Koopkrachtontwikkeling: Kamer steunt kabinetsbeleid



De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 12 juli met de ministers Kaag (Financiën), Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) en staatssecretaris Van Rij (Belastingdienst en Toeslagen) over twee gewijzigde begrotingen, van het ministerie van Financiën en van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Deze begrotingen zijn gewijzigd in de Voorjaarsnota 2022. Het debat stond in het teken van de verminderde koopkracht van de Nederlanders en mogelijke maatregelen om de koopkracht te vergroten. Na afloop van het debat werden beide begrotingen aangenomen door de Kamer.

De zorgen van de woordvoerders die deelnamen aan het debat - GroenLinks, PvdA, SP, PvdD, 50PLUS, SGP en Fractie-Otten - betreffen de gevolgen van de hoge inflatie en de gestegen energieprijzen voor steeds meer huishoudens. De bewindspersonen brachten daar tegenin dat er al maatregelen zijn genomen, zoals 800 euro energietoeslag en aanvullend nog eens 500 euro voor de meest kwetsbare huishoudens. Andere voorstellen volgen eind augustus en zij vroegen de Kamer dan ook die voorstellen af te wachten.

De zeven woordvoerders waren niet overtuigd, vooral niet omdat het tijdpad dat het kabinet voorstelt volgens hen betekent dat de financiële verlichting mogelijk te laat komt. Zij riepen de Kamer op nu maatregelen te nemen die direct verlichting bieden. Drie fracties - GroenLinks, PvdA en Fractie-Otten - stemden om die reden tegen de gewijzigde begroting van SZW. De Fractie-Otten stemde ook tegen de begroting van Financiën. Ook dienden de woordvoerders moties in met voorstellen voor bijvoorbeeld een eenmalige verhoging van de kinderbijslag en een energietoeslag voor uitwonende studenten die met de huidige regeling buiten de boot vallen. Twee moties werden verworpen, de andere moties zijn aangehouden in afwachting van de plannen van het kabinet eind augustus.


Verworpen moties

De motie-Van Rooijen c.s. verzoekt het kabinet met de pensioenfondsen in overleg te treden om te bevorderen dat de fondsen maximaal indexeren. Deze motie was ontraden door minister Schouten. Fractie-Nanninga, Fractie-Otten, PVV, 50PLUS, Fractie-Frentrop en FVD stemden voor de motie.

De motie-Schalk c.s. verzoekt de regering in het Belastingplan 2023 een verlaging van de inkomstenbelasting voor lage en middeninkomens op te nemen middels verlaging van de eerste schijf, en hiervoor tijdens de augustusbesluitvorming een dekking te vinden. Deze motie was ontraden door staatssecretaris Van Rij. Fractie-Nanninga, SP, PvdD, Fractie-Otten, PVV, SGP, FVD en Fractie-Frentrop stemden voor de motie.

Aangehouden moties

Senator Kox (SP) diende drie moties in. De eerste motie verzoekt de regering dit jaar nog de koopkracht te verbeteren door structurele verhoging van het wettelijk minimumloon, gekoppeld aan uitkeringen en AOW. De tweede motie verzoekt de regering in overleg met de woningcorporaties de huurprijzen te fixeren op prijspeil juni 2022 tot 1 juli 2023. De derde motie verzoekt de regering ook uitwonende studenten in de loop van dit jaar in aanmerking te laten komen voor de energietoeslag.

Een vierde motie was van senator Van Rooijen verzoekt het kabinet te bevorderen dat de pensioenfondsen per 1 januari 2023 de gemiste indexatie. Een vijfde motie die is aangehouden komt van senator Koffeman. De motie verzoekt de regering de rente op studieleningen te bevriezen op 0% en alle baten uit negatief rentende staatsleningen aangegaan ten behoeve van het verstrekken van studiefinancieringen ten goede te laten komen aan het naar rato verlagen van studieschulden.

Deze moties zijn alle ontraden door de bewindspersonen.


Impressie van het debat

Senator Van Gurp (GroenLinks) zei dat de bestaanszekerheid van grote groepen mensen zwaar onder druk staat. De vraag is of de aanvullende begroting SZW hierop een antwoord geeft. We hadden het fundament en de veerkracht in onze samenleving moeten verstevigen, zodat we dit hadden kunnen voorkomen. Bijvoorbeeld door het minimumloon te verhogen. Zodat we nu niet houwtje-touwtje-beleid moeten maken en noodmaatregelen moeten nemen. Van Gurp vindt dit allemaal te weinig terugkomen in deze gewijzigde begroting. De begroting geeft geen goed antwoord op fundamentele vragen uit de samenleving.

Senator Crone (PvdA) zei dat hij nog nooit zoveel mensen in liquiditeitsproblemen heeft gezien. Dat zal in het najaar echt een probleem zijn, voorspelde hij. Crone had eenvoudig uit te voeren voorstellen. Deze zouden dan uiterlijk augustus moeten zijn uitgevoerd om die mensen op tijd (in oktober) te kunnen helpen: bijvoorbeeld door een aanzienlijke verhoging van het minimumloon, 500 euro toeslag en een eenmalige verhoging van de kinderbijslag. Hij vroeg tot slot of er een noodvangnet tot in ieder geval januari komt wanneer de toegezegde hulp er wel is.

Senator Kox (SP) zei dat Nederland geconfronteerd is met een koopkrachtcrisis. Hij ziet veel mensen die nu al in de problemen zitten of vrezen dat ze binnenkort in de problemen komen. Wat de regering doet is te weinig en daarom niet goed, aldus Kox. Hij had drie voorstellen: net als Crone een structurele verhoging van het minimumloon, het fixeren van de huren en energietoeslag voor uitwonende studenten. Volgens Kox zijn dit allemaal oplossingen waarvoor het argument niet kan zijn dat de computersystemen van de uitkeringsinstanties ze niet kunnen uitvoeren.

Volgens senator Otten (Fractie-Otten) is Nederland in 2022 heel snel terecht gekomen in een zorgelijke situatie, nog versneld door de oorlog in Oekraïne. De energierekening is geëxplodeerd en boodschappenprijzen rijzen de pan uit. Alles wordt heel snel duurder. Een ding stijgt niet mee en dat is het besteedbaar inkomen van veel Nederlanders. Otten ziet een steeds grotere kloof tussen de haves en de have nots . Het kabinet is er volgens hem veel te lang van uitgegaan dat het armoedebeleid op de echte armen gericht moet zijn en heeft daardoor niet door dat ook mensen met een hoger inkomen in de problemen komen. Wat Otten betreft moet werken meer lonen, en moet meer werken ook meer lonen. Daarnaast moet het belastingstelsel worden vereenvoudigd en toeslagen afgebouwd.

Senator Van Rooijen (50PLUS) stelde voor dat er een wettelijke basis voor de kwaliteit van wetgeving komt. Hierdoor kunnen nieuwe uitgaven niet zonder wettelijke grondslag plaatsvinden, maar moeten deze eerst volwaardig behandeld zijn in beide Kamers. Van Rooijen vroeg aan de staatssecretaris of hij kon toezeggen dat ook niet (meer) werkende AOW'ers zullen delen in de belastingverlaging. Omdat de torenhoge inflatie ook ouderen raakt, stelde hij voor de eenmalige verlichting van 2 miljard te verlengen. Ook vroeg of het mogelijk is een onbelaste cheque aan een zo groot mogelijke groep per 1 oktober toe te kennen. Over de IOAW, een uitkering voor mensen die op oudere leeftijd werkloos worden na hun werkloosheidsuitkering, had de Eerste Kamer een motie van senator Van Rooijen aangenomen. Hij vroeg of het kabinet de motie ook gaat uitvoeren.

Senator Schalk (SGP) was verheugd dat het kabinet opvolging heeft gegeven aan zijn motie eerder dit jaar om de kinderbijslag enkele jaren te verhogen. Volgens Schalk zou er meer gedaan moeten worden voor lage en middeninkomens, bijvoorbeeld via de belastingtarieven in 2023. Is de regering bereid iets te doen voor de groep die net buiten alle regelingen vallen, omdat ze net boven het sociaal minimum zitten, vroeg Schalk. Ook vroeg hij aandacht voor eenverdieners die tot wel 7x zoveel dan tweeverdieners belasting betalen. Worden zij gestraft met een hogere belastingdruk als zij kiezen voor hun gezin? Op welke manier kan de kloof tussen een- en tweeverdieners worden verkleind, wilde hij tot slot weten.

Ook volgens senator Koffeman (PvdD) hebben steeds meer mensen moeite om hun rekeningen te betalen. De tweedeling wordt steeds schrijnender. Volgens hem is de eenmalige energietoeslag van 800 euro weliswaar een mooi gebaar, maar zorgt het niet voor structurele oplossingen. AOW'ers hebben het al zwaar. Daarom heeft de PvdD vandaag de motie-Van Rooijen gesteund. Het uitsluiten van studenten als groep van de energietoeslag mag niet zoals sommige gemeenten lijken te doen. Wat vindt de minister hiervan, vroeg Koffeman? In 2022 is duidelijk geworden dat het afschaffen van de basisbeurs niet goed was. Starters die met een studieschuld bij de bank aan komen worden niet met open armen ontvangen. De 1 miljard die de regering uittrok voor studenten met een lening is niet meer dan een doekje voor het bloeden en zet geen zoden aan de dijk, besloot hij.

Minister Kaag van Financiën was het met de Kamer eens dat er een behoorlijke opgave ligt. Het kabinet kijkt hoe het tegemoet kan komen aan het advies van het CPB om huishoudens weerbaarder te maken. Ze waarschuwde wel dat zij niet alle pijn zullen kunnen wegnemen. Werkgevers hebben ook een rol. Er is ruimte voor loonstijging. Juist in tijden van crisis is het belangrijk koers te houden, besloot zij.

Ook minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid deelde de zorg van de Kamer. Het kabinet is blij dat gemeenten mogelijkheden zien om alsnog iets te doen aan de energietoeslag en bovenop de 800 euro alsnog 500 euro toe te kennen aan de meest kwetsbare inkomens. Het kabinet roept de sociale partners op de lonen te verhogen. Sommige werkgevers hebben die stap gezet. Maar er zijn nog plekken waar echt nog meer moet, aldus Van Gennip.

In de Voorjaarsnota is het voornemen opgenomen om de verhoging van het minimumloon naar voren te halen. Dit jaar verhogen gaat niet meer lukken, maar wel per 1 januari met 2,5%. Mochten we daar iets anders willen dan moeten we daartoe in augustus besluiten, aldus Van Gennip. Ze noemde het voorstel van een aantal woordvoerders om de kinderbijslag eenmalig te verhogen 'behoorlijk ongericht'. Volgens haar is het een dure maatregel die vooral bij hoge inkomens terecht komt.

Minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen legde uit dat de extra 500 euro energietoeslag voor de meeste kwetsbaren zo lang geduurd omdat er veel taken op de gemeenten afkomen. De gemeenten hebben gezegd dat ze liever een rijksregeling hadden om het te vergemakkelijken. Toen het kabinet constateerde dat er geen ruimte was voor een regeling op rijksniveau, hebben de gemeenten alsnog gezegd dat ze het zouden doen. In totaal keert het kabinet 1,4 miljard euro hiervoor uit aan gemeenten.

Volgens Schouten is de studentengroep heel divers en kan geen onderscheid worden gemaakt tussen thuis- en uitwonende studenten. Ze zij verder dat er een drempel is om energietoeslag aan te vragen, bijvoorbeeld bij ouderen. Ze heeft gemeenten gevraagd om informatie over de toeslag toegankelijk te maken via plekken waar ouderen komen, zoals buurthuizen. De IOAW-motie van Van Rooijen noemde zij een nogal gerichte vraag aan het kabinet. Het kabinet kijkt in augustus naar de koopkracht van de ouderen en zullen er dan op terugkomen hoe ze er mee omgaan.

Staatssecretaris Van Rij van Fiscaliteit en Belastingdienst zei in navolging van Van Rooijen dat er eigenlijk een wet zou moeten zijn waarbij je de rechtsgrond goed hebt en het juridisch zo hebt gedaan dat je op de knop druk wanneer dat nodig is. Hij zei dat dat dit jaar alleen nog niet kan omdat een goede uitvoering door de Belastingdienst momenteel niet gegarandeerd kan worden.



Deel dit item: