Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2003/0218(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0211/2007

Ingediende teksten :

A6-0211/2007

Debatten :

Stemmingen :

PV 20/06/2007 - 5.1
CRE 20/06/2007 - 5.1
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0266

Aangenomen teksten
DOC 64k
Woensdag 20 juni 2007 - Straatsburg Definitieve uitgave
Invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen *
P6_TA(2007)0266A6-0211/2007

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 20 juni 2007 over het gewijzigde voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1030/2002 betreffende de invoering van een uniform model voor verblijfstitels voor onderdanen van derde landen (COM(2006)0110 – C6-0157/2006 – 2003/0218(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement ,

–   gezien het gewijzigde voorstel van de Commissie (COM(2006)0110)(1) ,

–   gelet op artikel 63, lid 3, onder a) van het EG-Verdrag,

–   gelet op artikel 67 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0157/2006),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A6-0211/2007),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   wenst dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Amendementen van het Parlement
Amendement 1
OVERWEGING 3
(3)  Door de integratie van biometrische identificatiemiddelen wordt een begin gemaakt met het gebruik van nieuwe elementen waarmee een duidelijker verband wordt gelegd tussen de houder en de verblijfstitel en wordt er in belangrijke mate toe bijgedragen dat de verblijfstitel tegen frauduleus gebruik wordt beveiligd. Er zal rekening worden gehouden met de specificaties die zijn opgenomen in document nr. 9303 van de ICAO betreffende machineleesbare visa.
(3)  Door de integratie van biometrische identificatiemiddelen wordt een begin gemaakt met het gebruik van nieuwe elementen waarmee een duidelijker verband wordt gelegd tussen de houder en de verblijfstitel en wordt er in belangrijke mate toe bijgedragen dat de verblijfstitel tegen frauduleus gebruik wordt beveiligd. Voor de verblijfsvergunning dienen dezelfde rigoureuze veiligheidsnormen te gelden als die welke zijn bepaald voor nationale identiteitsbewijzen.
Amendement 2
OVERWEGING 3 BIS (nieuw)
(3 bis)  De biometrische elementen in de uniforme verblijfsvergunning moeten uitsluitend worden gebruikt om de echtheid van het document en de identiteit van de houder te controleren door middel van rechtstreeks beschikbare vergelijkbare elementen, wanneer het wettelijk verplicht is de verblijfsvergunning te tonen.
Amendement 3
OVERWEGING 5
(5)  Deze verordening behelst slechts de niet-geheime specificaties van het model; deze dienen te worden aangevuld met bijkomende specificaties, die geheim kunnen blijven teneinde namaak en vervalsing te verhinderen en die geen persoonsgegevens of verwijzingen naar dergelijke gegevens mogen omvatten. De bevoegdheid tot vaststelling van dergelijke bijkomende specificaties dient aan de Commissie te worden verleend, die wordt bijgestaan door het bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel ingestelde comité.
(5)  Deze verordening behelst slechts de niet-geheime specificaties van het model; deze dienen te worden aangevuld met bijkomende specificaties, die geheim kunnen blijven teneinde namaak en vervalsing te verhinderen en die geen persoonsgegevens of verwijzingen naar dergelijke gegevens dienen te omvatten. De bevoegdheid tot vaststelling van dergelijke bijkomende specificaties dient aan de Commissie te worden verleend, die wordt bijgestaan door het bij artikel 6 van Verordening (EG) nr. 1683/95 van de Raad van 29 mei 1995 betreffende de invoering van een uniform visummodel ingestelde comité.
Amendement 4
ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 2, lid 1, letter d) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
d) de technische specificaties voor het medium voor de opslag van de biometrische kenmerken en de beveiliging daarvan, met inbegrip van het voorkomen van ongeoorloofde toegang;
d) de technische specificaties voor het medium voor de opslag van de biometrische kenmerken en de beveiliging daarvan, met name ter bescherming van de onaantastbaarheid, echtheid en vertrouwelijkheid van die gegevens en het gebruik ervan overeenkomstig de in deze verordening neergelegde doelen , met inbegrip van het voorkomen van ongeoorloofde toegang;
Amendement 5
ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 2, lid 1, letter e) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
e) de kwaliteitseisen en gemeenschappelijke normen inzake gezichtsopname en vingerafdrukken voor de vingerafdrukbeelden.
e) de kwaliteitseisen en gemeenschappelijke normen inzake gezichtsopname en vingerafdrukken v oor de vingerafdrukbeelden, gemeenschappelijke verplichtingen of eisen ten aanzien van de specifieke aard van dit soort beelden, een gezamenlijke methodiek en goede praktijken voor de tenuitvoerlegging ervan, vervangende procedures voor personen die geen leesbare vingerafdrukken hebben of die verkeerd kunnen worden geïdentificeerd .
Amendement 6
ARTIKEL 1, PUNT 2
Artikel 2, lid 1, letter e) bis (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
e bis) adequate procedures en specifieke voorschriften voor de bescherming van kinderen wier biometrische kenmerken worden verzameld, met name indien vingerafdrukken van hen worden genomen.
Amendement 7
ARTIKEL 1, PUNT 2 BIS (nieuw)
Artikel 2, lid 2 bis (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
2 bis.  In artikel 2 wordt het volgende lid 2 bis ingevoegd:
"2 bis. De door lidstaten aangenomen uitvoeringsmaatregelen worden regelmatig aan het Europees Parlement toegezonden."
Amendement 8
ARTIKEL 1, PUNT 3 BIS (nieuw)
Artikel 3, alinea 2 bis (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
3 bis.  In artikel 3 wordt het volgende lid ingevoegd:
"Iedere lidstaat stuurt aan de Commissie een lijst toe van bevoegde instanties die gemachtigd zijn zich toegang te verschaffen tot de gegevens inzake biometrische kenmerken die de verblijfsvergunningen overeenkomstig deze verordening bevatten, alsook van eventuele wijzigingen daarvan. In deze lijst wordt gespecificeerd welke data iedere instantie voor welk doel mag onderzoeken. De Commissie ziet erop toe dat de lijst ieder jaar wordt gepubliceerd in het Publicatieblad en zij houdt op haar website een bijgewerkte lijst bij van bevoegde instanties."
Amendement 9
ARTIKEL 1, PUNT 4
Artikel 4, alinea 2 (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
Het in artikel 4bis bedoelde opslagmedium van de verblijfstitel bevat geen andere machineleesbare informatie dan die welke in deze verordening of in de bijlage bij deze verordening wordt genoemd, dan wel door de lidstaat van afgifte overeenkomstig zijn nationale wetgeving in het corresponderende reisdocument wordt vermeld. De lidstaten mogen in de verblijfstitel een aanvullende contactchip zoals bedoeld in punt 16 van de bijlage bij deze verordening opnemen voor e-diensten, zoals e-overheid en e-business.
Het in artikel 4bis bedoelde opslagmedium van de verblijfstitel bevat geen andere machineleesbare informatie dan die welke in deze verordening of in de bijlage bij deze verordening wordt genoemd, dan wel door de lidstaat van afgifte overeenkomstig zijn nationale wetgeving in het corresponderende reisdocument wordt vermeld.
Amendement 10
ARTIKEL 1, PUNT 5
Artikel 4 bis (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
De uniforme verblijfstitel bevat een opslagmedium met een gezichtsopname. De lidstaten nemen ook vingerafdrukken in een interoperabel formaat op. De gegevens worden beveiligd en het opslagmedium heeft voldoende capaciteit en is voldoende geschikt om de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen.
De uniforme verblijfstitel bevat een opslagmedium met een gezichtsopname en twee vingerafdrukken van de houder in een interoperabel formaat. De gegevens worden beveiligd en het streng beveiligde opslagmedium heeft voldoende capaciteit en is voldoende geschikt om de integriteit, de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van de gegevens te garanderen.
Amendement 11
ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw)
Artikel 4 ter, lid 1 (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
5 bis.  Het volgende artikel 4 ter wordt ingevoegd:
"Artikel 4 ter
1.  Het opslagmedium wordt alleen gebruikt door de instanties die in de lidstaten bevoegd zijn om de biometrische gegevens te lezen en op te slaan en die op de in artikel 3, lid 2 bis, bedoelde lijst voorkomen."
Amendement 12
ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw)
Artikel 4 ter, lid 2 (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
2.  De in het opslagmedium opgenomen biometrische gegevens mogen door geen enkele instantie worden aangepast of gewist. Indien de noodzaak zich voordoet, wordt er een nieuwe verblijfsvergunning verstrekt.
Amendement 13
ARTIKEL 1, PUNT 5 BIS (nieuw)
Artikel 4 ter, leden 3 en 4 (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
3.  Besluiten die aanzienlijke gevolgen hebben voor de bescherming van gegevens, zoals besluiten over het opnemen van en de toegang tot gegevens, de kwaliteit van gegevens, de technische verenigbaarheid van opslagmedia en veiligheidsmaatregelen voor de bescherming van de biometrische identificatiemiddelen, worden genomen door middel van regelgeving waarbij het Europees Parlement ten volle wordt betrokken.
4.  De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming heeft een adviserende rol in alle zaken met gegevensbeschermingsaspecten.
Amendement 14
ARTIKEL 1, PUNT 6 BIS (nieuw)
Artikel 9, alinea 4 bis (nieuw) (Verordening (EG) nr. 1030/2002)
6 bis.  In artikel 9 onderstaande alinea 4 bis inlassen:
"De lidstaten doen de Commissie geregeld evaluaties toekomen van de tenuitvoerlegging van deze verordening op basis van gezamenlijk overeengekomen normen, met name ten aanzien van de voorschriften tot beperking van het aantal doelen waarvoor gegevens mogen worden gebruikt en de organen die toegang tot de gegevens kunnen hebben. Tevens stellen zij de Commissie op de hoogte van alle problemen in verband met de toepassing van deze verordening en wisselen zij beste praktijken uit met de Commissie en onderling."

(1) Nog niet in het PB gepubliceerd.

Laatst bijgewerkt op: 28 januari 2008Juridische mededeling