T03359

Toezegging Hoofdlijnen tussenwet covid-19 (35.979)



De minister van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden De Boer (GroenLinks; mede namens VVD, CDA, PvdA, ChristenUnie en OSF) en Van der Voort (D66), toe in de brief van maart 2022 over de langetermijnaanpak van de coronapandemie tevens de hoofdlijnen van een tussenwet uiteen te zetten; ook in deze tussenwet zullen duidelijke criteria worden opgenomen ten aanzien van de weging van de noodzaak en de proportionaliteit van maatregelen, zal de duur van de maatregelen worden vastgelegd en zullen de democratische controle van en zeggenschap over grondrechtbeperkende maatregelen worden verankerd.


Kerngegevens


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 4, p. 1

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Vanuit deze Kamer is in ieder debat dat is gevoerd over de aanpak van de coronacrisis met klem aangedrongen op een langetermijnvisie, niet alleen voor wat betreft de directe bestrijding van de pandemie of de inrichting van het zorgstelsel, maar ook voor wat betreft deugdelijke wet- en regelgeving op basis waarvan maatregelen kunnen worden genomen die de grondrechten van burgers beperken. Wetgeving, waarin duidelijke criteria zijn opgenomen ten aanzien van de weging van de noodzaak en de proportionaliteit van maatregelen. Wetgeving, waarin is vastgelegd hoelang maatregelen mogen duren en wanneer ze moeten vervallen. Wetgeving, waarin de democratische controle van en zeggenschap over grondrechtbeperkende maatregelen is verankerd.

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 6, p. 15

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

De minister heeft gezegd dat hij aan de slag gaat met tussenwetgeving. Kan de minister garanderen dat dat wetgeving is waarin duidelijke criteria zijn opgenomen ten aanzien van weging van de noodzaak en de professionaliteit van maatregelen, waarin is vastgelegd hoelang maatregelen mogen duren en wanneer ze moeten vervallen en waarin de democratische controle van en zeggenschap over de grondrechtbeperkende maatregelen is verankerd, dit conform mijn vraag in de eerste termijn?

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 6, p. 20-21

De heer Van der Voort (D66):

Ik maak mij er zorgen over wat er gebeurt in dit debat. Er is denk ik geen enkele fractie die op dit moment door wil met de Twm zoals die hier voorligt. De minister geeft een aantal argumenten. Hij heeft een zorg over nieuwe varianten en het dan niet meer achter de hand hebben van maatregelen. Dat is natuurlijk een begrijpelijke zorg. Tegelijkertijd heeft hij het praktisch issue dat morgen in de Staatscourant een KB verschijnt dat niet aan te passen is. Dus dat is best een lastige situatie waarin we met elkaar zitten. Dat overziende, heeft mijn fractie nog de volgende vraag aan de minister. Ziet de minister de motie zoals die nu voorligt — ik heb het dan over de brede motie — dan op z'n minst als een inspanningsverplichting om de wens van deze Kamer op enigerlei wijze vorm te geven? Voelt hij dan ook de inspanning, met deze motie en de beraadslagingen die wij hier hebben gehad in gedachten, om die tussenwet zo snel mogelijk vorm te geven, of daar op een of andere manier helderheid over te geven, al dan niet met tussentijdse berichtgeving, brieven of whatever? Dat is de vraag die ik nog heb voor de minister.

[…]

Minister Kuipers:

Ik had in de eerste termijn nog één vraag liggen van de heer Van der Voort, dus u vindt het vast goed dat ik die meeneem. Dat gaat over een KB en een eventueel nieuw KB. Dat sluit ook aan bij de oproep van mevrouw De Boer of het mogelijk is om ook in een tussenwet duidelijke criteria aan te geven: hoe lang, onder welke criteria et cetera. Het antwoord is: ja, dat is mogelijk. Ik wil daar graag verder input aan geven. Ik heb al aangegeven dat ik in maart met een brief over de langetermijnaanpak van de coronapandemie kom en op een later moment over de pandemische paraatheid. In die brief in maart zou ik nader willen ingaan op criteria et cetera, maar ook op de termijnen waarop zo'n tussenwet mogelijk zou moeten zijn. Dat sluit ook aan bij de vraag van de heer Van der Voort. Ik gebruik maar even dezelfde woorden: inspanningsverplichting en zo spoedig mogelijk. Die hoop ik hiermee ook beantwoord te hebben.

Mevrouw De Boer (GroenLinks):

Ik heb de toezegging graag altijd zo concreet mogelijk. Kunnen wij in maart een brief tegemoetzien van de minister, waarin de hoofdlijnen van de tussenwet uiteengezet worden? Is dat de toezegging die gedaan wordt?

Minister Kuipers:

Het antwoord is "ja".


Brondocumenten


Historie