Debat over minimumnormen voor rechten, ondersteuning en bescherming van slachtoffers



De Eerste Kamer heeft dinsdag 21 februari 2017 gedebatteerd met minister Blok (Veiligheid en Justitie) over De Implementatie van een EU- richtlijn voor minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare feiten. De richtlijn biedt een kader waarbinnen de lidstaten - ongeacht het delict of de omstandigheden - rekening moeten houden met de uiteenlopende behoeften van slachtoffers. Het doel is om slachtoffers van strafbare feiten te voorzien van de informatie, ondersteuning en bescherming die zij nodig hebben om aan de strafprocedure deel te kunnen nemen. 

Senator Ruers (SP) diende tijdens het debat een motie in die de regering verzoekt om op korte termijn mogelijk te maken dat slachtoffers zelfstandig hoger beroep kunnen instellen bij het Hof of de Hoge Raad. Minister Blok gaf aan dat de zorg van slachtoffers erg belangrijk is, maar dat het niet verstandig is om dit onderwerp los te trekken van de totale herziening van het strafprocesrecht die nog op handen is. Hij ontraadde de motie.

Op dinsdag 7 maart 2017 wordt over het wetsvoorstel en de motie gestemd.

Ongedocumenteerde slachtoffers

Senator Strik (GroenLinks) merkte op dat harmonisatie van de hulp aan slachtoffers een logisch gevolg is van de harmonisatie van het strafrecht zelf. Strik vroeg specifiek naar de opvang voor ongedocumenteerde slachtoffers. Officieel mogen de lidstaten geen onderscheid maken naar verblijfsstatus, maar het is nog niet zeker hoe ze hier in de praktijk mee omgaan. Bovendien sluit de Wet maatschappelijke ondersteuning niet-rechtmatig verblijvenden uit. De senator vroeg of de minister bereid is om deze wet in overeenstemming te brengen met de richtlijn. Strik pleitte er ook voor dat er voldoende geregistreerd en gemonitord wordt, zodat er tijdig kan worden ingegrepen als de uitsluitingspraktijk te hardnekkig doorwerkt, en zodat Nederland kan aantonen dat de richtlijn wordt nageleefd. Verder vroeg zij of slachtoffers ook aan het meewerkcriterium (meewerken aan terugkeer naar land van herkomst) moeten voldoen. De bewijslast voor het slachtofferschap en het meewerken aan terugkeer moet volgens senator Strik bij de overheid liggen.

Capaciteit politie

Senator Ruers (SP) betoogde dat slachtoffers in Nederland onvoldoende bescherming krijgen. De politie heeft onvoldoende capaciteit om hun rechten te honoreren. Ruers haalde een rapport aan van regioburgemeesters en het Openbaar Ministerie, waarin wordt opgeroepen om de politie dringend kwantitatief en kwalitatief te versterken. In een goed functionerende rechtsstaat is het volgens de senator niet acceptabel dat  slachtoffers in meer dan 80 procent van de gevallen met lege handen achterblijven. Rechten van slachtoffers zouden - indien nodig - zelfs juridisch afdwingbaar moeten zijn. Ook zouden zij de mogelijkheid moeten hebben om hoger beroep in te stellen.  

Implementatie

Minister Blok (Veiligheid en Justitie) gaf aan dat deze richtlijn kan worden geïmplementeerd zonder het aanpassen van bestaande nationale wetgeving. Slachtoffers die zijn uitgeprocedeerd kunnen volgens de minister verblijven in een vrijheidsbeperkende locatie. Dit is in lijn met het internationale vreemdelingenrecht. Deze groep is verplicht om mee te werken aan terugkeer naar het land van herkomst. Alleen in bijzondere omstandigheden (geestelijke gesteldheid) kan de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie hier een uitzondering voor maken. Als deze slachtoffers niet meewerken, wordt hen geen opvang geboden. Slachtoffers die nog in de aanvraagprocedure zitten voor een verblijfsvergunning worden door de gemeente opgevangen. Zij verblijven immers rechtmatig in Nederland. Voor hen geldt geen verplichting om mee te werken aan terugkeer. De minister zegde toe om te onderzoeken of er door de implementatie van de richtlijn knelpunten ontstaan voor slachtoffers van huiselijk geweld.

Verder gaf de minister aan dat het aantal slachtoffers van criminaliteit daalt. Het is echter mogelijk dat de cijfers over criminaliteit geen goed beeld geven. De minister zegde toe dat hij de Eerste Kamer per brief zal informeren hierover. Voor de investeringen in opsporing en vervolging wordt volgens minister Blok extra geld vrijgemaakt in 2017. Over de periode daarna kan pas na de verkiezingen een voorspelling worden gedaan. 


Deel dit item: