T03525

Toezegging Hervormingsagenda Jeugd (36.200 VI)



De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Karakus (PvdA, mede namens de fracties van GroenLinks, Fractie-Nanninga, CDA, OSF, VVD, SGP, D66 en ChristenUnie), toe de Kamer uiterlijk 1 maart 2023 te informeren over de uitkomsten van de onderhandelingen over de Hervormingsagenda Jeugd en de bijbehorende implicaties voor de financiering, kwaliteit en uitvoering van de jeugdzorg, conform de schriftelijke toezegging van 19 januari 2023 (36200 XVI, J).


Kerngegevens

Nummer T03525
Status voldaan
Datum toezegging 24 januari 2023
Deadline 1 maart 2023
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden H. Karakus (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen hervormingen
hervormingsagenda
jeugdzorg
jongeren
onderhandelingen
Kamerstukken Begrotingsstaten Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2023 (36.200 XVI)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 16, item 5 - blz. 2-3

De heer Karakus (PvdA):

Voorzitter. Ik spreek vandaag namens de groep partijen — ik zal ze herhalen — GroenLinks, Fractie-Nanninga, CDA, OSF, VVD, SGP, D66, ChristenUnie en Partij van de Arbeid. Op de agenda staat de begroting van VWS. De focus van ons debat is de jeugdzorg. In deze groep van partijen denken we niet altijd hetzelfde over dat onderwerp; ik verwijs bijvoorbeeld naar het debat over de regeringsverklaring van bijna een jaar geleden. Maar in het belang van een goede jeugdzorg voor kwetsbare kinderen, jongeren, ouderen en gezinnen in Nederland vinden we elkaar. Daarover maken wij ons op dit moment zorgen. Een aantal fracties deelde deze zorgen al met de staatssecretaris via schriftelijke vragen, met name over de kwetsbare jongeren die in de knel zitten en die maanden moeten wachten op hulp, over de vertraging van de totstandkoming van de hervormingsagenda en over de eventuele financiële risico's die daarmee in het lopende begrotingsjaar gepaard gaan.

Wij zien dat de staatssecretaris die zorgen met ons deelt. In dat licht zijn we nu tevreden met de beantwoording van de schriftelijke vragen, waarin de staatssecretaris bevestigt die risico's te zullen betrekken bij het lopende overleg over de hervormingsagenda. Wij hopen dat de partijen aan tafel zo verder kunnen met hun belangrijke opdracht. Daarmee is de Eerste Kamer op dit moment eigenlijk niet de plek waar het inhoudelijke debat over de toekomstige inrichting van de jeugdzorg moet worden gevoerd. Die plek is nu aan de tafel van de betrokken partijen, het Rijk en de gemeenten, uiteraard in samenspraak met de cliëntenorganisaties, zorgprofessionals en zorgaanbieders. Wij weten dat deze partijen het in principe met elkaar eens zijn over het belang van verbetering van de hulpverlening in de jeugdzorg in een stelsel dat financieel beheersbaar en duurzaam is om kwetsbare kinderen, jongeren, ouderen en gezinnen van de juiste zorg te blijven voorzien.

[…]

De heer Ton van Kesteren (PVV):

Dan zou ik de heer Karakus toch willen vragen of hij dan tevreden is met de toezegging van de staatssecretaris dat hij zijn best gaat doen in het overleg over de hervormingsagenda, want daar komt het in feite op neer. Dat is toch wel heel matig.

De heer Karakus (PvdA): Nou, dan moet ik de heer Van Kesteren er even aan herinneren om die schriftelijke beantwoording nog een keer door te nemen, want daar staan een paar toezeggingen in. Dat is onder andere de toezegging dat de staatssecretaris, naast dat hij zijn best gaat doen, ons voor 1 maart informeert over de voortgang. Dat is belangrijk. Het tweede en allerbelangrijkste ging over de financiële risico's voor het jaar 2023. De staatssecretaris heeft toegezegd dat hij in ieder geval de risico's herkent en meeneemt in de onderhandeling met de gemeenten. Daar ging onze zorg over. Ik denk dat de staatssecretaris onze zorg op dat punt heeft weggenomen.

Handelingen I 2022-2023, nr. 16, item 5 - blz. 4

De heer Karakus (PvdA):

Ik zat even te kijken waar ik gebleven was. We zullen vanuit deze Kamer de ontwikkelingen rond de jeugdzorg en de hervormingsagenda nauwgezet blijven volgen. Wij als GroenLinks, Fractie-Nanninga, CDA, 50PLUS, OSF, VVD, SGP, D66, ChristenUnie en PvdA moedigen de staatssecretaris aan de gesprekken zo snel mogelijk weer op te pakken en met spoed tot een uitkomst te komen. Wij zien uit naar de toegezegde informatie per uiterlijk 1 maart. Graag plannen we in maart een mondeling overleg met de staatssecretaris en de leden van de commissie VWS om van de staatssecretaris een toelichting te krijgen op de ontwikkelingen en om over de uitvoering daarvan te spreken.

Handelingen I 2022-2023, nr. 16, item 5 - blz. 14

Staatssecretaris Van Ooijen:

Voorzitter. Ik had deze hervormingsagenda, waarin het uiteindelijk allemaal moet landen, heel graag voor de kerst afgerond, maar dat is ondanks de inzet van alle partijen niet gelukt. We zijn dan ook meteen na de kerst, en zelfs in het kerstreces, doorgegaan en hopen er alsnog spoedig uit te komen. De invulling van de hervormingsagenda is in een vergevorderd stadium, maar er zijn nog enkele stevige noten te kraken. Een belangrijk punt, met name in de verhouding tussen de VNG, de gemeenten en het Rijk, de decentrale overheden en de rijksoverheid, betreft de financieel-bestuurlijke afspraken.

De leden van de fracties die de heer Karakus allemaal vertegenwoordigde — de PvdA, GroenLinks, de Fractie-Nanninga cum suis, zeg ik maar even — vroegen dan ook naar de risicoverdeling en hoe we omgaan met de verantwoordelijkheden en uiteindelijk de risico's, als die optreden. Ik wil deze fracties heel helder en duidelijk teruggeven dat ik afspraken met gemeenten wil maken die recht doen aan de rolverdeling binnen het stelsel. Daarbij zal ik ook de risicodeling betrekken. Ik ben bereid om de financiële risico's van het eventueel niet behalen van de beoogde besparingen te betrekken bij de onderhandelingen. Rijk en VNG hebben verder afgesproken om samen te werken aan een oplossing en deze vervolgens ook bestuurlijk te bekrachtigen, maar daarnaast loopt ook nog het gesprek over een aantal van de inhoudelijke punten van de hervormingsagenda. Dan gaat het met name over bijvoorbeeld de invulling van de inkoop en organisatie van de hoogspecialistische en specialistische zorg op regionaal, maar zeker op landelijk niveau. Daarbij wil ik nogmaals benadrukken dat iedereen aan tafel gericht is op het uiteindelijk sluiten van een akkoord. Zoals toegezegd aan uw Kamer zal ik het parlement uiterlijk 1 maart informeren over de uitkomsten van de onderhandelingen en de eventuele implicaties. Zoals ik al eerder aangaf, doe ik mijn best om er zo spoedig mogelijk uit te komen. Dat is ook direct een antwoord op de vraag van het lid Janssen van de SP.


Brondocumenten


Historie