Eerste Kamer stemt in met tijdelijke wet Sint Eustatius



De Eerste Kamer heeft dinsdag ingestemd met de Tijdelijke wet taakverwaarlozing Sint Eustatius van staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). De tijdelijke wet behelst een voorziening in het bestuur van het openbaar lichaam Sint Eustatius: Nederland neemt het bestuur over op het eiland vanwege ernstige taakverwaarlozing van het huidige bestuur. Alle fracties in de Eerste Kamer steunden het wetsvoorstel.

De meeste fracties erkenden dat de tijdelijke wet een zwaar bestuurlijk middel is, maar waren overtuigd van de noodzaak van de stappen die de staatssecretaris wil nemen, gelet op de ernst van de taakverwaarlozing van het bestuur op Sint Eustatius. Met name de bevolking van het Caribisch eiland - formeel een Openbaar Lichaam binnen het Koninkrijk der Nederlanden - mag niet langer de dupe worden van de bestuurlijke situatie. Diverse fracties wezen ook op de rol van de Nederlandse regering die er de afgelopen jaren - bijvoorbeeld door onenigheid tussen departementen - niet in is geslaagd bijvoorbeeld een goede aanpak te kiezen voor de bestrijding van armoede en de gebrekkige infrastructuur op het eiland. Senator Ganzevoort (GroenLinks), voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties van de Eerste Kamer, noemde tijdens het debat de maatregel ‘legitiem en noodzakelijk’. 

Eerste Kamervoorzitter Ankie Broekers-Knol had op verzoek van de staatssecretaris, gehoord het College van Senioren, besloten tot een spoedprocedure. Dit betekende in dit geval dat de Eerste Kamer binnen een dag debatteerde en stemde over het wetsvoorstel. 

Het dossier over de tijdelijke wet vindt u hier.

Impressie debat

Senator Kok (PVV) herhaalde de conclusies uit het rapport van de commissie van wijzen dat er sprake is van een staat van wetteloosheid op Sint Eustatius. Het bestuur keert zich af van de rechts- en staatsorde. Kok stelde dat het wanbestuur niets nieuws is. Hij wilde van de staatssecretaris weten waarom het plan van aanpak uit 2015 niet van de grond is gekomen. Volgens de PVV-senator heeft Nederland te lang aan de kant gestaan. Is dit niet het instrument dat al veel eerder uit de kast had moeten worden getrokken, wilde hij weten. Andere vragen aan de staatssecretaris waren of hij een concrete schets kan geven van de te nemen maatregelen. Waar ligt het zwaartepunt van besluitvorming? Kan het zijn dat het langer gaat duren dan twee jaar? Wat zijn de kosten van de benodigde maatregelen? Kok wil tegelijk de optie van volledige autonomie in kaart brengen. Hij vroeg de staatssecretaris wat hij zich voorstelt bij een meer inhoudelijk gesprek over autonomie. Waarom geen aansluiting zoeken in de regio? De PVV-fractie zal dit voorstel steunen, maar wel met enige reserves.

Senator Van Kappen (VDD) noemde de tijdelijke wet een 'zeer forse ingreep'. De noodzaak om als ultimum remedium het bestuur van Sint Eustatius terzijde te schuiven, is volgens de VVD-fractie overduidelijk aangetoond. Aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit is voldaan en het ingrijpen valt naar het oordeel van de fractie binnen het kader van de Grondwet en is in overeenstemming met de internationale verdragen. Wel maakt Van Kappen zich zorgen over het feit dat de dieper liggende onevenwichtigheden die ten grondslag liggen aan de bestuurlijke problematiek niet kunnen worden opgelost met wetgeving alleen. De oorzaak van de onevenwichtigheid van de samenleving wordt mede veroorzaakt door de kleinschaligheid. De VVD-senator stelde met nadruk ook de rol van de Nederlandse regering aan de kaak. Nederland is wel degelijk medeschuldig aan de ontstane situatie en heeft de zaken veel te lang op zijn beloop gelaten, aldus Van Kappen. Omdat de Tweede Kamer al de nodige vragen heeft gesteld over het voorliggende wetsvoorstel en de staatssecretaris die voldoende heeft beantwoord, had hij geen verdere vragen meer. De VVD-fractie zal voor het wetsvoorstel stemmen.

Senator Ester (CU) betoogde dat Sint Eustatius zichzelf bestuurt als ware het een autonoom land binnen het Rijk. Hij wilde van de staatssecretaris weten of sprake is van strafbaar gedrag van het bestuur en zo ja, hoe hiermee wordt omgegaan. De bewoners zijn het slachtoffer en Nederland heeft deze onaanvaardbare situatie te lang gedoogd, aldus Ester. De fractie van de ChristenUnie begrijpt dat het kabinet zich gedwongen ziet in te grijpen. Wel vroeg Ester de staatssecretaris of andere alternatieven dan bestuurlijke curatele zijn overwogen, welke bevoegdheden de regeringssecretaris krijgt en hoe hij ondersteund wordt. Ook wilde hij weten of de staatssecretaris het eens is met de ChristenUnie dat een snelle en zichtbare aanpak van de verwaarloosde overheidsvoorzieningen nodig is en welk budget daarvoor beschikbaar is. Op basis van welke criteria bepaalt de staatssecretaris dat de commissaris de klus geklaard heeft? En hoe gaat het kabinet de bestuurlijke ingreep communiceren met de bevolking van Sint Eustatius? De ChristenUnie betreurt het zeer dat deze onvermijdelijke maatregel moet worden genomen.

Senator Ganzevoort (GroenLinks) stelde dat hoewel het totaalbeeld schokkend is, er weinig verrassingen in staan voor wie de situatie op Sint Eustatius een beetje volgt. Persoonlijk machtsstreven, intimidatie en discriminatie zijn structurele ondermijners van de rechtsstaat geworden. Volgens Ganzevoort is de kern van de motivatie voor dit wetsvoorstel dat het lokale bestuur niet langer aanspreekbaar is op de wettelijke verhoudingen en verantwoordelijkheden. Daarmee is het onmogelijk geworden om de problemen aan te pakken en naar een verbetering toe te werken. Dat maakt het wetsvoorstel legitiem en noodzakelijk. Hij vroeg de staatssecretaris te reageren op het advies van de Raad van State om de afbouw van de ingreep niet cold turkey te doen, maar langs de weg van de geleidelijkheid. Ook wilde Ganzevoort weten of de staatssecretaris bereid is om de criteria en indicatoren door middel van kwartaalrapportages stap voor stap inzichtelijk te maken, zodat ze ook deel worden van het staatsrechtelijk gewenste toezicht op de afbouw van een uitzonderlijke interventie als deze. Hij vroeg wie de griffier van het kiescollege wordt (een omissie in de wet). De GroenLinks-fractie komt tot de conclusie dat dit wetsvoorstel legitiem en noodzakelijk is en meent ook dat het een effectieve ingreep kan zijn, mits er wordt ingezet op de fysieke, sociale en democratische wederopbouw van het eiland.

Senator Van Bijsterveld (CDA) stelde dat haar fractie van oordeel is dat het wetsvoorstel formeel en materieel gelegitimeerd is. Voor het CDA is geen andere conclusie mogelijk. Deze tijdelijke voorziening is nodig in het belang van de eilandbewoners. Van Bijsterveld deelt de inschatting van de staatssecretaris dat rekening moet worden gehouden met een periode van twee jaar om tot een bestendig en duurzaam begin te komen. Ze had enkele vragen aan de staatssecretaris: is er een overgangsregime? Kan in zo'n overgangssituatie in het huidige wetsvoorstel worden voorzien? Van Bijsterveld ging ook in op de relatie tussen Sint Eustatius en Nederland. Zonder een gezonde verhouding tussen het eiland en Nederland is een duurzame, bestendige verhouding niet mogelijk. Ze wil graag op een later moment ook een uitgebreide discussie. Tot besluit wees Van Bijsterveld er op dat niet iedereen op Sint Eustatius over een kam moet worden geschoren.

Senator Meijer (SP) wilde een helder antwoord van de regering hoe het kan dat zaken zolang op hun beloop werden gelaten. Het antwoord op een gebrekkig of niet functionerende democratie moet toch niet minder democratie zijn? Waarom is ervoor gekozen de macht over te nemen en de verkiezingen uit te stellen tot minstens 2021 of misschien nog later, vroeg Meijer aan de staatssecretaris. Ze riep op vertrouwen te stellen in de bevolking en hen eerder naar de stembus te laten gaan, in plaats van een motie van wantrouwen: 'jullie kiezen de verkeerde mensen, en het kan nog wel jaren duren voor jullie weer je eigen bestuur mogen kiezen'. Ze wilde van de staatssecretaris weten wanneer hij denkt het bestuur weer over te dragen aan het lokale bestuur. Waaraan moet men voldoen, en wanneer is het goed genoeg? De SP-fractie is van mening dat nu iets moet gebeuren en betreurt dat dit nodig is. Meijer hoopt dat de situatie zo kort mogelijk duurt, dat het gesprek over een eventuele wens tot autonomie in de hele regio snel op gang komt en dat de mensen van Sint Eustatius zo snel mogelijk een betrouwbaar en functionerend bestuur kunnen kiezen.

Senator Koffeman (PvdD) sprak namens de zieke PvdD-senator Teunissen. Hij noemde het bestuurlijk ingrijpen een zware, maar ook noodzakelijke maatregel. De bestuurlijke verhouding met Nederland is bijzonder slecht, aldus Koffeman. Hij haalde onderzoek van de Universiteit Leiden aan waaruit blijkt dat slechts 20% van de bewoners in 2015 tevreden was met de status. Van de staatssecretaris vroeg hij meer inzicht op een aantal punten: aan wie legt de regeringscommissaris verantwoording af? Hoe gaat deze ondersteund worden? Hoe bouwen we vertrouwen op? Hoe gaan de bestuurders die nu aan de kant zijn geschoven bestraft worden? Koffeman zei dat de houding van Nederland gekenmerkt wordt door desinteresse. Nederland heeft verzaakt tot een sociaal minimum te komen, en tevens verzaakt om natuur en milieu te beschermen. De marine-ecosystemen van het eiland zijn kwetsbaar: daar is sprake van verwaarlozing van fysieke milieu. Koffeman vroeg naast de noden van mensen op het eiland ook aandacht voor verwaarlozing van dier, natuur en milieu. Hij was blij met de toezegging in de Tweede Kamer dat de regeringscommissaris ook hiermee belast wordt, maar wilde van de staatssecretaris weten hoe daaraan precies invulling wordt gegeven.

Senator De Graaf (D66) zei dat de spoedprocedure beperkend is voor een zorgvuldige parlementaire inbreng in het wetsvoorstel. In dit geval waren er overtuigende redenen te vinden om die spoed wel te betrachten, aldus De Graaf. De D66-fractie heeft geen enkele twijfel over de juistheid van deze conclusie en steunt de staatssecretaris in zijn aanpak. Wel heeft D66 nog enkele vragen. Is niet een cruciale voorwaarde dat vertrouwen moet bestaan in de aanwezigheid van een democratische en rechtsstatelijke cultuur? Dient de wetgever die met een zwaar middel ingrijpt niet ook betrokken te worden bij de beslissing om aan dat regime weer een einde te maken? De Graaf riep de staatssecretaris op de coördinatie krachtig ter hand te nemen en wetgeving te bevorderen die hem en zijn ministerie een doorslaggevende bevoegdheid geven in de sturing van het rijksbeleid voor de BES-eilanden, zoals de afdeling Advisering van de Raad van State heeft voorgesteld. Hij wilde weten of de regeringscommissaris op enig moment in die functie zou kunnen stappen zodat de coördinatie en overgang naar een regulier bestuur wordt gefaciliteerd of zou die rol kunnen worden weggelegd voor een toekomstig gezaghebber? Dat zou een daadwerkelijk faciliterend beleid van Nederland zijn: ruimhartig in voorzieningen, een forse investering in de fysieke staat van het eiland en een beter armoedebeleid dat recht doet aan de omstandigheden op Sint Eustatius, Bonaire en Saba, aldus De Graaf.

Senator Vlietstra (PvdA) noemde de situatie op Sint Eustatius 'buitengewoon ernstig'. De leden van de PvdA-fractie steunen het wetsvoorstel. De situatie is dermate ernstig dat zij ervan overtuigd zijn dat ingrijpen op basis van deze tijdelijke wet noodzakelijk is. Van belang daarbij is om naast de bevolking van Sint Eustatius te gaan staan, aldus Vlietstra. Ze wees erop dat het 'tijdelijke wetsvoorstel' ook daadwerkelijk 'tijdelijk' moet zijn en vroeg de staatssecretaris of hij kan aangeven aan welke criteria tenminste moet zijn voldaan om terug te kunnen keren naar de normale situatie. Is zijn verwachting dat uiterlijk in 2021 op het eiland verkiezingen gehouden kunnen worden? De PvdA-fractie verwacht urgentie van het kabinet en hoort graag van de staatssecretaris wat hij gaat doen om snel tot zichtbare resultaten te komen, welk tijdpad daar bij hoort en hoe hij de bevolking van Sint Eustatius gaat betrekken. Vlietstra betoogde dat snel een debat moet worden gevoerd over de bestaande vormgeving van de verhouding tussen Europees en Caribisch Nederland. Voorkomen moet worden dat wij, aan deze kant van de oceaan, overgaan tot de orde van de dag, aldus de PvdA-senator.

Senator Ten Hoeve (OSF) zei dat een ingrijpend voorstel als dit in het parlement op grote steun moet rekenen. Wat OSF betreft, is die steun er. Het belang van de bevolking van Sint Eustatius is het meest concrete en meest verdedigbare argument voor ingrijpen, aldus Ten Hoeve. Hij vindt het van belang dat het ingrijpen snel op steun van de bewoners kan rekenen. Een deel van de onvrede komt immers ook voort uit de manier van omgaan met het eiland en het beslist niet kleiner geworden armoedeprobleem, volgens de OSF-senator. Hij betoogde dat het probleem breder is dan alleen Sint Eustatius en alleen kan worden opgelost door naar de andere eilanden te kijken. Het is een grote verantwoordelijkheid voor de staatssecretaris, voor de regering en voor heel Nederland, besloot Ten Hoeve.

Senator Schalk (SGP) stelde dat het rapport van de commissie van wijzen om een reactie van de regering vraagt, meer nog, om actie van de verantwoordelijke bewindspersoon, dus van deze staatssecretaris. De SGP-fractie brengt daar een drieslag in aan: stabiliseren, normaliseren, democratiseren. Hij wilde weten of de staatssecretaris op bezoek gaat bij de andere eilanden om toelichting te geven en hen te verzekeren van het feit dat dergelijk ingrijpen niet aan de orde is als gewerkt wordt binnen de normale rechtsorde. Een van de kritiekpunten is dat het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te weinig regie voert. Is die conclusie juist, vroeg Schalk. Hij wilde weten wat de staatssecretaris en de regering gaan doen om de regie te pakken en of de staatssecretaris kan toezeggen op welke termijn hier een plan van aanpak ligt. Hoe gaat de staatssecretaris om met de volgende verkiezingen, indien blijkt dat het te vroeg is om het normale democratische proces in gang te zetten? De maatregelen zijn stevig, maar de SGP-fractie acht ze noodzakelijk.

Senator Nagel (50PLUS) deelde de opvatting dat het bestuur van Sint Eustatius niet in staat en niet bereid is gebleken de nodige verbeteringen aan te brengen en dat de voorgestelde maatregelen zo snel mogelijk moeten worden getroffen. Om goed en betrouwbaar over te komen en het geheel niet het aanzien van een coup te geven, is een goede voorlichting aan en een goede verstandhouding met de bevolking van groot belang, aldus Nagel. Hij vroeg de staatssecretaris hoe hij bij zijn bezoek aan Sint Eustatius deze voorlichtingscampagne gaat starten. Ook wilde hij weten of er sprake kan zijn van strafbare feiten en of dit tot vervolgingen kan leiden. Nagel zei dat het noodzakelijke ingrijpen op Sint Eustatius voor velen toch onverwacht komt. Ook hoort hij dat op een ander eiland het bestuur niet geheel volgens de regels gaat. Hij wilde weten of de staatsecretaris kan aangeven of er wel of niet reden tot enige ongerustheid is. Tot besluit vroeg Nagel of de staatssecretaris de echte oplossingen binnen een breder perspectief over de toekomst van de eilanden ziet.

Reactie staatssecretaris Knops (Koninkrijksrelaties)

In zijn antwoorden op de vragen van de senatoren, gaf Knops allereerst aan dat zijn ambtsvoorganger, minister Plasterk, een commissie van wijzen heeft ingesteld, die hij bijzonder erkentelijk is voor hun rapport. Na lezing van het rapport en na een bezoek aan de eilanden was zijn conclusie dat er geen opties meer zijn. Knops liet weten dat er budget is, maar de plannen niet worden uitgevoerd. Het komt er nu op aan om samen met de maatschappelijke adviesraad in beeld te brengen wat de noden zijn.

De staatssecretaris zegde toe dat hij in de brief die hij in juni aan beide Kamers zal sturen, zal uiteenzetten welke set van criteria, doelstellingen worden ontwikkeld, waarbinnen weer terug kan worden gegaan naar een genormaliseerde situatie. Op de vraag of er niet zo snel mogelijk weer verkiezingen zouden moeten plaatsvinden, antwoordt Knops dat je vanwege de kleinschaligheid op Sint Eustatius het risico loopt dat er opnieuw een sfeer van intimidatie met volmachtstemmen ontstaat. Knops zei dat het democratisch deficit niet kan worden weggenomen, maar dat je het in informele zin wel een plek kunt geven door de mensen die in de maatschappelijke adviesraad zitten een rol te geven in de advisering van de regeringscommissaris.

Wat betreft het sociaal minimum liet de staatssecretaris weten dat hij erover heeft gesproken met staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken). Zij kan het proces niet versnellen, maar is wel bereid flankerende maatregelen te nemen in het geval van Sint Eustatius. Op de vraag wat de regeringscommissaris precies gaat doen, antwoordde Knops dat hij alle taken krijgt die nu worden vervuld door het eilandsbestuur, het bestuurscollege en de gezaghebber. Ter ondersteuning zullen er mensen naar het eiland gaan vanuit de vakdepartementen. De staatssecretaris gaf aan dat de regering probeert ambtelijke kwaliteit en capaciteit in te vliegen om de mensen op Sint Eustatius te helpen.

In antwoord op vragen van meerdere senatoren of er strafrechtelijke vervolging zal plaatsvinden, zei Knops dat dat niet aan hem is, maar aan het OM. Het kan wel zo zijn dat de regeringscommissaris tegen zaken aanloopt waarvan hij zegt: dit kan niet. Dan kan er aangifte worden gedaan en is het aan het OM te bepalen of er wel of niet strafrechtelijk onderzoek volgt.

Met het wetsvoorstel dat nu voorligt, schetst de regering een kader waarin een aantal zaken nog niet is ingevuld. Als er behoefte aan is en het wordt gedragen, dan zal de wetgeving worden aangepast en komen en wijzigingsvoorstellen, aldus Knops. Op het ontbreken van een regeling in de tijdelijke wet voor een griffier als ondersteuner van het kiescollege, liet de staatssecretaris weten dat dit een terecht punt is van de Kamer. Hij stelde voor dit in een reparatiewet mee te nemen. 


Deel dit item: