Debat deconstitutionalisering CdK en burgemeester



Dinsdag 13 november behandelde de Eerste Kamer het initiatiefvoorstel Deconstitutionalisering benoeming commissaris van de Koning en burgemeester. Dit initiatiefvoorstel van het Tweede Kamerlid Rob Jetten (D66) beoogt de benoeming van de burgemeester en de commissaris van de Koning uit de Grondwet te halen. Hiermee krijgt de wetgever de vrijheid de aanstellingswijze vast te stellen. Stemming over het wetsvoorstel en twee ingediende moties is voorzien voor dinsdag 20 november a.s.

Een aanzienlijk deel van de Kamer uitte haar zorgen over het ontbreken van een alternatief wanneer de benoeming uit de Grondwet wordt gehaald. Ook richtten de zorgen van de senatoren zich op het mogelijk verdwijnen van de onafhankelijkheid van met name de burgemeester wanneer er niet langer sprake is van een zogenaamde kroonbenoeming. Tot besluit betrof een deel van de zorgen het nut en de noodzaak van het voorstel. De voorstanders van het wetsvoorstel zagen in het voorstel vooral een stap richting directe democratie waardoor de kloof tussen burgers en politiek verkleind kan worden.

Tijdens de beantwoording van de vragen van de Kamer probeerde Jetten de zorgen weg te nemen. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties trad op als adviseur namens het kabinet, omdat zij de wet ten uitvoer zal moeten brengen wanneer het voorstel wordt aangenomen. Haar belangrijkste boodschap: ook het kabinet is van mening dat de benoeming niet in de Grondwet thuishoort.

Uiteindelijk werden tijdens het debat twee moties ingediend. CDA-senator Rombouts diende met steun van VVD, D66 en ChristenUnie een motie in waarbij verzocht werd om bij een nieuwe aanstellingswijze te waarborgen dat enerzijds de gemeenteraad aan het hoofd van het gemeentebestuur staat en anderzijds dat de positie van de burgemeester onafhankelijk blijft. Zowel de indiener als de minister omarmden deze motie. De tweede motie kwam van senator Schalk en verzocht de indiener het wetsvoorstel aan te houden en verzocht de regering eerst met een toekomstvisie op de lokale en provinciale democratie te komen. De indiener zag af van aanhouden en de minister ontraadde de motie omdat zij van mening is dat een dergelijke visie geen taak van het kabinet is.

De minister zegde wel toe uiterlijk vrijdag 16 november a.s. een brief naar de Kamer te sturen met daarin een duiding namens het kabinet van de inhoud van de motie-Rombouts.

Over de Grondwetswijziging

Met de bekendmaking van de wet van 24 juni 2015, houdende verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot de deconstitutionalisering van de benoeming van de commissaris van de Koning en de burgemeester (zie ook dossier 33.239) is de eerste lezing van dit Grondwetsvoorstel afgerond. Het initiatiefvoorstel Jetten bevat de tweede lezing voor het wijzigen van de Grondwet.

De Grondwet schrijft voor dat na de bekendmaking van een verklaringswet (overwegingswet) - en ontbinding van de Tweede Kamer - een tweede lezing van het Grondwetsvoorstel plaatsvindt. Als de eerste lezing als initiatiefwetsvoorstel aanhangig is gemaakt - zoals in dit geval - is het sinds de jaren 70 van de vorige eeuw gebruikelijk dat ook het wetsvoorstel in tweede lezing door één of meer leden van de Tweede Kamer in procedure wordt gebracht. Met het oog hierop is het onderhavige wetsvoorstel aanhangig gemaakt.

Impressie debat

Volgens senator Van Hattem (PVV) moet deze grondwetswijziging doorgaan. De PVV kiest bewust voor de gekozen burgemeester en commissaris van de Koning. Voor de partij is zoveel mogelijk directe democratie vanaf het begin van de PVV een van de uitgangspunten. Van Hattem vond het dan ook jammer dat Jetten niet direct een voorstel voor een gekozen burgemeester heeft gedaan. De fractie ziet het voorstel als eerste stap naar de gekozen burgemeester en zal het voorstel steunen.

D66-senator Engels bepleitte de vraag naar eventuele vervolgstappen open te benaderen. Voor Engels is het van belang dat er duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de voorliggende deconstitutionalisering en hoe daarna de aanstelling van de burgemeester en de commissaris van de Koning vorm zou moeten krijgen. Wat de D66-fractie betreft kan met de deconstitutionalisering niet worden gewacht tot er een totale visie ligt.

Namens de VVD-fractie wilde senator Huijbregts weten hoe de onafhankelijkheid in een andere aanstellingswijze geborgd kan worden. Met name het ontbreken van een alternatief voor de benoeming door de kroon viel de VVD-fractie zwaar. Huijbregts gaf aan dat zij hoopte dat de deconstitutionalisering in een bredere context komt te staan dan alleen het argument dat het 'uit de tijd is'. Huijbregts gaf tevens aan dat er binnen de VVD-fractie drie in aantal ongeveer gelijke stromingen zijn. De eerste groep senatoren is principieel tegen de voorgestelde wijziging omdat er geen maatschappelijk dringende redenen zijn. Een ander deel van de VVD-fractie twijfelt omdat ze het zicht op het einddoel mist. De overige leden vinden de oogst schraal, maar de argumenten van de initiatiefnemer voor de voorgestelde wijziging valide.

De GroenLinks-fractie heeft principiële, rechtsstatelijke zorgen. GroenLinks-senator Lintmeijer wees erop dat in het verleden meerdere pogingen gedaan zijn om de benoeming uit de Grondwet te halen. Voor GroenLinks zou een direct door burgers gekozen burgemeester of Commissaris een te grote stap zijn. Volgens Lintmeijer wijzigt dit de relatie tussen commissaris van de Koning en Provinciale Staten en tussen burgemeester en gemeenteraad. Directe verkiezing zou de kwetsbaarheid van de burgemeester mogelijk vergroten. Niettemin is de GroenLinks-fractie van mening dat de aanstellingswijze niet dwingend in de Grondwet hoeft te worden opgenomen.

Senator Nagel (50PLUS) vroeg zich af of de situatie zal veranderen of dat alles bij het oude blijft, ook als het voorstel wordt aangenomen. Nagel noemde de politieke situatie in Nederland alarmerend en de kloof tussen politiek en burgers groter dan ooit. De 50PLUS-fractie is voorstander van directe democratie en zal het wetsvoorstel steunen. Nagel betreurt het dat de gekozen burgemeester niet in het regeerakkoord is opgenomen. Hij vreest dat in de praktijk weinig zal veranderen als het voorstel wordt aangenomen.

SP-senator Köhler stelde vast dat ook met dit voorstel nog steeds geen sprake is van een democratisch gekozen burgemeester. Volgens Köhler is aanwijzing door de raad, zoals nu de praktijk is, ook niet democratisch. Inwoners worden onwetend gehouden, aldus Köhler. De SP is dan ook voorstander van het uit de Grondwet halen van de benoeming. Hij wilde wel een bevestiging van Jetten en de minister dat een Amerikaans systeem van een 'presidentiële' burgemeester met verregaande bevoegdheden wordt uitgesloten.

Volgens senator Ten Hoeve (OSF) moet een Grondwetswijziging een zinvol beoogd doel hebben. De OSF-senator ziet in de huidige procedure in de praktijk geen problemen, ook niet in de toekomst. Als wijzigen geen aanwijsbaar doel dient, waarom zou je dan wijzigen, aldus de OSF-senator. Om deze voorgestelde deconstitutionalisering materieel gezien zinvol te laten zijn, moet volgens Ten Hoeve wel gekozen worden voor de direct gekozen burgemeester.

Volgens senator Schalk (SGP) is het voorstel 'gerommel' in de grondwet zonder dat er een gedegen voorstel aan gekoppeld is. De SGP-fractie maakt zich zorgen om de positie van de gekozen burgemeester op momenten waarop het er om gaat spannen. Volgens Schalk is de kroonbenoeming de meest krachtige en hoogst mogelijke benoeming. De SGP wil dat de burgemeester boven de partijen staat, en niet afhankelijk van partijen is. Schalk diende in tweede termijn, samen met PvdA, PvdD en OSF, een motie in waarin hij de indiener verzocht het wetsvoorstel aan te houden en verzocht de regering eerst met een toekomstvisie op de lokale en provinciale democratie te komen.

Voor CDA-senator Rombouts ligt geleidelijke erosie van het lokaal bestuur op de loer. Daarom is alertheid zeker geboden, aldus Rombouts. Hij wilde weten of Jetten bewust de discussie over wat moet gebeuren na de deconsitutionalisering uit de weg is gegaan. Voor verkiezing van de commissaris van de Koning is volgens CDA-fractie al helemaal geen dringende noodzaak. Rombouts vroeg de initiatiefnemer en de minister hoe ze de bijzondere staatsrechtelijke positie van beide functies zien in het geval zij gekozen zouden worden. In tweede termijn diende Rombouts mede namens VVD, D66 en CU een motie in met kaders waarbinnen een toekomstig voorstel voor de gekozen burgemeesters zou moeten blijven. Rombouts gaf ook dat het denken bij hem en in zijn partij zodanig is veranderd dat de CDA-fractie voor het voorstel kan stemmen als de motie wordt aangenomen.

Senator Van Leeuwen (PvdD) - die haar maidenspeech hield - wees erop dat het wel of niet kunnen kiezen van hun burgemeester niet het grootste probleem is dat burgers ervaren. Burgers maken zich meer zorgen over de veiligheid, het afvalbeleid en of er genoeg groen in de gemeente is. Volgens Van Leeuwen blijft het vreemd dat bijna alle burgemeesters lid zijn van een politieke partij en dat VVD, PvdA en CDA daarin onevenredig dominant zijn, terwijl de meeste burgers dat niet zijn. De PvdD-senator wilde van Jetten weten of hij niet liever wachten op het advies van de Staatscommissie Parlementair Stelsel dat volgende maand komt.

Senator Vlietstra (PvdA) benadrukte dat haar fractie niet principieel tegen het wijzigen van een grondwetartikel is. Ook is de PvdA-fractie het met de indiener eens dat versterking van het zeggenschap van burgers absoluut nodig is. De PvdA is voor de gekozen burgemeester via de gemeenteraad, zoals dat nu gebeurt. Vlietstra wilde weten wat de dwingende dan wel maatschappelijke noodzaak voor het voorstel is. Het verdient de voorkeur, aldus Vlietstra, om eerst eindbeeld vast te stellen. Zolang dat er niet is zal de PvdA-fractie tegen dit voorstel zijn. De PvdA-fractie ziet de grondwetswijziging als eindpunt en niet als begin.

ChristenUnie-senator Kuiper haalde oud-senator Willem Witteveen aan die schreef: "Slow law is de kunst van het wetgeven." Volgens Kuiper moet de eigenlijke kunst van het wetgeven in dit geval nog beginnen. Het wordt met dit voorstel overgelaten aan de gewone wetgever. De ChristenUnie steunt de huidige benoemingswijze. Het huidige hoofdschap van de gemeenteraad van de burgemeester moet ongeschonden blijven en er moet geen apart politiek mandaat voor de burgemeester komen, aldus Kuiper. Tot besluit wilde hij van Jetten weten of hij heeft overwogen om de benoeming van de burgemeester uit de Grondwet te halen, en de commissaris van de Koning niet.


Deel dit item: