35.030

Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking



Dit wetsvoorstel implementeert de Europese Anti Tax Avoidance Directive (ATAD1) in de Nederlandse wetgeving. Deze richtlijn (2016/1164PDF-document) tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt dateert van 12 juli 2016 en informatie over de totstandkoming van de richtlijn is te vinden in het Edossier E160005.

De maatregelen uit ATAD1 komen bovenop en deels in de plaats van de verschillende antimisbruikmaatregelen die Nederland al heeft in de vennootschapsbelasting. Met de toevoeging van het pakket aan maatregelen uit ATAD1 worden de mogelijkheden om belastingontwijking tegen te gaan verbeterd. Voor zover de earningsstrippingmaatregel en de Controlled Foreign Companies (CFC)-maatregel aanleiding geven tot aanpassingen die niet rechtstreeks voortvloeien uit (expliciete keuzemogelijkheden in) ATAD1, maken deze aanpassingen geen deel uit van dit implementatiewetsvoorstel. Deze wijzigingen zijn onderdeel van het wetsvoorstel Wet bronbelasting 2020 (35.028). De earningsstrippingmaatregel heeft geen consequenties voor de financiering van bij ministeriële regeling aan te wijzen op 25 oktober 2018 bestaande langlopende openbare-infrastructuurprojecten. Van een bestaand project is in dat verband sprake als de aanbestedingsprocedure voor het project vóór 25 oktober 2018 is gestart.

Het pakket Belastingplan 2019 en het onderhavige implementatiewetsvoorstel hebben een sterke budgettaire samenhang. De tariefsverlaging van de vennootschapsbelasting (Vpb) in het wetsvoorstel Wet bedrijfsleven 2019 wordt onder andere gefinancierd uit grondslagverbreding. Een grondslagverbredende maatregel betreft de earningsstrippingmaatregel in dit implementatiewetsvoorstel.


Stand van zaken

Het voorstel (EK, A) is op 15 november 2018 aangenomen door de Tweede Kamer.

Voor: SP, PvdA, GroenLinks, PvdD, DENK, 50PLUS, D66, VVD, SGP, CDA en ChristenUnie.

Tegen: FvD en PVV.

De Eerste Kamer heeft het voorstel op 18 december 2018 na stemming bij zitten en opstaan stemmen aangenomen.

Voor: SGP, ChristenUnie, VVD, PvdA, CDA, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, OSF, SP en D66.

Tegen: PVV.

De tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel ingediende motie-Köhler (SP) c.s. over de investeringsruimte voor woningcorporaties (EK, F) is op 18 december 2018 verworpen. SGP, PvdA, Groenlinks, PvdD, 50PLUS, OSF, SP en PVV stemden voor.

De plenaire behandeling van het voorstel door de Eerste Kamer, gezamenlijk met de wetsvoorstellen van het pakket Belastingplan 2019 en met het voorstel Wet fiscale maatregel rijksmonumenten (34.556), vond plaats op 11 december 2018.

Op maandag 19 november 2018 werd voor de commissie door medewerkers van het ministerie van Financiën een technische briefing over het wetsvoorstel verzorgd.


Kerngegevens

ingediend

18 september 2018

titel

Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en de Invorderingswet 1990 in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2016/1164 van de Raad van 12 juli 2016 tot vaststelling van regels ter bestrijding van belastingontwijkingspraktijken welke rechtstreeks van invloed zijn op de werking van de interne markt (PbEU 2016, L 234/26) (Wet implementatie eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking)

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2019, met dien verstande dat:
  • artikel I voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2019;
  • artikel II voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot belastingschulden waarvoor op of na 1 januari 2019 uitstel van betaling is verleend.
  • 2. 
    In afwijking van het eerste lid treedt artikel IIA in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, waarbij kan worden bepaald dat artikel IIA terugwerkt tot en met 1 januari 2019.

Documenten

4