T02210

Toezegging Verkenning benoemingen publieke mediasector (34.264)



De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Schnabel (D66), Sent (PvdA), Lintmeijer (GroenLinks) en Ten Hoeve (OSF), toe een verkenning uit te voeren naar benoemingen in de publieke mediasector (NPO, RPO, NOS, NTR, Ster, Commissariaat voor de Media en Stimuleringsfonds voor de Journalistiek). Hij zal daarbij de mogelijkheid van coöptatie onderzoeken, inzichten van internationale organisaties zoals de Raad van Europa en van domeinexperts betrekken en ook naar incompatibiliteiten te kijken. De verkenning wordt naar de Kamers gestuurd en de aanpassingen die eruit voorvloeien worden zo spoedig mogelijk in een wetsvoorstel opgenomen.


Kerngegevens

Nummer T02210
Status voldaan
Datum toezegging 1 maart 2016
Deadline 1 juli 2017
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden drs. H. ten Hoeve (OSF)
Drs. F.C.W.C. Lintmeijer (GroenLinks)
Prof.dr. P. Schnabel (D66)
Prof.dr. E.M. Sent (PvdA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen benoemingen
publieke mediasector
verkenning
Kamerstukken Toekomstbestendig maken van de publieke mediadienst (34.264)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2015/16, 34 264, F, p. 41-42

Ondanks het feit dat de procedure rond de benoeming van de Raad van Toezicht van de NPO op een transparante en onafhankelijke wijze is gegaan, geldt voor alle benoemingsprocedures bij organisaties in de publieke mediasector dat het geen kwaad kan om deze tegen het licht te houden. Dat doet recht aan de vragen van uw Kamer en de opmerkingen van professor van Eijk. Ik ben dan ook bereid om een serieuze verkenning te doen naar de procedures voor benoemingen in de mediasector waarbij de Minister betrokken is. Het gaat dan concreet om de NPO, de RPO, de NOS, de NTR, de Ster, het Commissariaat voor de Media en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Ik zal in de verkenning in het bijzonder de wijze van benoeming van de raad van bestuur van de NPO meenemen. Ik denk dat er in de benoemingsprocedures verbeteringen mogelijk zijn. Zo kan de procedure bij de benoemingen bij de NOS en de NTR transparanter en duidelijker gemaakt worden, bijvoorbeeld door open werving en selectie op basis van functieprofielen vast te leggen. Dat geldt ook voor de benoemingen bij de toezichthouder, het Commissariaat voor de Media. Leidende principes zijn openheid en transparantie, waardoor er onafhankelijk opererende toezichthouders en bestuurders worden benoemd die geselecteerd worden op inhoudelijke deskundigheid, competenties en in een zo sterk mogelijk teamverband. Op die manier kan optimaal recht gedaan worden aan zowel de onafhankelijkheid van de publieke mediainstellingen als aan de stelselverantwoordelijkheid van de Minister. Ik zal bij de verkenning ook inzichten betrekken van internationale organisaties zoals de Raad van Europa en bekijken hoe dit in andere landen om ons heen is geregeld. Ik zal u de resultaten van het onderzoek en mijn reactie hierop nog in het voorjaar sturen aan zowel de Tweede Kamer, als aan uw Kamer. Dit doe ik gelijktijdig met de reactie op de motie van de Tweede Kamerleden Mohandis en Segers.32 De motie vraagt mij te onderzoeken hoe de benoemingen van nieuwe NPO-bestuurders het meest onafhankelijk kunnen plaatsvinden. Wijzigingen die voortvloeiende uit deze verkenning en de motie, zal ik zo mogelijk meenemen in het komende wetsvoorstel over de regionale omroep.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 40

Mevrouw Sent (PvdA): Is de staatssecretaris het wel met mij eens dat de procedure die nu is gevolgd, twee zwakke punten bevat? Het eerste is dat de benoemingsadviescommissie door de staatssecretaris is ingesteld, en dus niet formeel onafhankelijk is. Het tweede is dat het advies niet bindend is. Is de staatssecretaris bereid om die twee zwakke punten mee te nemen in de door hem toegezegde serieuze verkenning?

Staatssecretaris Dekker: Het lijkt mij heel goed om deze onderdelen mee te nemen

in die verkenning.

(...)

De heer Lintmeijer (GroenLinks): Ik snap het dilemma wel waarvoor de staatssecretaris stond. Tegelijkertijd zit daar nu net het probleem. Ik sta een procedure voor waarmee de staatssecretaris nooit voor dat dilemma komt te staan. Dan hoeft hij niet te kiezen, dan hoeft hij zich niet af te vragen wat te doen: een partijgenoot benoemen en dan gedoe over zich heen krijgen of ingrijpen maar dat eigenlijk niet willen. Ik wil de staatssecretaris er juist voor behoeden dat hij voor zo'n dilemma komt te staan. Ik zeg hem dan ook: kom niet meer in die positie en laat die benoeming los. Regel het met een ander systeem, bijvoorbeeld via coöptatie, via een andere, onafhankelijk samengestelde commissie of via invloed van derden. Ik hoor graag allerlei suggesties daarover.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 41

De heer Schnabel (D66): Als de NPO al die zwaardere positie moet gaan bekleden — het is duidelijk dat de staatssecretaris dat heel graag wil en dat hij daarvan veel verwacht — dan moet de staatssecretaris ervoor zorgen dat er geen enkele kans is dat daar een politieke discussie omheen kan ontstaan door ervoor te zorgen dat zowel de raad van toezicht als de raad van bestuur op een zo onafhankelijk mogelijke manier wordt benoemd. Ik doe een beroep op de staatssecretaris om op dit punt echt, letterlijk op zijn schreden terug te keren.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 44

Staatssecretaris Dekker: Dat neemt niet weg — ik kom nu tot het punt dat de heren Lintmeijer en Schnabel hebben aangedragen — dat ik vind dat het geen kwaad kan en misschien ook, gezien de vele vragen in de Kamer, heel zinvol is om alle benoemingsprocedures bij organisaties in de publieke mediasector nog eens goed tegen het licht te houden.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 45

Staatssecretaris Dekker: Ik was bij het grotere geheel en de vraag van de heren Lintmeijer en Schnabel of het niet goed zou zijn om te kijken hoe je naar de toekomst toe een en ander nog opener en transparanter kunt doen, op een manier dat ook de onafhankelijkheid van de organisaties in ons mediabestel is gegarandeerd. Ik gaf zojuist een aantal voorbeelden waarbij het nog beter kan. Ik heb in de schriftelijke beantwoording aangegeven dat ik bereid ben een serieuze verkenning te doen naar de huidige procedures voor benoeming, waarbij de minister betrokken is, en naar verbeteringen die daarin kunnen plaatsvinden. Mijn uitgangspunt daarbij is dat die procedure transparant is, gebruikmaakt van open werving en leidt tot een onafhankelijke voordracht. Ik wil dat graag breed bekijken. In die verkenning betrek ik daarom de NPO, de RPO, de NOS, de NTR, de STER, het Commissariaat voor de Media en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Ik zal de door de Kamer genoemde aandachtspunten meenemen bij de verkenning, zoals de onwenselijkheid van het in één keer vervangen en nog een aantal andere zaken die hierbij de revue hebben gepasseerd.

(...)

Staatssecretaris Dekker: Mevrouw Sent vroeg ook naar het verdere traject. Dit is een toezegging die ik graag vanavond al wil doen. Ik denk dat het mogelijk is om die verkenning in het voorjaar af te ronden. De lessen die wij eruit kunnen leren, nemen wij vervolgens mee in het wetsvoorstel dat nog dit jaar aan de Tweede Kamer wordt voorgelegd. Dat kan parallel lopen aan het wetsvoorstel voor de regio, dat bij wijze van spreken op heel korte termijn kan worden gerealiseerd. Als er sprake is van meer fundamentele zaken, zou dat wellicht in een separaat wetsvoorstel nog dit jaar naar deze Kamer kunnen komen.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 45-46

Staatssecretaris Dekker: De heren Lintmeijer en Schnabel vroegen eigenlijk nog iets meer. Zij vroegen mij om ook fundamenteler te kijken naar de rol van de bewindspersoon bij de samenstelling van bijvoorbeeld de raden van toezicht. Ik ben bereid om dat serieus te onderzoeken, maar dat is wel een meer fundamentele vraag. Dan doet zich namelijk ook de vraag voor wie die raden van toezicht gaat benoemen en hoe die tot stand komen. Doe je dat door middel van coöptatie? Dat was een suggestie van mevrouw Sent in haar schriftelijke vragen. Ik ben daar geen groot voorstander van. We zien juist in het bedrijfsleven en in alle discussies rond governance dat een en ander zich weg beweegt van coöptatie. Kan het op een andere manier? Ja. Ik heb er ook wat ideeën over. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: de benoeming van leden van de raad van toezicht gebeurt niet door de minister, maar door het voltallig kabinet. Je kunt er ook op andere manieren procedures over afspreken, bijvoorbeeld over een voordracht van de raad van toezicht zelf, hoewel daar altijd het risico van coöptatie inzit. Je zou kunnen nadenken over de rol van het parlement, zoals dat in België gebeurt. Overigens is dat ook geen garantie als het gaat om het voorkomen van politieke sturing. Ik ga er graag het debat met de Kamer over aan. Ik wil er ook serieus naar kijken, maar de Kamer kan op dit onderdeel vanavond van mij redelijkerwijs nog geen oplossing vragen, want dit vergt nadere studie en een serieuze doordenking. Laten wij het, als wij het doen, in een keer goed doen.

De heer Lintmeijer (GroenLinks): Ik gun de staatssecretaris zijn brede verkenning, maar ik nodig hem toch van harte uit om ons hier te verklappen dat de uitkomst van die verkenning niet is dat de politiek in directe zin nog betrokken blijft bij de benoeming van de raad van toezicht. Anders kan zo'n verkenning weer alle kanten opgaan en dan hebben wij in het voorjaar dezelfde discussie, maar wel de gelegenheid gemist om het nu goed te regelen. Ik snap dat de staatssecretaris nu geen precies voorbeeld heeft, al stelt het mij niet helemaal gerust dat ik hem vooral belemmeringen hoor noemen bij alternatieven, in plaats van kansen, maar ik wil duidelijk van de staatssecretaris horen dat de directe benoeming van een voorzitter van de raad van toezicht echt van de baan is.

Staatssecretaris Dekker: Dat is een toezegging die ik kan doen als ik weet wat het alternatief is. De heer Lintmeijer komt ook nog niet met een onmiddellijke oplossing over hoe het wel op een goede manier zou kunnen, een oplossing die een aantal van de problemen die ik aandraag zou ondervangen. Ik wil er serieus naar kijken, maar dan moet er een beter alternatief zijn.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 18, item 8 - blz. 54

De heer Ten Hoeve (OSF): Nog een concrete vraag daarachteraan. Het IPO heeft gesuggereerd om het IPO zelf in de toekomst een lid van het college van toezicht te laten benoemen. Nu er toch moet worden nagedacht over een nieuwe benoemingsprocedure voor de raad van toezicht van de NPO zou dat ook kunnen en misschien wel moeten gebeuren voor deze raad van toezicht. Is de staatssecretaris bereid, dat soort alternatieve benoemingswegen te overwegen, om het zo weg te nemen van de landelijke overheden en elders te deponeren?

Staatssecretaris Dekker: Ik wil dat allemaal heel graag meenemen, ook in de verkenning die we gaan doen. Maar ook hieraan kleven weer allerlei bezwaren. Want wat je krijgt, is dat het vervolgens geen onafhankelijke raad van toezicht wordt, maar dat de verschillende belangen mensen gaan benoemen in zo'n raad van toezicht, terwijl we juist willen dat het onafhankelijk als geheel functioneert. Ik wil dat graag in kaart brengen, maar dan met de voor- en de nadelen.

Mevrouw Sent (PvdA): Ik wil eigenlijk hetzelfde punt noemen dat ik eerder aan de orde stelde bij de benoeming van de raad van toezicht van de NPO en de bemoeienis van de staatssecretaris daarmee. Want ook hier zijn er weer twee zwaktes: de benoemingsadviescommissie wordt samengesteld en benoemd door de minister en het advies is niet-bindend. Zal ook hier specifieke aandacht aan deze twee zwaktes worden geschonken bij de brede verkenning die de staatssecretaris heeft toegezegd?

Staatssecretaris Dekker: Dat lijkt me evident.

(...)

Kamerstukken I 2015/16, 34 264, H, p. 2-3

Ten derde heb ik een serieuze verkenning toegezegd naar de procedures voor benoemingen in de gehele publieke mediasector. Ik ga op korte termijn verkennen hoe de rol van de Minister daarin kan worden beperkt. Hierbij worden de benoemingsprocedures tegen het licht gehouden van de raden van toezicht van de NPO, de RPO en van de andere publieke mediaorganisaties (de NOS, NTR, Ster, het Commissariaat voor de Media en het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek). Bij het wijzigen van de rol van de Minister bij de benoemingsprocedures van de raad van toezicht van de NPO, moet rekening worden gehouden met de stelselverantwoordelijkheid van de Minister voor de NPO als zelfstandig bestuursorgaan. Het uitgangspunt bij deze wijziging is een open en transparante procedure, zonder directe benoeming van de leden van de raad van toezicht door de Minister.

Ik betrek in de verkenning de aandachtspunten die de PvdA-fractie in het debat noemde, te weten de onafhankelijkheid en samenstelling van de benoemingsadviescommissie en het gegeven dat het advies van deze commissie op dit moment niet bindend is. Ook betrek ik bij de verkenning suggesties die de leden van uw Kamer deden, zoals de mogelijkheid van

coöptatie die de PvdA en GroenLinks-fracties suggereerden.

De resultaten van de verkenning leg ik dit voorjaar voor aan de leden van uw Kamer en de leden van de Tweede Kamer. Ik zal de aanpassingen die volgen uit de verkenning zo snel mogelijk in een wetsvoorstel opnemen, dus in het eerder genoemde wetsvoorstel over de regionale omroep of in een apart wetsvoorstel dat ik nog dit jaar aan de Tweede Kamer stuur.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 21, item 3 - blz. 7

Mevrouw Sent (PvdA): Wij kijken uit naar de toegezegde serieuze verkenning, waarbij wij aandacht hebben gevraagd voor de domeinexpertise bij de verkenning. Wij hebben een aantal specifieke zwakten benoemd.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 21, item 3 - blz. 8

Mevrouw Sent (PvdA): Wat wij missen in de toezegging is ons verzoek om domeinexpertise, bijvoorbeeld in de vorm van een deskundigencommissie, expliciet bij de verkenning te betrekken.

(...)

Handelingen I 2015-2016, nr. 21, item 13 - blz. 1

Staatssecretaris Dekker: Uiteraard zal ik de eerder toegezegde verkenning naar het geheel van de benoemingen in het medialandschap, de mediasector, dit voorjaar starten. Ik zal daarbij ook de eerdere aandachtspunten van deze Kamer betrekken. De wijzigingen van de procedure voor de NPO en de RPO zullen daarbij als uitgangspunt aan de onderzoekers worden meegegeven. Tegen mevrouw Sent van de PvdA zeg ik dat ik daarbij ook onafhankelijke deskundigen — of zoals zij dat noemt "domeinexpertise" — zal betrekken.

(...)

Kamerstukken I 2015/16, 34 264, O, p. 4

Eerder heb ik al een verkenning toegezegd naar benoemingen in de publieke mediasector waarbij de Minister een rol heeft. De wijzigingen van de procedure voor de NPO en de RPO zullen daarbij als uitgangspunt aan de onderzoekers worden meegegeven. In de tweede termijn heb ik, op verzoek van de PvdA-fractie toegezegd dat ik onafhankelijke deskundigen (ook wel domeinexperts genoemd) zal betrekken bij de verkenning. In de verkenning wordt ook onderzocht op welke wijze de juridische kaders rondom incompatibiliteiten kunnen worden verhelderd.


Brondocumenten


Historie