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden.

De Eerste Kamer behandelt begrotingsvoorstellen soms anders dan andere wetsvoorstellen. Begrotingsvoorstellen worden dan als hamerstuk aangenomen als de behandeling niet voor een bepaalde datum kan worden afgerond. Het beleidsdebat vindt dan pas later plaats. De Eerste Kamer krijgt hiermee de kans om, ook al is het begrotingsvoorstel al aangenomen, alsnog met de regering over het beleid van het betreffende ministerie te praten.

De Eerste Kamer heeft de begrotingsstaten Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2021 op 15 december 2020 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PvdD is daarbij aantekening verleend. Dit betekent dat deze fractie geacht wordt te hebben tegengestemd.

Impressie van het debat

GroenLinks-senator Rosenmöller stelde dat de relatie tussen Nederland en het Caribisch deel van het Koninkrijk gaat om vertrouwen en niet om wantrouwen. Hij vroeg de staatssecretaris waarom hij een aanval op de autonomie gedaan heeft in de zomer van 2020 toen hij zware voorwaarden stelde aan financiële steun aan de drie landen. Hij vroeg verder of de staatssecretaris een overzicht kon geven wat er per land is verstrekt aan leningen. "Die steun noemen wij solidariteit, maar is ook eigenbelang," aldus Rosenmöller. De wijze waarop de akkoorden over de landspakketten tot stand zijn gekomen is niet goed: "Politiek van slikken of stikken past niet in ons Koninkrijk. De toon was te hard." Op dit moment is 20% tot 25% van de bevolking afhankelijk van voedselpakketten van Nederland. Het reële inkomen is volgens Rosenmöller te laag op de BES-eilanden. Hij vroeg de staatssecretaris of die het ermee eens is dat er te weinig terecht gekomen is van het creëren van een sociaal minimum. Tot slot wilde hij weten wat de staatssecretaris van de kritiek van de Raad van State op de Geschillenregeling vond.

SP-senator Gerkens sprak haar zorgen uit over de coronacijfers. Volgens haar is de situatie op alle eilanden dramatisch, met betrekking tot corona, maar ook politiek en economisch. Elf jaar geleden was het echt beter, aldus Gerkens. Ze vroeg de staatssecretaris te reflecteren op de bestuurlijke verhoudingen die nog steeds wringen. Gerkens keek ook naar Nederland: "Ook hier is niet alles op orde, natuurlijk. De vraag is of wij ons daar wel mee moeten bemoeien, is dat niet aan de landen zelf?" Nederland is dankzij het Statuut verantwoordelijk voor een 'onduidelijke waslijst', aldus Gerkens. Dat is voor de SP onwenselijk. Volgens haar is de weg vooruit een andere aanpak: samen met alle bewoners, niet alleen van de landen, ook van de gemeenten. Volgens Gerkens is van belang is dat de geschillenregeling er zo snel mogelijk komt. Het wetsvoorstel daartoe verdient geen schoonheidsprijs, maar pragmatiek is nu nodig, aldus Gerkens.

Senator Beukering (Fractie-Nanninga) zei te hechten aan goede verhoudingen en balans tussen de landen en in de regio. De eilanden zijn hard geraakt door het coronavirus. Beukering: "In zware tijden leert men zijn vrienden kennen. Wat van groot belang in de toekomst wordt, is om gezamenlijk uit deze crisis te komen." Hij wees erop dat de eilanden zelf al plannen hebben gemaakt voor de periode na de crisis, maar dat daar veel geld voor nodig is. Beukering bepleitte een 5D-model: dromen, denken, durven, doen en doorzetten. De droom van zijn fractie is er een van gezamenlijkheid, het denken is het maken van plannen. Daarmee zijn de eilanden al een heel eind gevorderd, volgens Beukering. Het durven zal door politici van de landen, maar ook door het bedrijfsleven moeten worden ingevuld. Fractie-Nanninga ziet voor de financiering mogelijkheden bij Invest International (in oprichting). Belangrijk is ownership van alle betrokken partijen, aldus Beukering: "We zullen met zijn allen, gezamenlijk met het bedrijfsleven onze schouders eronder moeten zetten om uit deze crisis te komen."

Ook PvdA-senator Recourt stond stil bij de gevolgen van de coronacrisis voor de eilanden: "De eilanden zijn ongekend hard geraakt door covid-19." Volgens Recourt wordt het Koninkrijk momenteel bepaald door de verschillen en niet door de overeenkomsten; corona heeft die verschillen vergroot. Het lijkt er volgens hem op dat Nederland haar hele wensenlijst ten aanzien van de eilanden dwingend heeft opgelegd als voorwaarden aan de financiële steun. Volgens Recourt zien we elf jaar na het ingaan van de nieuwe staatkundige verhoudingen dat de verhoudingen tussen de landen toe zijn aan hervorming. Hij stelde voor om met alle Caribische eilanden om de tafel gaan zitten om te kijken wat moet gebeuren om de verschillen te overbruggen. Recourt deed een concreet voorstel. Volgens hem speelt het beladen verleden impliciet en expliciet tot op de dag van vandaag een rol: "Laten we onderzoeken welke belemmeringen er zijn die voortkomen uit het koloniale verleden." Volgens Recourt kan dit onderzoek het beste worden uitgevoerd door een niet bij het koloniale verleden betrokken persoon. Dergelijk onderzoek is nog niet eerder gedaan. Het maakt de olifant in de kamer zichtbaar en kan de relatie tussen de landen verbeteren, aldus Recourt. Hij vroeg of de staatssecretaris bereid is een dergelijk onderzoek voor te bereiden en te financieren.

Volgens D66-senator Dittrich snakken de landen zelf ook naar goed, degelijk bestuur. D66 vindt het logisch dat daaraan Nederlands belastinggeld wordt besteed. Men moet wel aan kwaliteitsnormen voldoen en gemaakte afspraken moeten worden nagekomen, ook door Nederland, stelde Dittrich. Zijn fractie vindt het belangrijk om er samen met de drie landen uit te komen. Hij wilde weten hoe de staatssecretaris aankijkt tegen het proces rondom de Coho-voorstellen (die voortijdig naar buiten zijn gekomen - red.) en de daarbij horende landspakketten. Volgens hem lijken de drie landen in Caribisch Nederland dit als een aanval en als een dictaat te beschouwen. Over de geschillenregeling wilde Dittrich weten wanneer de Kamer antwoord krijgt op de door de vaste Kamercommissie voor Koninkrijksrelaties gestelde vragen. Volgens Dittrich heeft de coronacrisis pijnlijk blootgelegd dat er behalve toerisme meer diversiteit in de economie nodig is. Hij wilde van de staatssecretaris weten hoe die de economische toekomst van de landen en van Caribisch Nederland ziet. Dittrich begreep dat er een grote conferentie tussen de vier landen op komst is. Hij riep het kabinet op daar niet alleen over bestuurlijke verandering te praten, maar ook over culturele diversiteit.

Ook CDA-senator Oomen-Ruijten stond stil bij de coronacrisis 'die boven op de crisis komt die de eilanden al getroffen heeft'. Nederland doet volgens haar ondanks alles nog heel veel in het gebied. De economieën van de eilanden zijn bijzonder afhankelijk van toerisme. Armoede en voedselhulp geven is een, maar wanneer er armoede is komen er ook andere problemen, aldus Oomen, zoals onvoldoende zorg voor kinderen en toenemende criminaliteit onder jongeren. Om de economie er weer bovenop te krijgen zijn volgens Oomen extra steunmaatregelen nodig. Toen het coronavirus de eilanden ontwrichtte, is Nederland ingesprongen 'en zo hoort het ook', aldus Oomen. Binnen het Koninkrijk moeten we solidair, zo stelde zij. Ze heeft bewondering voor de manier waarop de staatssecretaris heeft geprobeerd door te pakken. Hij stuurt ook op meer verantwoordelijkheid voor de democratieën daar en dat is volgens Oomen nodig. Het is goed dat gewerkt wordt aan het terugdringen van armoede en het verhogen van het sociaal minimum. Nu moet ok nog iets worden gedaan aan het verdienvermogen van de eilandbewoners, volgens Oomen: "Daar is hervorming voor nodig. Want het uiteindelijke streven van ons allen is echte autonomie."

VVD-senator Van der Burg stelde dat de afgesproken hervormingen nagekomen moeten worden, maar dat de landen daarbij over zichzelf gaan, daar gaat Nederland niet over. Hij is het met de eerdere sprekers eens dat meer aandacht nodig is voor de koninkrijksrelaties. Over de huidige situatie van corona op Curaçao zei Van der Burg dat het goed is dat de andere landen in het Koninkrijk solidariteit laten zien. De gevolgen van de coronacrisis zijn groot, zowel op de korte termijn als op de lange termijn. Hij riep de staatssecretaris op goed te kijken hoe Nederland de andere landen daarin kan helpen. Van der Burg vroeg de staatssecretaris naar een inschatting van de situatie op Sint Eustatius, drie jaar na het ingrijpen aldaar.

Volgens SGP-senator Schalk moet Nederland zeer bescheiden zijn gezien de chaos die in het Europees deel van het Koninkrijk is ontstaan na de recente Tweede Kamerverkiezingen. Schalk zei het moeilijk te vinden in die situatie een beleidsdebat te voeren over de andere koninkrijksdelen. Hij vroeg de staatssecretaris aan te geven hoe hij werkt aan een goede balans tussen niet te veel bemoeienis en financiële ondersteuning. Schalk zou een drieslag willen aanbrengen: stabiliseren, normaliseren en democratiseren. Hij vroeg hoe de staatssecretaris op dit moment de stand van zaken duidt op basis van deze drieslag. Schalk besloot zijn bijdrage met de opmerking dat het goed zou zijn 'als de geschillen over de geschillenregeling eindelijk beslecht kunnen worden'.

PvdD-senator Nicolaï sprak zijn verbazing uit over hoe Aruba, Curaçao en Sint Maarten onder druk zijn gezet in de zomer van 2020. Hij stelde de kwestie van de rechtmatigheid aan de orde: de landen kregen deze zomer te horen dat er alleen steun kwam als zij wetten die ze zelf hadden aangenomen zouden aanpassen. Volgens Nicolaï werd zo onder dwang een kruisje gezet onder een overeenkomst waardoor volksvertegenwoordigingen hun wetten moesten aanpassen. "Wij hebben toch niet het recht om de Arubaanse wetgever onze wens op te leggen?" aldus Nicolaï. Ook wilde hij weten waarom de staatssecretaris met het Coho-voorstel is gekomen: "Wie de statutaire beginselen hoog heeft zitten komt toch niet met het Coho-voorstel, het is een vorm van powerplay ." Volgens Nicolaï gebeurt dergelijk powerplay normaal tussen staten plaats, maar gaat het hier om vier landen die samen een staat vormen. Hij vroeg of de staatssecretaris kon uitleggen wat het rechtstreeks verband is tussen het toezeggen van hulp en het stellen van voorwaarden.

Volgens OSF-senator Raven is dit debat te veel omvattend, te laat en te afstandelijk. "Bij alle problemen die er al zijn is er ook nog een demissionair kabinet en gisteren nog het terugtreden van regeringscommissaris op Sint Eustatius Marnix van Rij," aldus Raven. Hij wilde weten hoe het met de liquiditeit van Sint Maarten zit: "Wat is hun status als het gaat om aantrekken van eigen leningen en eigen kapitaal?" Raven kreeg het gevoel dat op veel plekken de dijk lekt en dat de gaten weer snel gedicht moeten worden. OSF is er voorstander van dat het parlement nog dit jaar in actie komt en besluiten neemt om lijnen uit te zetten zodat het Caribisch deel van het Koninkrijk uit de crisis komt.

Reactie staatssecretaris

Staatssecretaris Knops ging in zijn reactie uitgebreid in op de situatie in de zomer van 2020. Hij lichtte toe dat Nederland tegen de landen heeft gezegd: "Wij gaan graag met jullie dit traject aan, maar wel onder voorwaarden." Volgens Knops zijn die voorwaarden bedoeld om de situatie in de landen zelf beter te maken, zoals armoedebestrijding. Hij kon zich voorstellen dat sommige politici daarover chagrijnig waren, maar zei het gedaan te hebben in het belang van de eilandbewoners. Volgens Knops was hervorming niet alleen de wens van de Nederlandse regering, maar ook van de andere regeringen in het Koninkrijk. Knops zei tot slot dat hij het nieuwe kabinet zou willen aanraden om koninkrijksbeleid sterker te verankeren in de verschillende ministeries en niet alleen bij de bewindspersoon die koninkrijksrelaties gaat beheren.



Deel dit item: