35.431, H

Motie-Kox (SP) c.s. over het alsnog op enigerlei wijze uitvoeren van de motie-Kox c.s. over een tijdelijke huurstop voor zowel de sociale sector als de vrije sector



In deze motie wordt een dringend beroep op de regering gedaan om alsnog de aangenomen motie-Kox c.s. (EK 35.431, D) uit te voeren door, op enigerlei wijze, een tijdelijke huurstop mogelijk te maken, of de Kamer mee te delen dat de regering het dictum van de motie niet wil uitvoeren.



Kerngegevens

nummer 35.431, H
ingediend 2 juni 2020
behandelstatus aangenomen
toelichting behandelstatus Op 9 juni 2020 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. FVD, GroenLinks, SP, 50PLUS, PvdA, OSF, PVV en PvdD stemden voor.
indiener(s) M.J.M. Kox (SP)
mede ondertekend door F.J.M. Crone (PvdA)
G. Gerbrandy (OSF)
N.K. Koffeman (PvdD)
L.P. van der Linden (FVD)
P. Nicolaï (PvdD)
M.J. van Rooijen (50PLUS)
G.A. van Strien (PVV)
C.C.M. Vendrik (GroenLinks)
dossier(s) Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten (35.431)
behandelende commissie(s) commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
uitvoeringsstatus uitgevoerd

Bijzonderheden

De Eerste Kamer had op 16 juni 2020 ingestemd met het verzoek van het Lid Kox om op dezelfde dag een derde termijn te houden van zijn interpellatie van 2 juni 2020 over de uitvoering van zijn motie over een tijdelijke huurstop (EK 35.431, D). Tijdens deze derde termijn werd de motie-Kox (SP) c.s. over de afkeuring van het gevoerde beleid van de minister van BZK inzake een gevraagde tijdelijke huurstop (EK 35.431, K) ingediend. De Eerste Kamer heeft die motie op 23 juni 2020 na een hoofdelijke stemming aangenomen (voor: 39 Leden (PvdA, SP, PVV, FVD, GroenLinks, 50PLUS, PvdD en OSF), tegen: 36 Leden (ChristenUnie, D66, VVD, CDA, SGP en Fractie-Otten)).

De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) besprak op 8 september 2020 de brief van de minister van 29 juni 2020 (EK, L) met haar reactie op deze motie.

De Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) besprak op 16 juni 2020 de brief van de minister van BZK van 12 juni 2020 (EK 35.431, J) over de uitvoering van de motie-Kox c.s. over een tijdelijke huurstop en de brief van 5 juni 2020 (EK 35.431, I) over generieke en specifieke maatregelen voor betaalbaar huren.

Het Lid Kox had op 2 juni 2020 van de Kamer verlof gekregen voor het houden van een interpellatie over de uitvoering van zijn motie over een tijdelijke huurstop. De interpellant had vooraf interpellatievragen aangeboden. De interpellatie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vond ook op 2 juni 2020 plaats. Tijdens deze interpellatie werd de onderhavige motie. Deze motie werd op 9 juni 2020 aangenomen.

De commissie had op 2 juni 2020 kennisgenomen van het verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK van 29 mei 2020 (EK 35.431, G) over de uitvoering van de motie-Kox c.s. over een tijdelijke huurstop voor zowel de sociale sector als de vrije sector.

De commissie was met de minister in overleg getreden naar aanleiding van de brief van de minister van 20 mei 2020 (EK 35.431, F) over huurbeleid in tijden van corona. Met die brief had de minister gereageerd op een brief van de commissie van 13 mei 2020 (EK 35.431, E) over de uitvoering van die motie.



Uitvoering