Drie wetsvoorstellen over olie- en gaswinning aanvaard



De Eerste Kamer heeft dinsdag 20 december 2016 gedebatteerd met minister Kamp (Economische Zaken) over drie wetsvoorstellen rondom olie- en gaswinning. De wetsvoorstellen werden aan het einde van het debat aangenomen.

Senator Pijlman (D66) diende tijdens het debat een motie in die de regering verzoekt om de pilot met een opkoopregeling voor beschadigde woningen voort te zetten. Minister Kamp gaf aan dat een opkoopregeling weliswaar een goede rol kan vervullen, maar dat eerst de evaluatie van de pilot moet worden afgewacht. De minister liet het oordeel over de motie aan de Kamer. De motie werd unaniem aanvaard.

Senator Teunissen (PvdD) diende tijdens het debat een motie in die de regering verzoekt om gaswinning in werelderfgoed-gebieden en Natura2000-gebieden afhankelijk te maken van expliciete toestemming van het parlement. Minister Kamp ontraadde deze motie. De motie werd verworpen. De fracties van GroenLinks, PvdD en SP stemden voor.

Senator Verheijen (PvdA) diende tijdens het debat een motie in die de regering verzoekt om de doorzettingsmacht van de Nationaal Coördinator Groningen bij schadeafhandeling te versterken. Minister Kamp gaf aan dat er op dit moment al een voorstel bij de Raad van State ligt, dat in juli 2017 zou kunnen worden afgerond. De minister liet het oordeel over deze motie aan de Kamer. De motie werd unaniem aanvaard.

Juridisering

Senator Flierman (CDA) vroeg in het debat of de minister tevreden is over het proces van afhandelen van schades en of het denkbaar is dat het Centrum Veilig Wonen op termijn onafhankelijk en zelfstandig over schadeafhandeling kan beslissen. Flierman betoogde ook dat er een reëel gevaar is dat de NAM (Nederlandse Aardolie Maatschappij) het proces steeds verder zal juridiseren. De senator vroeg of de omkering van de bewijslast een verlichting of een verzwaring zal zijn voor de inwoners van het schadegebied. De senator merkte op dat de schadevergoeding in sommige gevallen niet meer in verhouding staat tot de economische waarde van de huizen. Het zou volgens Flierman dan ook voor de hand liggen om deze woningen via de opkoopregeling uit de markt te nemen.    

Verder vroeg de senator of het gebied van het Groningenveld in het wetsvoorstel 34390 voldoende is afgebakend. Uitbereiding van het werkingsgebied gaat de CDA-fractie te ver. Ook mag het niet zo zijn dat het wetsvoorstel afbreuk doet aan bestaande mogelijkheden voor aansprakelijkstelling van exploitanten. Flierman vroeg of het wel wenselijk is dat de veiligheidsbeoordeling van mijnbouwactiviteiten op drie verschillende momenten in de procedure plaatsvindt. De senator bekritiseerde dat de extra afwegingscriteria bij de opsporings- en winningsvergunning in een novelle zijn opgenomen. Deze novelle vloeit niet voort uit een debat met de Eerste Kamer of uit gewijzigde inzichten van de regering zelf, maar uit de behandeling in de Tweede Kamer. Daarmee schrijft de minister volgens senator Flierman staatsrechtelijke geschiedenis.  

Fossiel land

Senator Pijlman (D66) merkte op dat de schadeafhandeling in Groningen opmerkelijk moeizaam verloopt. Vanuit het oogpunt van de individuele burger is dit onbegrijpelijk. Pijlman vroeg wanneer er met de verstevigingsoperatie van woningen wordt begonnen en wanneer het gebied veilig is voor bewoners. De NAM moet volgens Pijlman geheel uit het schadeafhandelingstraject worden gehaald. De senator vroeg ook om de regeling voor het opkopen van huizen weer open te stellen zodat burgers geholpen kunnen worden die feitelijk geen kant op kunnen. Volgens Pijlman is Nederland nog steeds een erg fossiel land. Er is dan ook veel voor nodig om over te schakelen naar duurzame energie. De senator complimenteerde de minister met zijn inzet voor wind op zee en vroeg of het Slochterenveld ook kan worden ingezet voor duurzame energieopwekking. Pijlman betoogde tot slot dat een economisch programma dat de klimaatafspraken uit Parijs dichterbij brengt dringend noodzakelijk is.  

Beperkte omkering bewijslast

Senator Vos (GroenLinks) gaf aan dat haar fractie betreurt dat het wetsvoorstel voor de omkering van de bewijslast zich beperkt tot fysieke schade als gevolg van gaswinning in het Groningenveld. Vos vroeg waarom er voor deze specifieke gevallen is gekozen voor een omkering van de bewijslast. De beperking tot alleen fysieke schade is volgens Vos een inbreuk op de beginselen van het algemene aansprakelijkheidsrecht en de gelijkheidsbeginsel in de bescherming van eigendom. De senator vroeg ook waarom er niet al bij de aanvraag voor een opsporings- en winningsvergunning een beoordeling wordt gemaakt van de gevolgen voor milieu en veiligheid. Dit zou een grond moeten zijn om de aanvraag te weigeren. Gemeenten en waterschappen zouden volgens de senator ook in deze fase al betrokken moeten worden.

Vos vroeg de minister ook om te bevestigen dat een rechterlijk bewijsvermoeden ook mag worden gehanteerd voor schade die niet onder het wettelijk bewijsvermoeden valt. Ook vroeg de senator hoe projecten onder de 500 ton aardolie/500.000 kubieke meter gas per dag worden getoetst aan de EU-richtlijn voor ondergrondse bouw en diepboring. Tot slot betoogde de senator dat het jammer is dat er geen beperkingen worden opgelegd aan het winnen van delfstoffen uit de Waddenzee en Noordzeekustzone.                              

Schade voor burgers

Senator Dercksen (PVV) stelde dat het gas uit Groningen een voorname inkomstenbron voor Nederland is geweest. Hij betoogde dat zijn partij al jaren tevergeefs pleit voor een tegemoetkoming in de schade voor omwonenden. De senator uitte zorgen en kritiek over de manier waarop met getroffenen is omgesprongen. Zij hebben te weinig inspraak gehad in de besluitvorming en de procedures rond schadeloosstelling. De senator gaf aan dat zijn fractie voorstander is van het omkeren van de bewijslast. Dit zorgt ervoor dat getroffenen een sterkere positie hebben ten opzichte van de NAM. Dercksen vroeg of er een manier is om de verschillende organisaties die zich bezighouden met schadeloosstelling efficiënter te laten werken.

Inspraak gemeenten

Senator Kuiper (ChristenUnie) vroeg onder meer naar de gevolgen van Brexit op het veiligheidsregime op de Noordzee en wat de consequenties van het wetsvoorstel over offshore veiligheid zijn voor de visserij. Kuiper vroeg in hoeverre het nodig is om de gaswinning uit kleine velden voort te zetten en wellicht te intensiveren. Volgens de senator is het in elk geval van groot belang dat gemeenten en burgers van meet af aan betrokken zijn. De senator vroeg verder in welke gevallen opsporings- en winningsvergunningen marktordeningsinstrumenten zijn. Als dat zo is, dan zou de gemeente een sterkere positie moeten innemen in de procedure voor een winningsplan. In het omkeren van de bewijslast ziet Kuiper een belangrijk gebaar naar de burgers die ongevraagd en ongewild lijden onder de collectieve schade van de gaswinning.

Onrust en wantrouwen

Senator Meijer (SP) vroeg de minister om uit te leggen waarom de omkering van de bewijslast alleen voor fysieke schade in het Groningenveld geldt. Dit is volgens de senator niet in lijn met het gelijkheidsbeginsel. Bovendien biedt de omkering van de bewijslast geen oplossing voor de manier waarop de NAM met mensen omgaat. Door de NAM uit het schadeafwikkelingsproces te halen ontstaat er volgens de senator meer democratische controle en publiek vertrouwen in de overheid. De oplopende klachten over schadeafhandeling en aanhoudende aardbevingen zorgen voor veel onrust. De senator vroeg hoe de minister deze vertrouwensband beoogt te verstevigen. Meijer bepleitte het oprichten van een mijnschadefonds, waar huidige en voormalige mijnexploitanten een bijdrage aan leveren. De senator vroeg ook of hat huidige waarborgfonds genoeg gevuld is. Tot slot betoogde zij dat het voortzetten van 23 miljard kuub gaswinning per jaar onvoldoende is onderbouwd.    

Leefbare aarde

Senator Teunissen (PvdD) betoogde dat de grootste uitdaging van deze generatie is om de aarde leefbaar te houden. Zij gaf aan dat de wetsvoorstellen de veiligheid voor burgers beter waarborgen en dat de plannen voor mijnbouw voortaan beter worden onderbouwd. Ook de novelle voor de omkering van de bewijslast is een grote stap vooruit voor het vergoeden van fysieke schade aan gedupeerde Groningers. Zij betreurde dat het wetsvoorstel niet ook ziet op immateriële schade en schade in andere leefgebieden. Teunissen had graag gezien dat UNESCO-werelderfgoed-gebieden en Natura 2000-gebieden ook waren uitgesloten van mijnbouwactiviteiten. De senator vroeg hoe de minister ervoor gaat zorgen dat de staat de inkomsten uit Gronings gas gaat afbouwen.   

Stroperig proces

Senator Ten Hoeve (OSF) vroeg of het niet veel verstandiger zou zijn om de gaswinning (op termijn) terug te brengen naar 12 miljard kubieke meter per jaar. Het schadeherstel is volgens Ten Hoeve weliswaar goed geregeld op papier, maar wel ingewikkeld door de combinatie van een Centrum voor veilig wonen en een Nationaal Coördinator Groningen. Ook de rol van de NAM kan ertoe leiden dat het een stroperig proces wordt. De senator betreurde dat de omkering van de bewijslast alleen geldt voor fysieke schade en niet ook wordt toegepast op immateriële schade. Verder merkte de senator dat een opkoopregeling door NAM weliswaar kostbaar is, maar wel een goede oplossing zou zijn. Ook vroeg hij wanneer de versterkingsoperatie wordt afgerond en of er een substantieel aardgasfonds komt ten bate van de Provincie Groningen en haar bewoners.   

Grootste opgave 21e eeuw

Senator Verheijen (PvdA) betoogde dat het omkeren van de bewijslast ongetwijfeld tot vernieuwing in de jurisprudentie rondom aansprakelijkheid voor mijnbouw leidt. Het uitsluiten van immateriële schade zal zeker aanleiding geven tot debat. Verheijen gaf aan dat het van groot belang is dat er helderheid komt over de positie van de Nationaal Coördinator Groningen, met name waar het gaat om het afhandelen van schade. Verheijen vroeg ook naar de balans tussen veiligheidsbelang, gaswinning en het financieel belang. De energietransitie is volgens de senator één van de grootste opgaven van de 21e eeuw. Het ontbreekt echter aan lange termijn perspectief om dit mogelijk te maken. De senator vroeg of de minister bereid is om begin 2017 met de regiopartners te overleggen en voorstellen te doen aan de Groningers en de Staten-Generaal.

Het gedrag van de bodem

Senator Klip-Martin (VVD) hield in het debat haar maidenspeech. Zij betoogde dat benutting van de ondergrond een belangrijke rol speelt bij de overgang naar een duurzame energievoorziening. De mijnbouwwet was volgens de senator duidelijk toe aan een actualisering. De positie van het Staatstoezicht op de Mijnen is versterkt; het belang van de veiligheid voor inwoners wordt expliciet en structureel meegenomen in het besluitvormingsproces; en de advisering door provincies, gemeenten en waterschappen is beter geborgd. Het is nu vooral van belang dat er meer onderzoek komt naar het gedrag van de bodem en ondergrond bij geïnduceerde bevingen. Klip-Martin vroeg wanneer het kennisprogramma met de geplande inbreng van nationale en internationale wetenschappers en deskundigen een feit zal zijn. Ook vroeg zij naar de doorzettingsmacht van de Nationaal Coördinator Groningen tegenover andere overheden en de NAM.  

Energiezekerheid

Minister Kamp gaf aan dat hij het niet meer dan logisch vindt dat de veiligheidsmaatstaven voor offshore energieopwekking voortaan ook gaan gelden voor energieopwekking op het land. Het Staatstoezicht op de Mijnen kan volgens de minister onafhankelijk functioneren. De ministeriele verantwoordelijkheid voor deze toezichthouder blijft echter in stand. De minister gaf aan dat hij zorgt dat de toezichthouder geen inhoudelijke aanwijzingen geeft maar dat hij wel zorgt dat er voldoende middelen zijn om goed toezicht te houden. Over de transitie naar duurzame energie merkte de minister op dat de overstap alleen gemaakt kan worden als de energielevering gegarandeerd is. Minister Kamp gaf aan dat het in deze kabinetsperiode gelukt is om de hoeveelheid gas die in Groningen gewonnen wordt te halveren. Ook wordt er vol ingezet op energieonafhankelijkheid. De minister gaf aan dat de levering van gas aan omringende landen goed in kaart is gebracht.

De gaswinning in Groningen kan volgens de minister op dit moment niet verder worden teruggedraaid, omdat dit de energielevering in Nederland in gevaar zou brengen. Bovendien hebben grote schommelingen in de aardgaswinning grote gevolgen voor de seismiciteit (het aantal en de hevigheid van de aardbevingen). De minister merkte op dat de schadeafhandeling in 80 procent van de gevallen binnen acht weken verloopt. Hij betwistte dat de schade-afhandeling stagneert maar gaf wel aan dat er verbeteringen mogelijk zijn. Voor situaties waarbij snel ingegrepen moet worden is een calamiteitenfonds ingesteld. Dit fonds is recentelijk verruimd. De NAM stelt zich volgens de minister goed op in het proces rondom schadeafwikkeling. Het Centrum Veilig Wonen opereert in de toekomst volledig onafhankelijk van de NAM in het proces rond schadeloosstelling. De minister zegde toe om de Eerste Kamer te informeren over de voortgang van dit proces.

Een algemene opkoopregeling kan volgens de minister de huidige structuur van schadeloosstelling verstoren. Aan de hand van een pilot wordt bekeken wat een opkoopregeling kan doen om de situatie te verbeteren. De minister merkte op dat de natuur en milieueisen bij het verlenen van de opsporingsvergunning nog niet zwaar getoetst worden. Daarna gaan deze eisen steeds zwaarder wegen. Hoe ingrijpender de boringen, hoe zwaarder de veiligheidseisen. De minister gaf aan dat hij niet van plan is om werelderfgoed-gebieden en Natura2000-gebieden op voorhand uit te sluiten van gaswinning.


Deel dit item: