Motie tijdens debat Verzamelwet Brexit



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 19 maart met minister Blok (Buitenlandse Zaken) over de Verzamelwet Brexit waarmee het kabinet onaanvaardbare gevolgen voor burgers en bedrijven in verband met de Brexit wil voorkomen. Tijdens het debat uitten een aantal senatoren grote zorgen over het zogenaamde artikel X uit het wetsvoorstel dat de regering in noodsituaties verregaande bevoegdheden geeft. De Kamer stemt dinsdag 26 maart over het wetsvoorstel en een motie van senator Van Apeldoorn (SP) over een duidelijke inkadering van noodsituaties.

De Eerste Kamer had op 5 maart de Raad van State om zogenoemde Voorlichting (advies) gevraagd over de rechtmatigheid van dit artikel in het wetsvoorstel. Het antwoord van de Raad van State was voor sommigen Eerste Kamerleden toereikend, anderen waren nog steeds van mening dat artikel X een aantasting van de parlementaire democratie vormt.

Senator Van Apeldoorn (SP) diende daarom tijdens het debat een motie in waarin hij de regering verzocht de noodsituaties waarop zij artikel X van toepassing acht nader te specificeren, en artikel X niet in werking te laten treden voordat zij deze nadere invulling heeft voorgelegd aan beide Kamers. Minister Blok van Buitenlandse Zaken die het wetsvoorstel namens de regering verdedigde ontraadde de motie.

Andere Kamerleden vroegen de minister hoe het kabinet na de Brexit gaat investeren in de relatie tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland, hoe goed overheden en bedrijven opgeleid en geprepareerd zijn, en waarom bepaalde terreinen, zoals justitie en veiligheid, niet opgenomen zijn in de Verzamelwet en andere wel, zoals sociale zekerheid en zorg.

Over het wetsvoorstel

Dit verzamelwetsvoorstel bevat volgens de regering noodzakelijke aanpassingen van Nederlandse wetgeving in verband met het proces van uittreding van het Verenigd Koninkrijk op 29 maart 2019 uit de Europese Unie, de zogenaamde Brexit. Dit voorstel is bedoeld om onaanvaardbare gevolgen voor burgers en bedrijven in verband met de Brexit te voorkomen.

Met dit voorstel worden twee categorieën wijzigingen voorgesteld. Ten eerste: wijzigingen die nodig zijn ongeacht het tijdstip waarop de Brexit gaat plaatsvinden en ten tweede: wijzigingen die rekening houden met onvoorspelbare uitkomsten van de onderhandelingen. Voor deze tweede categorie van wijzigingen zijn aanvullende wettelijke voorzieningen nodig om te zorgen dat snel gehandeld kan worden. Het gaat hier met name over de (mogelijke) gevolgen voor burgers uit het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie in het kader van de Zorgverzekeringswet en op het terrein van de sociale zekerheid.

Daarnaast kan de regering met dit wetsvoorstel bij onvoorziene en onverwachte resultaten van de onderhandelingen snel (tijdelijke) maatregelen nemen die afwijken van de bestaande regelgeving.

Dit bericht wordt nog aangevuld.


Deel dit item: