Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2096(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0271/2007

Ingediende teksten :

A6-0271/2007

Debatten :

PV 03/09/2007 - 17
CRE 03/09/2007 - 17

Stemmingen :

PV 04/09/2007 - 7.6
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0365

Aangenomen teksten
DOC 45k
Dinsdag 4 september 2007 - Straatsburg Definitieve uitgave
Vereenvoudiging van de regelgeving
P6_TA(2007)0365A6-0271/2007

Resolutie van het Europees Parlement van 4 september 2007 over een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving (2007/2096(INI))

Het Europees Parlement ,

–   gezien het interinstitutioneel akkoord "Beter wetgeven" van 16 december 2003(1) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 oktober 2000 over het verslag van de Commissie aan de Europese Raad: "De wetgeving verbeteren 1998 - Een gedeelde verantwoordelijkheid" en "De wetgeving verbeteren 1999(2) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 29 november 2001 over het Witboek van de Commissie "Europese governance"(3) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 8 april 2003 over de verslagen van de Commissie aan de Europese Raad "De wetgeving verbeteren 2000" en "De wetgeving verbeteren 2001"(4) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 26 februari 2004 over het verslag van de Commissie "Een betere wetgeving 2002"(5) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 9 maart 2004 over de mededeling van de Commissie over de vereenvoudiging en verbetering van de communautaire regelgeving(6) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 20 april 2004 over de toetsing van de impact van de communautaire regelgeving en de raadplegingsprocedures(7) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 mei 2006 over de strategie voor vereenvoudiging van de regelgeving(8) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 mei 2006 over "de wetgeving verbeteren 2004: toepassing van het subsidiariteitsbeginsel - 12e jaarverslag"(9) ,

–   onder verwijzing naar zijn resolutie van 16 mei 2006 over het resultaat van de screening van wetgevingsvoorstellen die bij de wetgever hangende zijn(10) ,

–   gezien het werkdocument van de Commissie van 14 november 2006 "Eerste voortgangsrapport inzake de strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving" (COM(2006)0690),

–   gelet op artikel 45 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A6-0271/2007),

A.   overwegende dat zowel de Commissie als de Raad en het Europees Parlement er inmiddels stelselmatig naar streven om de instrumenten ter vereenvoudiging van de wetgeving uit te voeren, te definiëren en te verbeteren,

B.   overwegende dat de vereenvoudiging van de wetgeving omwille van de duidelijkheid, de doeltreffendheid en de kwaliteit van de wetgeving een conditio sine qua non vormt voor de verwezenlijking van de doelstelling "Beter wetgeven", die op zijn beurt een van de prioritaire acties van de Europese Unie vormt om optimale groei en werkgelegenheid te waarborgen,

C.   overwegende dat een van de belangrijkste resultaten van de vereenvoudiging is dat deze geleidelijk wordt uitgebreid tot alle sectoren waarin de Gemeenschap als regelgever optreedt,

D.   overwegende dat de met het interinstitutioneel akkoord "Beter wetgeven" beoogde verplichtingen en doelstellingen met name betrekking hebben op de vereenvoudiging en de vermindering van de omvang van de communautaire wetgeving, alsook op de impact van deze wetgeving in de lidstaten,

E.   overwegende dat bovengenoemd werkdocument van de Commissie "een rechtstreeks vervolg [vormt] op mededeling (COM(2005)0535) van 25 oktober 2005 onder de titel "Uitvoering van het Lissabon-programma van de Gemeenschap: een strategie voor de vereenvoudiging van de regelgeving",

F.   overwegende dat genoemd werkdocument een nieuw lopend vereenvoudigingsprogramma voor de periode 2006-2009 bevat waarin maatregelen ter vereenvoudiging van de vorm worden aangekondigd die bestaan in 43 herschikkingen, 12 codificaties en 8 intrekkingen, alsook 46 andere maatregelen tot inhoudelijke vereenvoudiging, die generiek worden aangeduid als "herzieningen",

G.   overwegende dat er naast bovengenoemde vereenvoudigingsmaatregelen nog eens 500 nieuwe wetgevingsinitiatieven op het programma staan (waarvan ongeveer 200 alleen al in 2007) die vervat zijn in een apart lopend programma dat specifiek gewijd is aan codificaties,

H.   overwegende dat de Commissie verklaart dat het codificatieprogramma indicatief blijft, aangezien de voltooiing van het codificatieproject afhankelijk is van de beschikbaarheid van de te codificeren wetteksten in alle talen, en dat zij tevens schrijft dat codificatie moet worden uitgesteld wanneer nieuwe wijzigingen van de wetteksten worden overwogen, hetgeen betekent dat de volgorde van de in het lopend programma opgenomen codificaties naar het inzicht van de Commissie kan veranderen naar gelang van deze twee factoren,

I.   overwegende dat de Commissie in haar reeds aangehaalde werkdocument aankondigt dat zij in haar voorstellen stelselmatiger een toelichting zal opnemen om de nagestreefde vereenvoudigingsdoelstellingen beter uit te leggen,

J.   overwegende dat de succesfactoren voor de vereenvoudigingsinitiatieven bestaan in grondig onderbouwde methodologieën, die nog verbeterd worden dankzij de raadpleging van alle betrokken actoren en door het opstellen van sectorale analyses, nauwe samenwerking tussen de Commissie, het Europees Parlement en de Raad en meer gebruik van zelfregulering en coregulering,

K.   overwegende dat de op Europees niveau nagestreefde vereenvoudiging gepaard moet gaan met een passende vereenvoudiging op nationaal niveau, zodat de voordelen die de communautaire vereenvoudiging oplevert niet teniet worden gedaan door nationale regels of obstakels van technische aard,

1.   verzoekt de Commissie meer aandacht te besteden aan de uitvoering, toepassing en evaluatie van de Gemeenschapswetgeving, als een essentieel onderdeel van het "Beter wetgeven"-proces;

2.   is verheugd dat de vereenvoudigingsinitiatieven voor het eerst zijn opgenomen in het wetgevings- en werkprogramma van de Commissie voor 2007, waarmee duidelijk wordt aangegeven dat de vereenvoudigingsstrategie een beleidsprioriteit moet zijn;

3.   verzoekt de Commissie de vereenvoudigingsinitiatieven voortaan stelselmatig op te nemen in een apart onderdeel van haar wetgevings- en werkprogramma, daarbij te vermelden welke prioriteit zij aan elk afzonderlijk vereenvoudigingsinitiatief wil toekennen en te dien einde reeds in haar jaarlijkse beleidsstrategie aan het begin van het jaarlijks wetgevingsprogrammeringsproces haar vereenvoudingsvoorstellen aan te geven; verzoekt haar tevens te vermijden dat er lange reeksen documenten in omloop worden gebracht met lijsten van vereenvoudigingsinitiatieven en dus te zorgen voor een zo getrouw mogelijk referentiekader;

4.   beveelt aan om voor alle vereenvoudigingsmaatregelen, net zoals dat voor de codificatie van het communautaire acquis is gebeurd(11) , een interinstitutioneel akkoord te sluiten tussen het Europees Parlement, de Commissie en de Raad over een versnelde werkmethode;

5.   verwelkomt de inspanningen die de Commissie zich getroost ter versterking van de codificatie van het acquis communautaire als primaire en elementaire vorm voor de vereenvoudiging van de regelgeving;

6.   verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk een oplossing te vinden voor de moeilijkheden in verband met de vertaling en te vermijden dat de indiening van nieuwe wetgevingsvoorstellen een negatieve invloed heeft op de codificatie-initiatieven, en daarmee op het hele vereenvoudigingsproces; verzoekt de Commissie consequent te zijn en dus in haar wetgevings- en werkprogramma geen codificatieprojecten aan te kondigen voor materies waarvoor zij ook inhoudelijke wetgevingsvoorstellen wil indienen;

7.   stelt de Commissie voor, herschikking eens en voor altijd tot de gangbare wetgevingstechniek te verheffen, zodat ook wanneer er op bepaalde punten wijzigingen zijn aangebracht, voor elk initiatief de tekst in zijn geheel ter beschikking staat, waarin duidelijk is aangegeven welke delen nieuw en welke delen ongewijzigd zijn, zodat de communautaire wetgeving beter leesbaar en transparanter wordt;

8.   verzoekt de Commissie tevens om eraan te denken dat in gevallen waarin herschikking niet mogelijk is, in de regel binnen zes maanden moet worden overgegaan tot codificatie van het betrokken wetgevingsterrein; is van mening dat er, in overeenstemming met bovengenoemd interinstitutioneel akkoord, samen met de Raad en de Commissie speciale ad hoc structuren zouden kunnen worden opgezet, waarbij de betrokken partijen naar behoren worden betrokken, om de vereenvoudiging te bevorderen;

9.   is ingenomen met de toezegging van de Commissie te zullen zorgen voor goed onderbouwde methodologieën voor de vereenvoudigingswerkzaamheden; verzoekt de Commissie in dit verband werk te blijven maken van de raadpleging van de betrokken partijen, bijvoorbeeld door de reeds in oktober 2005 aangekondigde initiatieven op het gebied van landbouw en visserij uit te breiden tot andere beleidssectoren en door de maatregelen die zij in deze context op het gebied van het vennootschapsrecht en het auteursrecht wil nemen, verder te versterken; moedigt de Commissie aan meer werk te maken van sectorale analyses en van het meten van de administratieve lasten die de vigerende communautaire wetgeving met zich meebrengt;

10.   wijst op het fundamentele belang van samenwerking tussen de communautaire instellingen, die onontbeerlijk is voor het welslagen van elke vereenvoudigingsstrategie; benadrukt in dit verband dat het Europees Parlement duidelijk blijk heeft gegeven van zijn goede wil door zijn Reglement te wijzigen met het oog op de vergemakkelijking van de goedkeuringsprocedure voor codificaties en de invoering van een ad hoc wetgevingsprocedure voor herschikkingen;

11.   onderstreept andermaal dat de traditionele wetgevingsinstrumenten het gangbare middel moeten blijven om de in de Verdragen vastgelegde doelstellingen te bereiken; is van mening dat alternatieve methoden van regelgeving, zoals coregulering en zelfregulering, een zinvolle aanvulling of vervanging kunnen vormen voor wetgevingsmaatregelen, voor zover die methoden de resultaten van de wetgeving evenwaardig of meer verbeteren; onderstreept dat de toepassing van alternatieve methoden van regelgeving in ieder geval in overeenstemming moet zijn met het Interinstitutioneel Akkoord "Beter wetgeven"; wijst erop dat de Commissie de voorwaarden en grenzen moet bepalen waaraan de partijen bij de toepassing van die praktijken gehouden zijn, en dat deze in elk geval alleen dienen te worden gebruikt onder toezicht van de Commissie en onverminderd het recht van het Parlement, de toepassing ervan af te keuren;

12.   verzoekt de Commissie alles in het werk te stellen om te voorkomen dat het vereenvoudigingsproces - en meer in het algemeen de verbetering van de kwaliteit van de regelgeving - op Europees niveau, op nationaal niveau wordt belemmerd door nationale rechtsregels of technische obstakels; verzoekt haar dit proces ook op nationaal niveau te sturen en te volgen, bijvoorbeeld door als doorgeefluik te fungeren voor de beste praktijken die in de Europese Unie en in de lidstaten ontstaan en door aandacht te besteden aan de opmerkingen van de belanghebbenden;

13.   wijst erop dat regelmatige en zorgvuldige effectbeoordelingen een cruciale rol spelen in het vereenvoudigingsproces en dat de Raad en het Parlement deze beoordelingen in overweging moeten nemen wanneer zij een voorstel in de loop van het wetgevingsproces amenderen;

14.   verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie, alsmede aan de regeringen en de parlementen van de lidstaten.

(1) PB C 321 van 31.12.2003, blz. 1.
(2) PB C 197 van 12.7.2001, blz. 433.
(3) PB C 153 E van 27.6.2002, blz. 314.
(4) PB C 64 E van 12.3.2004, blz. 135.
(5) PB C 98 E van 23.4.2004, blz. 155.
(6) PB C 102 E van 28.4.2004, blz. 512.
(7) PB C 104 E van 30.4.2004, blz. 146.
(8) PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 136.
(9) PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 128.
(10) PB C 297 E van 7.12.2006, blz. 140.
(11) Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten (PB C 102 van 4.4.1996, blz. 2).

Laatst bijgewerkt op: 15 april 2008Juridische mededeling