De Eerste Kamer heeft in de plenaire vergadering van dinsdag 18 december stil gestaan bij het overlijden op 26 augustus jongstleden op 58-jarige leeftijd van Martin van Beek, senator voor de Partij Voor de Vrijheid. Hij was lid van de Eerste Kamer van 2 oktober 2012 tot 9 juni 2015 en van 28 maart 2017 - met twee tussenpozen wegens ziekte - tot aan zijn overlijden afgelopen zomer.

In 2011 werd de heer Van Beek actief voor de PVV. Hij maakte zich zorgen over de islamisering van Nederland, de grote rol van de Europese Unie en de toekomst van zijn kinderen en kleinkinderen. Op 2 oktober 2012 werd hij voor de PVV lid van de Eerste Kamer. Hij werd lid van de commissies voor Financiën, voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening, voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en voor Economische Zaken. Toen hij in 2017 opnieuw lid werd van de Eerste Kamer, nam hij zitting in de commissies voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, voor Europese Zaken en voor Financiën.

Voorzitter Ankie Broekers-Knol: "In zijn maatschappelijke en politieke leven was de heer Van Beek - in zijn eigen woorden - 'een harde werker die voor zijn mening stond'. Hij geloofde in de kracht van mensen en dat het ieders verantwoording is naar eigen kunnen zelf vorm te geven aan het leven."

Vicepremier Kajsa Ollongren zei namens de regering: "Als iemand zo plotseling en menselijkerwijs gesproken veel te vroeg uit het leven wordt weggerukt, dan komt het verlies extra hard aan. Uw Kamer heeft in Martin van Beek een gewaardeerd lid verloren."


Deel dit item: