T03037

Toezegging Onderzoek vluchtelingenverdrag (35.300 VI)



De Minister voor Rechtsbescherming zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Otten (Fractie-Otten), toe dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zal reageren op de Motie-Otten (Fractie-Otten) c.s. over het VN Vluchtelingenverdrag.


Kerngegevens

Nummer T03037
Status voldaan
Datum toezegging 10 maart 2020
Deadline 1 januari 2021
Verantwoordelijke(n) Minister voor Rechtsbescherming
Kamerleden Mr.drs. H. Otten (Fractie-Otten)
Commissie commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad (I&A/JBZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Staat van de rechtsstaat
vluchtelingen
Vluchtelingenverdrag
Kamerstukken Begrotingsstaten Justitie en Veiligheid 2020 (35.300 VI)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 23, item 8, p. 35.

De heer Otten (Fractie-Otten):

We hebben het uitgebreid gehad over internationale verdragen en hoe die in het Nederlandse systeem moeten worden geïmplementeerd. Ik heb een vraag aan de minister over het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst, uit 2017 alweer. We zijn dus al bijna drie jaar verder. Daar staat op pagina 51: "Het internationale asielrecht is gebaseerd op het VN Vluchtelingenverdrag uit 1951. Dat blijft ook het kader voor dit kabinet. Maar de aard en omvang van de wereldwijde asielmigratie is in de afgelopen decennia drastisch veranderd. Het kabinet laat daarom onafhankelijk onderzoek doen of en zo ja op welke wijze het verdrag bij de tijd moet worden gebracht om een duurzaam juridisch kader te kunnen bieden voor het internationale asielbeleid van de toekomst." Mijn vraag aan de minister is: weet hij toevallig hoe het staat met dat onafhankelijke onderzoek naar dit verdrag? Want ik heb daar volgens mij nooit meer iets over vernomen, maar dat zou ook aan mij kunnen liggen. Kunt u ons opheldering daarover verschaffen?

Minister Dekker:

Ik ben om te beginnen blij dat de heer Otten dit aanhaalt, omdat het zo'n mooi voorbeeld is. Het laat zien dat hoe je met verdragen omgaat en hoe je eventueel die verdragen wil aanpassen, niet gestold is in steen. Nu had u kunnen denken dat ik het antwoord op deze vraag had geweten. Ik kijk even naar het balkon; migratie behoort nou net bij het deel van de drie bewindspersonen dat hier niet aan de tafel zit. Maar als u het wil weten, dan zorg ik ervoor dat ik erop terugkom in de tweede termijn.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Graag. Ik ben benieuwd naar de status van dat onafhankelijk onderzoek naar het Vluchtelingenverdrag.

Handelingen I 2019-2020, nr. 23, item 8, p. 53.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Daarnaast heb ik de minister voor Rechtsbescherming gevraagd naar een update over het onafhankelijk onderzoek naar het VN-Vluchtelingenverdrag uit 1951, dat in het regeerakkoord getiteld Vertrouwen in de toekomst is toegezegd. Ik begrijp dat de minister daar nog op terugkomt. Desalniettemin dien ik daar een motie over in. Immigratie is natuurlijk een enorm probleem dat je structureel, bij de bron moet aanpakken. En dat is bij het eventueel herzien of iets doen met het VN-Vluchtelingenverdrag uit 1951; een heel andere tijd en een heel andere situatie. Daar dienen we dus ook een motie over in. We wachten ook het antwoord van de minister voor Rechtsbescherming op dit vlak af. Afhankelijk daarvan kunnen we onze motie eventueel aanhouden, maar dat zullen we dan later beoordelen.

Handelingen I 2019-2020, nr. 23, item 8, p. 59.

Minister Dekker:

Tot slot de vraag van de heer Otten die ik nog open had staan. Die vraag ging over hoe het nou zat met het regeerakkoord en het Vluchtelingenverdrag. Dat is overigens de portefeuille van de stas. Ik heb begrepen dat hier op dit moment een studie naar loopt onder leiding van de heer Piet Hein Donner. De staatssecretaris rapporteert daarover in het voorjaar.

Ik kan ook direct de motie die daarover is ingediend beadviseren. Die motie ontraad ik, omdat in die motie aan mij wordt gevraagd om daarover te rapporteren. Dat ga ik niet doen, want dat is niet mijn pakkie-an; het hoort bij de staatssecretaris. Maar volgens mij heeft u de facto de toezegging dat zij hierop terugkomt in het voorjaar.

Handelingen I 2019-2020, nr. 23, item 8, p. 60.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik kom nog even terug op dat onafhankelijke onderzoek naar het VN-Vluchtelingenverdrag. U zegt: dit voorjaar komt dat onderzoek zoals dat bedoeld is in het regeerakkoord.

Minister Dekker:

Dat heb ik begrepen, ja.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Het voorjaar begint geloof ik ongeveer volgende week. Dan kan ik de motie net als de heer Nicolaï wel vier weken aanhouden en dan wachten we even af hoe het verloopt met dat onderzoek. Dan ben ik best bereid de motie voorlopig even aan te houden.

Minister Dekker:

U mag haar ook aanhouden. Dat vind ik ook goed. Ik heb begrepen dat het in mei is. Maar in de motie wordt gevraagd of ik daarover wil rapporteren en dat ga ik niet doen. Maar als u de motie aanhoudt, vind ik dat ook prima.

De voorzitter:

De heer Otten, uw derde?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Dan houden we voorlopig de motie even aan. Dan wachten we met spanning het onderzoek af. Ik heb inmiddels ook het Duitse rapport met cijfers. Ik zal dat zo meteen aan de minister van Justitie en Veiligheid overhandigen.


Brondocumenten


Historie