T03207

Toezegging Budgettaire autonomie en vrijheid voor gemeenten (35.570 VII / 35.570 B / 35.570 C)



De Minister van BZK zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe te gaan kijken naar een beter functionerend stelsel, dat meer budgettaire stabiliteit en autonomie geeft voor de gemeente.


Kerngegevens

Nummer T03207
Status voldaan
Datum toezegging 11 mei 2021
Deadline 1 juni 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Prof.dr. R.A. Koole (PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen autonomie
begrotingen
decentrale overheden
gemeenten
Kamerstukken Begrotingsstaten Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2021 (35.570 VII)
Begrotingsstaat provinciefonds 2021 (35.570 C)
Begrotingsstaat gemeentefonds 2021 (35.570 B)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 36, item 10, blz. 32

De heer Koole (PvdA):

Mijn tweede vraag gaat over het minimumpercentage van 30%, dat ik van mijn collega Elzinga heb geleend. Ik snap de afweging dat dat misschien wel heel rigide is. Tegelijkertijd zegt de minister: ik ben er erg voor dat er een vrij besteedbaar deel van de begroting komt in verband met de autonomie van de gemeente. Kan de minister misschien toezeggen dat er geprobeerd wordt om een manier te vinden waarop dat vrij besteedbare inkomen, en daarmee ook de autonomie van gemeentes, op de een of andere manier beter gewaarborgd is? Misschien is dat niet met een vast percentage, maar wellicht kan het op een andere manier. Zou ze dat willen laten onderzoeken?

Handelingen I 2020-2021, nr. 36, item 10, blz. 31.

De heer Koole (PvdA):

Ik had nog een vraag over extra onderzoek naar die 30%.

Handelingen I 2020-2021, nr. 36, item 10, blz. 32

Minister Ollongren: O ja, sorry. Dat betrof Elzinga, even kort samengevat. De heer Koole en ik kunnen elkaar misschien wel vinden. Ik zei dat het misschien te rigide is, maar het is inderdaad een suggestie, een vorm, om er in ieder geval voor te zorgen dat autonomie gepaard gaat met de ruimte daarvoor. Ik denk inderdaad dat je dan misschien niet moet uitgaan van een bepaald percentage, maar wel van de doelstelling dat bij autonomie hoort dat je die ruimte hebt. En als je dan toch gaat kijken naar de systematiek en het stelsel, dan zou je die gedachte daarin kunnen meenemen. Daarin zou ik de heer Koole wel tegemoet willen komen. We moeten namelijk kijken naar een beter functionerend stelsel, dat meer budgettaire stabiliteit gaat geven voor de gemeente.


Brondocumenten


Historie