Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2008/0237(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0250/2009

Ingediende teksten :

A6-0250/2009

Debatten :

PV 22/04/2009 - 13
CRE 22/04/2009 - 13

Stemmingen :

PV 23/04/2009 - 8.7
CRE 23/04/2009 - 8.7
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2009)0281

Aangenomen teksten
Donderdag 23 april 2009 - Straatsburg Voorlopige uitgave
Rechten van autobus- en touringcarpassagiers ***I
P6_TA-PROV(2009)0281A6-0250/2009

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 23 april 2009 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende samenwerking tussen de nationale instanties die verantwoordelijk zijn voor handhaving van de wetgeving inzake consumentenbescherming (COM(2008)0817 – C6-0469/2008 – 2008/0237(COD))

(Medebeslissingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement ,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2008)0817),

–   gelet op artikel 251, lid 2 en artikel 71, lid 1 van het EG­Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C6-0469/2008),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie vervoer en toerisme (A6-0250/2009),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendement
Amendement 1
Voorstel voor een verordening - wijzigingsbesluit
Overweging 2 bis (nieuw)
(2 bis)  De lidstaten moeten de mogelijkheid hebben om stedelijke, voorstedelijke en regionale vervoersdiensten vrij te stellen van deze verordening indien zij voor een vergelijkbare bescherming van de passagiersrechten zorgen door alternatieve regelgevingsmaatregelen. Bij deze maatregelen moet rekening worden gehouden met passagiershandvesten voor multimodale openbaarvervoersnetwerken die de in artikel 1 van deze verordening genoemde kwesties omvatten. De Commissie moet onderzoeken of een reeks gemeenschappelijke passagiersrechten voor stedelijk, voorstedelijk en regionaal vervoer kan worden vastgesteld die alle vervoerswijzen omvat, en moet een verslag indienen bij het Parlement, zo nodig vergezeld van een wetgevingsvoorstel.
Amendement 2
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Overweging 2 ter (nieuw)
(2 ter)  De lidstaten moeten de ontwikkeling van passagiershandvesten voor stedelijke, voorstedelijke en regionale autobus- en/of touringcardiensten aanmoedigen waarin autobus- en/of touringcarondernemingen zich ertoe verbinden om de kwaliteit van hun dienstverlening te verbeteren en beter op de behoeften van hun passagiers in te spelen.
Amendement 3
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Overweging 2 quater (nieuw)
(2 quater)  Bij maatregelen van de EU ter verbetering van passagiersrechten in het autobus- en touringcarvervoer moet rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van deze sector, die vooral uit kleine en middelgrote ondernemingen bestaat.
Amendement 4
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Overweging 4 bis (nieuw)
(4 bis)  Passagiers die schade geleden hebben ten gevolge van een ongeval dat door een verzekeringsgarantie wordt gedekt, moeten in eerste instantie schadevergoeding als bedoeld in deze verordening eisen van de autobus- en/of touringcaronderneming en mogen slechts een beroep doen op de verzekeringsmaatschappij indien die onderneming in gebreke blijft.
Amendement 5
Voorstel voor een verordening - wijzigingsbesluit
Overweging 7 bis (nieuw)
(7 bis)  Autobus- en touringcarondernemingen moeten hun personeel een specifieke opleiding geven zodat zij gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit de nodige bijstand kunnen verlenen. Deze opleiding moet worden verstrekt in het kader van Richtlijn 2003/59/EG betreffende de vakbekwaamheid en de opleiding en nascholing van bestuurders van bepaalde voor goederen- en personenvervoer over de weg bestemde voertuigen. De lidstaten moeten de autobus- en touringcarondernemingen voor zover mogelijk steunen bij het opzetten en uitvoeren van passende opleidingsprogramma's.
Amendement 6
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Overweging 8
(8)  Bij beslissingen over het ontwerp van nieuwe terminals, en als onderdeel van grootschalige verbouwingen, moeten beheersorganen van terminals, waar mogelijk rekening houden met de behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit. Beheersinstanties van autobus- en touringcarterminals dienen plaatsen te voorzien waar deze personen zich kunnen aanmelden en bijstand kunnen vragen.
(8)  Bij beslissingen over het ontwerp van nieuwe terminals, en als onderdeel van grootschalige verbouwingen, moeten beheersorganen van terminals zonder uitzondering rekening houden met de behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit. Beheersinstanties van autobus- en touringcarterminals dienen plaatsen te voorzien waar deze personen zich kunnen aanmelden en bijstand kunnen vragen.
Amendement 7
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Overweging 8 bis (nieuw)
(8 bis)  Ook autobus- en/of touringcarondernemingen moeten met deze behoeften rekening houden wanneer zij beslissen over het ontwerp van nieuwe en gemoderniseerde voertuigen.
Amendement 8
Voorstel voor een verordening - wijzigingsbesluit
Overweging 8 ter (nieuw)
(8 ter)  De lidstaten moeten de bestaande infrastructuur verbeteren wanneer dat nodig is om autobus- en touringcarondernemingen in staat te stellen de toegankelijkheid voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit te garanderen en hun de nodige bijstand te verlenen.
Amendement 9
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Overweging 8 quater (nieuw)
(8 quater)  Maatregelen van de EU ter verbetering van onbelemmerde mobiliteit moeten prioritair een onbelemmerde toegang tot autobus- en touringcarterminals en -haltes bevorderen.
Amendement 10
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Overweging 8 quinquies (nieuw)
(8 quinquies)  Overeenkomstig de conclusies van het COST 349-project inzake de toegankelijkheid van touringcars en lange-afstandsbussen moet de Commissie maatregelen voor toegankelijke en in de gehele EU interoperabele infrastructuur in autobus- en touringcarterminals en -haltes voorstellen.
Amendement 81
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 2 – lid 2
2.  De lidstaten kunnen stedelijke, voorstedelijke en regionale vervoersdiensten die het voorwerp uitmaken van openbaredienstcontracten, vrijstellen van deze verordening wanneer die contracten een met deze verordening vergelijkbare bescherming van de passagiersrechten waarborgen.
2.  De lidstaten kunnen stedelijke en voorstedelijke vervoersdiensten die het voorwerp uitmaken van openbaredienstcontracten, vrijstellen van deze verordening wanneer die contracten een met deze verordening vergelijkbare bescherming van de passagiersrechten waarborgen.
Amendement 13
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 3 – punt 4
(4) "vervoersovereenkomst": een overeenkomst tussen een autobus- en/of touringcaronderneming of een door haar erkende verkoper van vervoerbewijzen en de passagier voor de levering van een of meer vervoerdiensten;
(4) "vervoersovereenkomst": een overeenkomst tussen een autobus- en/of touringcaronderneming en de passagier voor de levering van een of meer vervoerdiensten, ongeacht of het vervoerbewijs bij een vervoerder, touroperator of verkoper van vervoerbewijzen is gekocht ;
Amendement 14
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 3 – punt 6
(6) "verkoper van vervoerbewijzen": wederverkoper van autobus- en touringcardiensten die namens de autobus- en/of touringcaronderneming of voor eigen rekening vervoersovereenkomsten sluit en vervoerbewijzen verkoopt ;
(6) "verkoper van vervoerbewijzen": tussenpersoon die autobus- of touringcardiensten, met inbegrip van diensten die als onderdeel van een pakket worden verkocht, verkoopt namens een autobus- en/of touringcaronderneming of een touroperator ;
Amendement 15
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 3 – punt 7
(7) "touroperator": een organisator of doorverkoper in de zin van artikel 2, leden 2 en 3 , van Richtlijn 90/314/EEG;
(7) "touroperator": een organisator in de zin van artikel 2, lid 2 , van Richtlijn 90/314/EEG;
Amendement 16
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 3 – punt 11
(11) "annulering": het niet uitvoeren van een geregelde dienst waarop ten minste één plaats was geboekt.
(11) "annulering": het niet uitvoeren van een bepaalde geregelde dienst waarop ten minste daadwerkelijk één plaats was geboekt.
Amendement 17
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 3 – punt 12 bis (nieuw)
(12 bis) "toegankelijke vormen" : passagiers hebben toegang tot dezelfde informatie door middel van bijvoorbeeld tekst, braille, audio, video en/of elektronische vormen.
Amendement 18
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 6 – lid 1
1.  Overeenkomstig dit hoofdstuk zijn autobus- en/of touringcarondernemingen aansprakelijk voor de schade ten gevolge van het overlijden, dan wel lichamelijk of geestelijk letsel van de reiziger, veroorzaakt door een ongeval dat de reiziger is overkomen terwijl hij zich in de bus of de touringcar bevond of bij het in- en uitstappen van het voertuig en dat voortvloeit uit de exploitatie van het autobus- en touringcarvervoer.
1.  Overeenkomstig dit hoofdstuk zijn autobus- en/of touringcarondernemingen aansprakelijk voor de schade ten gevolge van het overlijden of letsel van de reiziger, veroorzaakt door een ongeval dat de reiziger is overkomen terwijl hij zich in de bus of de touringcar bevond of bij het in- en uitstappen van het voertuig en dat voortvloeit uit de exploitatie van het autobus- en touringcarvervoer.
Amendement 19
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 6 – lid 2
2.  De aansprakelijkheid van autobus- en/of touringcarondernemingen is financieel niet begrensd door de wet, een overeenkomst of een contract.
2.  De aansprakelijkheid wegens onrechtmatige daad van autobus- en/of touringcarondernemingen is financieel niet begrensd door de wet, een overeenkomst of een contract.
Amendement 82
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 6 – lid 3
3.  Voor schadevergoedingen tot 220 000 euro kan een autobus- en/of touringcaronderneming haar aansprakelijkheid niet uitsluiten of beperken door te bewijzen dat het de in lid 4, onder a), vereiste zorgvuldigheid aan de dag heeft gelegd.
3.  Voor schadevergoedingen tot 220 000 EUR per passagier kan een autobus- en/of touringcaronderneming haar aansprakelijkheid niet uitsluiten of beperken door te bewijzen dat zij de in lid 4, onder a) vereiste zorgvuldigheid aan de dag heeft gelegd, tenzij het totale bedrag van de vordering hoger is dan het bedrag dat overeenkomstig Richtlijn 84/5/EEG verplicht verzekerd is op grond van de nationale wetgeving van de lidstaat waar de autobus of touringcar gewoonlijk is gestald. In zo'n geval blijft de aansprakelijkheid beperkt tot dat bedrag .
Amendement 21
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 6 – lid 4 – letter a
(a) indien het ongeval is veroorzaakt door omstandigheden die geen verband houden met de exploitatie van de autobus- en touringcardiensten en die de autobus- en/of touringcaronderneming , ondanks het feit dat zij de in de specifieke omstandigheden vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen, niet kon vermijden en waarvan hij de gevolgen niet kon verhinderen;
(a) indien het ongeval is veroorzaakt door omstandigheden die geen verband houden met de exploitatie van de autobus- en touringcardiensten of die de vervoerder , ondanks het feit dat hij de in de specifieke omstandigheden vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen, niet kon vermijden of waarvan hij de gevolgen niet kon verhinderen;
Amendement 22
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 8 – lid 1
1.  In geval van overlijden, verwonding of elk ander lichamelijk of geestelijk letsel van de passagiers, dat is veroorzaakt door een ongeval in verband met de exploitatie van de autobus- en touringcardiensten, betaalt de autobus- en/of touringcaronderneming onverwijld, en ieder geval uiterlijk vijftien dagen nadat de identiteit van de schadevergoedingsgerechtigde natuurlijke persoon is vastgesteld, een voorschot dat toereikend moet zijn om de onmiddellijke economische noden te lenigen en dat evenredig is aan het geleden nadeel.
1.  In geval van overlijden of letsel van de passagiers, dat is veroorzaakt door een ongeval in verband met de exploitatie van de autobus- en touringcardiensten, en indien de passagier niet door enige andere reisverzekeringspolis is gedekt, betaalt de autobus- en/of touringcaronderneming onverwijld, en ieder geval binnen vijftien dagen nadat de identiteit van de schadevergoedingsgerechtigde natuurlijke persoon is vastgesteld, een voorschot dat toereikend moet zijn om de onmiddellijke economische noden te lenigen en dat evenredig is aan het geleden nadeel, mits er voldoende aanwijzingen zijn voor causaliteit die aan de vervoersonderneming te wijten is .
Amendement 23
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 8 – lid 3
3.  Een voorschot impliceert niet dat de aansprakelijkheid wordt erkend en mag worden verrekend met elk bedrag dat later op basis van deze verordening wordt uitgekeerd, maar behoeft niet te worden terugbetaald, tenzij de schade werd veroorzaakt door nalatigheid of schuld van de passagier, of wanneer degene die het voorschot ontvangen heeft, niet schadevergoedingsgerechtigd was.
3.  Een voorschot impliceert niet dat de aansprakelijkheid wordt erkend en mag worden verrekend met elk bedrag dat later op basis van deze verordening wordt uitgekeerd, maar behoeft niet te worden terugbetaald, tenzij de schade werd veroorzaakt door nalatigheid of schuld van de passagier, wanneer degene die het voorschot ontvangen heeft, niet schadevergoedingsgerechtigd was of wanneer de daadwerkelijk geleden schade lager was dan het betaalde voorschot .
Amendement 24
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 9 – lid 3
3.   Indien een autobus- en/of touringcaronderneming kan bewijzen dat de schade (mede) is veroorzaakt door de schuld of nalatigheid van de passagier, wordt zij volledig of gedeeltelijk ontheven van haar aansprakelijkheid ten aanzien van de klager voor zover die fout of nalatigheid de schade heeft veroorzaakt of daartoe heeft bijgedragen.
3.  Een autobus- en/of touringcaronderneming wordt niet aansprakelijk gesteld voor verlies of schade overeenkomstig de leden 1 en 2:
(a) indien het verlies of de schade is veroorzaakt door omstandigheden die geen verband houden met de exploitatie van de autobus- en touringcardiensten en die de autobus- en/of touringcaronderneming, ondanks het feit dat zij de in de specifieke omstandigheden vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen, niet kon vermijden en waarvan zij de gevolgen niet kon verhinderen;
(b) indien het verlies of de schade de schuld is van de passagier of door diens nalatigheid is veroorzaakt.
Amendement 25
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 11 – lid 1 – letter a
(a) wanneer dit noodzakelijk is om te voldoen aan de veiligheidseisen die in internationaal, communautair of nationaal verband zijn vastgesteld of om te voldoen aan de veiligheidseisen die zijn vastgesteld door de autoriteit die de exploitatievergunning aan de betrokken autobus- en/of touringcaronderneming heeft afgegeven;
Schrappen
Amendement 26
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 11 – lid 1 – letter b
(b) wanneer de afmetingen van het voertuig het instappen of vervoeren van de gehandicapte of persoon met beperkte mobiliteit fysiek onmogelijk maken.
(b) wanneer het ontwerp van het voertuig het instappen of vervoeren van de gehandicapte of persoon met beperkte mobiliteit fysiek of feitelijk onmogelijk maken.
Amendement 27
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 11 – lid 1 – letter b bis (nieuw) en alinea 2
(b bis) indien het voertuig of de infrastructuur op de plaats van vertrek of aankomst of onderweg niet adequaat uitgerust is om het veilige vervoer van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit te garanderen.
Indien een boeking wordt geweigerd op grond van de punten a) of b ) van het eerste lid, doet de vervoerder, zijn verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator redelijke inspanningen om de persoon in kwestie een aanvaardbaar alternatief aan te bieden.
Indien een boeking wordt geweigerd op grond van de punten b) of b bis) van het eerste lid, doet de vervoerder, zijn verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator redelijke inspanningen om de persoon in kwestie een aanvaardbaar alternatief aan te bieden.
Amendement 73
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 11 – lid 2
2.  Een gehandicapte of een persoon met beperkte mobiliteit aan wie de toegang tot het voertuig op grond van zijn handicap of mobiliteitsbeperking is geweigerd, heeft recht op terugbetaling en op een redelijk vervoersalternatief naar zijn bestemming binnen een vergelijkbare tijdsspanne.
2.  Een gehandicapte of een persoon met beperkte mobiliteit aan wie de toegang tot het voertuig op grond van zijn handicap of mobiliteitsbeperking is geweigerd, moet kunnen kiezen tussen het recht op terugbetaling en een redelijk vervoersalternatief naar zijn bestemming binnen een vergelijkbare tijdsspanne.
Amendement 29
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 11 – lid 3
3.   Onder dezelfde omstandigheden als die waarnaar in lid 1, onder a), wordt verwezen en wanneer dat strikt noodzakelijk is, kan een autobus- en/of touringcaronderneming, haar verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator verlangen dat een gehandicapte persoon of een persoon met beperkte mobiliteit wordt begeleid door een andere persoon die hem of haar de nodige bijstand kan verlenen.
3.  Wanneer dat strikt noodzakelijk is, kan een autobus- en/of touringcaronderneming, haar verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator verlangen dat een gehandicapte persoon of een persoon met beperkte mobiliteit wordt begeleid door een andere persoon die hem of haar de nodige bijstand kan verlenen indien :
a) de in lid 1, onder b) of b bis) genoemde voorwaarden van toepassing zijn; of
b) de bemanning van het voertuig in kwestie slechts uit één persoon bestaat die het voertuig bestuurt en niet in de mogelijkheid verkeert om de gehandicapte of de persoon met beperkte mobiliteit de in bijlage I genoemde bijstand te verlenen.
Amendement 30
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 11 – lid 4
4.  Wanneer een autobus- en/of touringcaronderneming, haar verkoper van vervoerbewijzen of een touroperator de in lid 1 bedoelde afwijking inroept, stelt hij of zij de gehandicapte of de persoon met beperkte mobiliteit onverwijld in kennis van de redenen daarvoor, of stelt deze hem of haar op verzoek binnen vijf dagen schriftelijk in kennis van de weigering een boeking te maken .
4.  Wanneer een autobus- en/of touringcaronderneming, haar verkoper van vervoerbewijzen of een touroperator de in lid 1 bedoelde afwijking inroept, stelt hij of zij de gehandicapte of de persoon met beperkte mobiliteit onverwijld in kennis van de redenen daarvoor, of stelt deze hem of haar op verzoek binnen vijf dagen na het verzoek schriftelijk in kennis.
Amendement 31
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 12 – lid 1
1.  Autobus- en touringcarondernemingen stellen, met de actieve betrokkenheid van de in artikel 27 bedoelde representatieve organisaties van gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit, niet-discriminerende toegangsregels vast voor het vervoer van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit teneinde aan de toepasselijke wettelijke veiligheidseisen te voldoen. Deze regels omvatten alle voorwaarden voor de toegang tot de betrokken autobus- en touringcardiensten, met inbegrip van de toegang tot de gebruikte voertuigen en de faciliteiten aan boord van het voertuig.
1.  Autobus- en touringcarondernemingen stellen, in samenwerking met de in artikel 27 bedoelde representatieve organisaties van gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit, niet-discriminerende toegangsregels vast voor het vervoer van gehandicapten, personen met beperkte mobiliteit en begeleiders teneinde aan de toepasselijke wettelijke veiligheidseisen te voldoen. Deze regels omvatten alle voorwaarden voor de toegang tot de betrokken autobus- en touringcardiensten, met inbegrip van de toegang tot de gebruikte voertuigen, de faciliteiten aan boord van het voertuig en de hulpmiddelen waarmee het is uitgerust .
Amendement 32
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 12 – lid 2
2.  De in lid 1 bedoelde regels worden door autobus- en/of touringcarondernemingen of hun verkopers van vervoerbewijzen minstens op het moment waarop de boeking wordt gemaakt op passende wijze en in dezelfde talen als die waarin de informatie voor alle passagiers in het algemeen wordt meegedeeld, bekendgemaakt. Bij de bekendmaking van die informatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit.
2.  De in lid 1 bedoelde regels worden door autobus- en/of touringcarondernemingen of hun verkopers van vervoerbewijzen minstens op het moment waarop de boeking wordt gemaakt in toegankelijke vormen en in dezelfde talen als die waarin de informatie voor alle passagiers in het algemeen wordt meegedeeld, bekendgemaakt. Bij de bekendmaking van die informatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit.
Amendement 33
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 12 – lid 3
3.  Op verzoek maken autobus- en/of touringcarondernemingen de internationale, communautaire of nationale wetgeving waarin de veiligheidsvoorschriften zijn vastgesteld en waarop de niet-discriminerende toegangsregels zijn gebaseerd, openbaar.
3.  Op verzoek maken autobus- en/of touringcarondernemingen onmiddellijk de internationale, communautaire of nationale wetgeving waarin de veiligheidsvoorschriften zijn vastgesteld en waarop de niet-discriminerende toegangsregels zijn gebaseerd, openbaar. Deze moet in toegankelijke vormen worden verstrekt.
Amendement 34
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 12 – lid 5
5.  Autobus- en/of touringcarondernemingen, hun verkopers van vervoerbewijzen of touroperators zorgen ervoor dat alle relevante informatie betreffende de reisvoorwaarden, het traject en de toegankelijkheid van de diensten in passende en toegankelijke vorm beschikbaar is voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, met inbegrip van online boekingen en informatie.
5.  Autobus- en/of touringcarondernemingen, hun verkopers van vervoerbewijzen of touroperators zorgen ervoor dat alle relevante informatie betreffende de reisvoorwaarden, het traject en de toegankelijkheid van de diensten, met inbegrip van online boekingen en informatie, in toegankelijke vormen beschikbaar is voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit en bij uitbreiding ook voor personen die door hun ouderdom of jonge leeftijd niet zonder bijstand kunnen reizen, alsook voor begeleiders .
Amendement 35
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 13 – lid 1
1.  Terminalbeheerders en autobus- en of touringcarondernemingen leveren voor, tijdens en na de reis gratis passende bijstand aan gehandicapten of personen met beperkte mobiliteit als bedoeld in bijlage I.
1.  Terminalbeheerders en autobus- en of touringcarondernemingen leveren voor, na en zo mogelijk tijdens de reis gratis passende bijstand aan gehandicapten of personen met beperkte mobiliteit als bedoeld in bijlage I. De bijstand wordt aangepast aan de individuele behoeften van de gehandicapte of de persoon met beperkte mobiliteit.
Amendement 36
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 14 – lid 1
1.  Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, bepalen de lidstaten in welke autobus- en touringcarterminals aan gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit bijstand moet worden verleend, rekening houdend met de behoefte aan een geografisch gespreide toegankelijkheid van het autobus- en touringcarvervoer. De lidstaten stellen de Commissie daarvan in kennis.
1.  Uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze verordening, bepalen de lidstaten in welke autobus- en touringcarterminals aan gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit bijstand moet worden verleend, rekening houdend met de behoefte aan een geografisch gespreide toegankelijkheid van het autobus- en touringcarvervoer. De lidstaten stellen de Commissie daarvan in kennis. De Commissie stelt een lijst van de aangewezen autobus- en touringcarterminals beschikbaar op internet.
Amendement 37
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 14 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Indien het gebruik van een erkende geleidehond noodzakelijk is, wordt dit toegestaan mits de autobus- en/of touringcaronderneming, de verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator hiervan overeenkomstig de toepasselijke nationale voorschriften voor het vervoer van geleidehonden op de hoogte is gebracht.
Amendement 38
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 15
Aan boord van het voertuig of bij het in- en uitstappen van de autobus of touringcar bieden autobus- en/of touringcarondernemingen aan gehandicapte personen of personen met beperkte mobiliteit kosteloos minstens de in deel b) van bijlage I bedoelde bijstand wanneer de betrokken persoon voldoet aan de in artikel 16 vastgestelde voorwaarden.
Bij het in- en uitstappen van de autobus of touringcar bieden autobus- en/of touringcarondernemingen aan gehandicapte personen of personen met beperkte mobiliteit kosteloos minstens de in deel b) van bijlage I bedoelde bijstand wanneer de betrokken persoon voldoet aan de in artikel 16 vastgestelde voorwaarden.
Amendement 39
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 16 – lid 1
1.  Autobus- en/of touringcarondernemingen, terminalbeheerders, verkopers van vervoerbewijzen en touroperators werken samen om ervoor te zorgen dat bijstand wordt verleend aan gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, op voorwaarde dat de autobus- en/of touringcaronderneming, de terminalbeheerder, de verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator minstens 48 uur voor het ogenblik waarop de bijstand moet worden verleend, in kennis wordt gesteld van de behoefte aan bijstand van de betrokkene.
1.  Autobus- en/of touringcarondernemingen, terminalbeheerders, verkopers van vervoerbewijzen en touroperators werken samen om ervoor te zorgen dat bijstand wordt verleend aan gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, op voorwaarde dat de autobus- en/of touringcaronderneming, de terminalbeheerder, de verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator minstens 24 uur voor het ogenblik waarop de bijstand moet worden verleend, in kennis wordt gesteld van de behoefte aan bijstand van de betrokkene, tenzij een kortere termijn wordt voorgesteld door degene die de bijstand verleent of wordt overeengekomen tussen degene die de bijstand verleent en de passagier .
Amendement 40
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 16 – lid 2
2.  Autobus- en/of touringcarondernemingen, terminalbeheerders, verkopers van vervoerbewijzen en touroperators nemen alle nodige maatregelen om de indiening van aanvragen om bijstand door gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit te faciliteren. Deze verplichting geldt voor al hun verkoopskanalen, met inbegrip van verkoop via telefoon en het internet.
2.  Autobus- en/of touringcarondernemingen, terminalbeheerders, verkopers van vervoerbewijzen en touroperators nemen alle nodige maatregelen om de indiening van aanvragen om bijstand door gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit te faciliteren. De passagier ontvangt een bevestiging dat zijn behoefte aan bijstand is gemeld. Deze verplichtingen gelden voor al hun verkoopskanalen, met inbegrip van verkoop via telefoon en het internet.
Amendement 41
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 16 – lid 4 – streepje 2
– uiterlijk 30 minuten voor de aangekondigde vertrektijd, indien geen tijdstip is meegedeeld .
indien geen tijdstip is meegedeeld, uiterlijk 30 minuten voor de aangekondigde vertrektijd, tenzij een ander tijdstip wordt voorgesteld door degene die de bijstand verleent of wordt overeengekomen tussen de passagier en degene die de bijstand verleent .
Amendement 42
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 16 – lid 6
6.  De in lid 5 bedoelde punten moeten duidelijk zijn aangeduid en op die plaatsen dient de belangrijkste informatie over de terminal en de geboden bijstand op een toegankelijke manier beschikbaar te zijn.
6.  De in lid 5 bedoelde aangewezen punten moeten duidelijk bewegwijzerd, toegankelijk en herkenbaar zijn voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, en op die plaatsen dient de nodige informatie over de terminal en de geboden bijstand in toegankelijke vormen beschikbaar te zijn.
Amendement 43
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 17 – lid 1
1.  Wanneer de verlening van bijstand is uitbesteed en een autobus- en/of touringcaronderneming, terminalbeheerder, verkoper van vervoerbewijzen of touroperator minstens 48 uur voor de aangekondigde vertrektijd een aanvraag om bijstand ontvangt, deelt hij of zij de relevante informatie uiterlijk 36 uur voor het aangekondigde tijdstip van vertrek van de autobus of touringcar mee aan de betrokken onderaannemer .
1.  Wanneer de verlening van bijstand is uitbesteed en een autobus- en/of touringcaronderneming, terminalbeheerder, verkoper van vervoerbewijzen of touroperator minstens 48 uur voor de aangekondigde vertrektijd een aanvraag om bijstand ontvangt, deelt hij of zij de relevante informatie op dusdanige wijze mee dat de betrokken onderaannemer de kennisgeving uiterlijk 36 uur voor het aangekondigde tijdstip van vertrek van de autobus of touringcar ontvangt .
Amendement 44
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 17 – lid 2
2.  Wanneer de verlening van bijstand is uitbesteed en bij een autobus- en/of touringcaronderneming, terminalbeheerder, verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator minder dan 48 uur voor de aangekondigde vertrektijd van de autobus of touringcar een aanvraag om bijstand wordt ingediend, deelt deze de relevante informatie zo snel mogelijk mee aan de betrokken onderaannemer .
2.  Wanneer de verlening van bijstand is uitbesteed en bij een autobus- en/of touringcaronderneming, terminalbeheerder, verkoper van vervoerbewijzen of de touroperator minder dan 48 uur voor de aangekondigde vertrektijd van de autobus of touringcar een aanvraag om bijstand wordt ingediend, deelt deze de relevante informatie op dusdanige wijze mee dat de betrokken onderaannemer de kennisgeving zo snel mogelijk ontvangt .
Amendement 45
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 18 – inleidende formule
Autobus- en/of touringcarondernemingen zorgen ervoor dat:
Autobus- en/of touringcarondernemingen en terminalbeheerders zorgen ervoor dat:
Amendement 46
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 19 – lid 1 – alinea 2
Zo nodig wordt al het mogelijke gedaan om zo snel mogelijk vervanguitrusting aan te bieden.
Zo nodig wordt al het mogelijke gedaan om zo snel mogelijk vervanguitrusting aan te bieden met dezelfde technische en functionele kenmerken als de verloren of beschadigde uitrusting .
Amendement 47
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 19 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Een autobus- en/of touringcaronderneming is niet aansprakelijk overeenkomstig lid 1:
(a) indien het verlies of de schade is veroorzaakt door omstandigheden die geen verband houden met de exploitatie van de autobus- en touringcardiensten en die de autobus- en/of touringcaronderneming, ondanks het feit dat zij de in de specifieke omstandigheden vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen, niet kon vermijden en waarvan zij de gevolgen niet kon verhinderen;
(b) indien het verlies of de schade de schuld is van de passagier of door diens nalatigheid is veroorzaakt.
Amendement 48
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 19 – lid 2
2.  Het bedrag van de op grond van dit artikel te betalen compensatie is niet begrensd .
2.  Het bedrag van de op grond van dit artikel te betalen compensatie komt overeen met de daadwerkelijk geleden schade .
Amendement 49
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – inleidende formule
Autobus- en/of touringcarondernemingen zijn aansprakelijk voor annuleringen en, voor reizen met een geplande duur van meer dan drie uur, vertragingen van meer dan twee uur bij vertrek. In die gevallen wordt aan de passagier ten minste:
Autobus- en/of touringcarondernemingen zijn aansprakelijk voor annuleringen, overboekingen en vertragingen van meer dan twee uur bij vertrek. Autobus- en/of touringcarondernemingen zijn alleen aansprakelijk voor annuleringen en vertragingen ten gevolge van omstandigheden waarover zij controle hebben. Zij zijn niet aansprakelijk voor vertragingen ten gevolge van files, grenscontroles en voertuigcontroles. In alle gevallen waarin ondernemingen aansprakelijk zijn, wordt aan de passagier ten minste:
Amendement 50
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – letter a
(a) alternatief vervoer geboden in redelijke omstandigheden of, wanneer zulks niet haalbaar is, informatie geboden over passende alternatieven van andere vervoersondernemingen;
(a) zonder extra kosten alternatief vervoer geboden in redelijke omstandigheden of, wanneer zulks niet haalbaar is, informatie geboden over passende alternatieven van andere vervoersondernemingen;
Amendement 51
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – letter c
Verordening
(c) het recht toegekend op een compensatie van 100% van de prijs van het vervoerbewijs indien de autobus- en/of touringcaronderneming geen alternatief vervoer of informatie biedt als bedoeld in punt a). De vergoeding wordt betaald binnen een maand na de indiening van het verzoek om schadevergoeding.
(c) bovenop de terugbetaling als bedoeld in punt b), het recht toegekend op een compensatie van 50% van de prijs van het vervoerbewijs indien de autobus- en/of touringcaronderneming geen alternatief vervoer of informatie biedt als bedoeld in punt a). De vergoeding wordt betaald binnen een maand na de indiening van het verzoek om schadevergoeding.
Amendement 52
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – letter c bis (nieuw)
(c bis) indien hij het aangeboden alternatieve vervoer aanvaardt, het recht toegekend op een compensatie van 50% van de prijs van het vervoerbewijs, zonder dat hij het recht op vervoer verliest. Onder de prijs van het vervoerbewijs worden de volledige kosten verstaan die de passagier betaalt voor het vertraagde deel van de reis. De vergoeding wordt betaald binnen een maand na de indiening van het verzoek om schadevergoeding;
Amendement 53
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – letter c ter (nieuw)
(c ter) maaltijden en dranken aangeboden die in verhouding staan tot de wachttijd, voor zover dit redelijkerwijs mogelijk is;
Amendement 54
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – letter c quater (nieuw)
(c quater) hotel- of ander verblijf en vervoer tussen de terminal en de plaats van het verblijf indien een overnachting nodig is voordat de reis kan worden voortgezet;
Amendement 55
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – letter c quinquies (nieuw)
(c quinquies) indien de autobus of touringcar buiten gebruik is, vervoer aangeboden tussen de plaats waar het onbruikbare voertuig staat en een geschikte wachtplaats of terminal vanwaar de reis kan worden voortgezet.
Amendement 56
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  In andere dan de in lid 1 bedoelde gevallen zijn autobus- en/of touringcarondernemingen aansprakelijk voor vertragingen van meer dan twee uur bij aankomst indien de vertraging te wijten is aan:
– de nalatigheid en de schuld van de bestuurder; of
– een technisch defect van het voertuig.
In die gevallen wordt aan de passagier ten minste:
(a) het recht toegekend op een compensatie van 50% van de prijs van het vervoerbewijs. Onder de prijs van het vervoerbewijs worden de volledige kosten verstaan die de passagier betaalt voor het vertraagde deel van de reis. De vergoeding wordt betaald binnen een maand na de indiening van het verzoek om schadevergoeding;
(b) bijstand geboden als bedoeld in lid 1, onder e), f) en g), van dit artikel.
Amendement 57
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 20 – lid 1 ter (nieuw)
1 ter.  Een autobus- en/of touringcaronderneming wordt van deze aansprakelijkheid vrijgesteld indien de annulering of vertraging aan een van de volgende oorzaken te wijten is:
(a) omstandigheden die geen verband houden met de exploitatie van de autobus- en touringcardiensten en die de autobus- en/of touringcaronderneming, ondanks het feit dat zij de in de specifieke omstandigheden vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen, niet kon vermijden en waarvan zij de gevolgen niet kon verhinderen;
(b) nalatigheid van de passagier; of
(c) het handelen van een derde dat de autobus- en/of touringcaronderneming, ondanks het feit dat zij de in de specifieke omstandigheden vereiste zorgvuldigheid in acht heeft genomen, niet kon vermijden en waarvan zij de gevolgen niet kon verhinderen.
Amendement 58
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 21 – lid 1
1.  Bij vertraging brengen autobus- en/of touringcarondernemingen of, desgevallend, de terminalbeheerders, zodra die informatie beschikbaar is, de passagiers op de hoogte van de verwachte vertrektijd en de verwachte aankomsttijd, doch uiterlijk 30 minuten na de geplande vertrektijd of één uur voor de voorziene aankomsttijd.
1.  Bij vertraging brengen autobus- en/of touringcarondernemingen of, desgevallend, de terminalbeheerders, zodra die informatie beschikbaar is, de passagiers op de hoogte van de verwachte vertrektijd en de verwachte aankomsttijd, doch uiterlijk 30 minuten na de geplande vertrektijd of één uur voor de voorziene aankomsttijd. Deze informatie wordt ook verstrekt in vormen die toegankelijk zijn voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit.
Amendement 59
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 22
Deze verordening mag passagiers er geenszins van weerhouden via de nationale gerechtelijke instanties een eis tot schadevergoeding in te dienen voor verliezen die het gevolg zijn van de annulering of de vertraging van een vervoersdienst .
Deze verordening is van toepassing onverminderd de rechten van een passagier op verdere compensatie . De uit hoofde van deze verordening toegekende compensatie kan op eventuele verdere compensatie in mindering worden gebracht.
Amendement 60
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 23
Autobus- en/of touringcarondernemingen ontwikkelen samen en in samenspraak met de belanghebbenden, brancheorganisaties, consumentenverenigingen en verenigingen van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit nationale en Europese regelingen. Deze maatregelen hebben tot doel de dienstverlening aan de passagiers te verbeteren, met name bij grote vertragingen en onderbreking of annulering van de reis.
Vervoerders ontwikkelen samen en in samenspraak met de belanghebbenden, brancheorganisaties, consumentenverenigingen en verenigingen van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit nationale en Europese regelingen. Deze maatregelen hebben tot doel de dienstverlening aan de passagiers te verbeteren, met name bij grote vertragingen en onderbreking of annulering van de reis, met prioriteit voor bijstand aan passagiers die bijzondere behoeften hebben ten gevolge van hun handicap, beperkte mobiliteit, ziekte, hoge leeftijd of zwangerschap, en bij uitbreiding ook jonge kinderen en begeleiders .
Bij lange vertragingen en onderbreking of annulering van de reis moet de bijstand er vooral in bestaan dat de passagiers zo nodig medische verzorging, eten en drinken wordt verstrekt, regelmatig de meest recente informatie wordt verschaft en eventueel alternatief vervoer of logies wordt aangeboden.
Amendement 61
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 24
Terminalbeheerders en autobus- en/of touringcarondernemingen verstrekken hun passagiers gedurende de volledige reis de nodige informatie in de meest geschikt vorm . Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit.
Terminalbeheerders en autobus- en/of touringcarondernemingen verstrekken hun passagiers gedurende de volledige reis de nodige informatie in toegankelijke vormen .
Amendement 62
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 25
Autobus- en/of touringcarondernemingen en terminalbeheerders moeten ervoor zorgen dat aan de passagiers uiterlijk bij het vertrek en tijdens de reis passende en begrijpelijke informatie wordt verstrekt over hun rechten uit hoofde van deze verordening. Deze informatie wordt meegedeeld in de meest geschikte vorm . Bij de bekendmaking van die informatie wordt bijzondere aandacht besteed aan de behoeften van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit. In deze informatie worden de contactgegevens vermeld van de door de lidstaten overeenkomstig artikel 27, lid 1, aangewezen handhavingsinstantie.
Autobus- en/of touringcarondernemingen en terminalbeheerders moeten ervoor zorgen dat aan de passagiers uiterlijk bij het vertrek en tijdens de reis passende en begrijpelijke informatie wordt verstrekt over hun rechten uit hoofde van deze verordening. Deze informatie wordt meegedeeld in toegankelijke vormen . In deze informatie worden de contactgegevens vermeld van de door de lidstaten overeenkomstig artikel 27, lid 1, aangewezen handhavingsinstantie.
Amendement 63
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 26 – lid 1
1.  Autobus- en/of touringcarondernemingen zetten een mechanisme op voor de behandeling van klachten met betrekking tot de onder deze verordening vallende rechten en verplichtingen.
1.  Autobus- en/of touringcarondernemingen zetten, voor zover dit nog niet bestaat, een voor alle passagiers, met inbegrip van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit, toegankelijk mechanisme op voor de behandeling van klachten met betrekking tot de onder deze verordening vallende rechten en verplichtingen.
Amendement 64
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 26 – lid 3 bis (nieuw)
3 bis.  Autobus- en/of touringcarondernemingen brengen jaarlijks verslag uit over het aantal en het onderwerp van de ontvangen klachten, het gemiddelde aantal dagen waarbinnen deze zijn beantwoord en de corrigerende maatregelen die zijn genomen.
Amendement 65
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 27 – lid 1
1.  Elke lidstaat wijst een of meer instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van deze verordening. Elke instantie neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de rechten van de reizigers worden gerespecteerd, met inbegrip van de in artikel 12 bedoelde regels inzake toegankelijkheid. Elke instantie is in haar organisatie, financieringsbeslissingen, rechtsstructuur en besluitvorming onafhankelijk van enige autobus- en/of touringcaronderneming .
1.  Elke lidstaat wijst een of meer instanties aan die verantwoordelijk zijn voor de handhaving van deze verordening. Elke instantie neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de rechten van de reizigers worden gerespecteerd, met inbegrip van de in artikel 12 bedoelde regels inzake toegankelijkheid. Elke instantie is in haar organisatie, financieringsbeslissingen, rechtsstructuur en besluitvorming onafhankelijk.
Amendement 66
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 27 – lid 2 bis (nieuw)
2 bis.  Deze instanties werken samen met representatieve organisaties van autobus- en touringcarondernemingen en consumenten, met inbegrip van representatieve organisaties van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit.
Amendement 67
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 28 – lid 1 – letter d
(d) geaggregeerde gegevens betreffende klachten;
(d) geaggregeerde gegevens betreffende klachten, met inbegrip van het gevolg dat daaraan is gegeven en de afhandelingstermijnen ;
Amendement 68
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 30
De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van deze bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen zo spoedig mogelijk mee.
De lidstaten stellen de regels vast voor de sancties die van toepassing zijn op overtredingen van deze verordening, en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat die regels worden toegepast. De vastgestelde sancties, waaronder eventueel een bevel tot betaling van compensatie aan de betrokkene, moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van deze bepalingen en delen eventuele latere wijzigingen zo spoedig mogelijk mee.
Amendement 69
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Artikel 33 – lid 2
2.  Zij wordt van toepassing [één jaar na haar inwerkingtreding].
2.  Zij wordt van toepassing [twee jaar na haar inwerkingtreding].
Amendement 70
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Bijlage I – letter b – streepje 5
– indien nodig , naar het toilet te gaan;
– indien mogelijk , naar het toilet te gaan;
Amendement 71
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Bijlage I – letter b – streepje 6
– een erkend geleidedier mee te nemen aan boord van de autobus of touringcar;
voor zover mogelijk, een erkend geleidedier mee te nemen aan boord van de autobus of touringcar;
Amendement 72
Voorstel voor een verordening – wijzigingsbesluit
Bijlage II – deel b – streepje 3
– technieken voor de begeleiding van blinde en slechtziende passagiers en voor de omgang met en het vervoer van erkende hulpdieren ;
– technieken voor de begeleiding van blinde en slechtziende passagiers en voor de omgang met en het vervoer van erkende geleidehonden, in het besef dat geleidehonden zijn opgeleid om uitsluitend de bevelen van hun baas te gehoorzamen en dat het niet aan het dienstdoende personeel is om met deze honden om te gaan ;
Laatst bijgewerkt op: 15 mei 2009Juridische mededeling