T02162

Toezegging Voortgang vorming Nationale Politie (30.880 / 32.822)



De Minister van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid De graaf, toe vóór de begrotingsbehandeling zorg te dragen voor een samenvatting en toelichting van de herijkingsnota, aangevuld met een aantal inmiddels relevante en nieuwe ontwikkelingen.


Kerngegevens

Nummer T02162
Status voldaan
Datum toezegging 24 november 2015
Deadline 11 december 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Veiligheid en Justitie
Kamerleden Mr. Th.C. de Graaf (D66)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie overig
Onderwerpen artikel 19-overleg
korpsbeheerder
lokale driehoek
nationale politie
reorganisaties
Kamerstukken Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 2012 (32.822)
Politiewet 2012 (30.880)


Uit de stukken

Verslag van een mondeling overleg, 2015 - 2016, EK 30.880 / 32.822, X, blz. 16:

De heer De Graaf (D66):

U wijst elegant op mijn zwakke plek, voorzitter. Naar aanleiding van het gesprek van zojuist en de laatste opmerking van de heer Rombouts zou ik de minister willen vragen om voor de Eerste Kamer op te schrijven wat hij zich precies voorstelt bij de veranderingen en verbeteringen in het lokaal gezag, het artikel 19-overleg, de positie van de korpsbeheerder en de lokale driehoek. Ik weet dat dit extra werk voor zijn ambtenaren betekent, maar deze punten zijn de Eerste Kamer zeer aangelegen. We hebben daar ook al vaker over gesproken. Uit de herijkingsnota wordt niet concreet duidelijk wat eraan verbeterd wordt. Er staat wel in dat de commissie-Van der Laan voorstellen heeft gedaan tot concretisering, maar daar staat niet bij wat die precies inhouden en wat daarvan wordt gerealiseerd. De minister zou ons een plezier doen als hij voor ons die vier onderwerpen in onderling verband nog eens uiteen wil zetten in een brief.

Verslag van een mondeling overleg, 2015 - 2016, EK 30.880 / 32.822, X, blz. 20:

De heer De Graaf (D66):

Ik ben er overigens van overtuigd dat veiligheid niet alleen voor ouderen een belangrijke prioriteit is. De minister heeft zojuist gezegd dat de toevoeging aan het V en J-budget toereikend is -- ik citeer dat letterlijk -- terwijl hij tegelijkertijd zei dat een aantal punten nog een totale black box vormen. Ik zou graag willen dat de minister nog even toelicht hoe hij tot de conclusie kan komen dat het toereikend is, terwijl tegelijkertijd de uitkomsten van de commissie-Wolfsen, de cao, de evaluatie over de bezuinigingen en de huisvestingsproblematiek nog niet boven tafel zijn. Dat vergt wel enige toelichting. Mocht hij die nu niet kunnen geven, dan hebben we het daar graag over bij de V en J-begrotingsbehandeling. Ik vraag ook nadrukkelijk aandacht voor de positie van de individuele burgemeester. De regioburgemeester is in alle tien de gevallen burgemeester van een grote stad. In een enkel geval zijn het andere burgemeesters van een grote stad die aansluiten bij het regionale overleg. Zij hebben dus voldoende invloed, niet altijd op het beheer, maar in ieder geval wel gezagsmatig. De individuele burgemeester zit niet eens in een lokale driehoek, want die bestaat meestal uit meer burgemeesters en een officier van justitie. Die burgemeesters merkten onder de regionale politie al op dat ze steeds verder van de politie af kwamen te staan door het steeds centralere regime. Die burgemeesters hebben dat gevoel alleen maar meer gekregen. Als dat kan worden veranderd en als de minister dat bedoeld met "meer maatregelen nemen om het gezag op lokaal niveau meer inhoud te geven", dan zou dat fantastisch zijn. Maar dan hoop ik wel dat hij het kan concretiseren.         

Verslag van een mondeling overleg, 2015 - 2016, EK 30.880 / 32.822, X, blz. 16:

Minister Van der Steur:

Zo zou ik het inderdaad willen doen. De heer De Graaf vraagt in feite een soort samenvatting van de herijkingsnota, voorzien van een aantal concretere maatregelen die inmiddels al genomen zijn of in andere documenten zijn opgenomen. Ik stel voor dat we dat voor de begroting aanleveren. Het is inderdaad extra werk. Het zal ook een beetje een herhaling van zetten zijn op een aantal terreinen; dat zal de heer De Graaf mij moeten vergeven. De resultaten van de werkgroep-Van der Laan zijn een-op-een opgenomen in de herijkingsnota. Dat deel heb ik dus niet zelf hoeven schrijven. Ik zal dat aanleveren.

Verslag van een mondeling overleg, 2015 - 2016,EK 30.880 / 32.822, X, blz. 17:

Minister Van der Steur: Ik herhaal nog even dat ik op verzoek van de heer De Graaf vóór de begrotingsbehandeling zal zorgen voor een samenvatting van de herijkingsnota, aangevuld met een aantal inmiddels relevante en nieuwe ontwikkelingen.

De voorzitter: De heer De Graaf heeft ook gevraagd naar meer concrete punten.

Minister Van der Steur: Ja, ik zal zo concreet zijn als ik kan zijn, gegeven het feit dat we midden in een reorganisatieproces zitten dat drie jaar langer gaat duren dan we hadden gehoopt.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Als ik de heer De Graaf goed beluisterde, heeft hij ook gevraagd in te gaan op het lokale gezag en de veranderingen die daarin optreden. Dat was in ieder geval ook mijn wens. De minister is gevraagd niet alleen samen te vatten wat er in de herijkingsnota staat, maar dat juist ook toe te lichten.

De voorzitter: Samenvatten en toelichten. Zullen we het daarop houden?

Minister Van der Steur: Ik volg uw conclusie met enthousiasme.

Verslag van een mondeling overleg, 2015 - 2016, EK 30.880 / 32.822, X blz. 21:

Minister Van der Steur: Ik kom op de vraag van de heer De Graaf. Het antwoord daarop is ja en nee. Mijn voorganger zou zeggen dat hij blij zou zijn om schouder aan schouder te staan met de heer De Graaf. Ik zal de positie van de individuele burgemeester meenemen in de brief. Dat past heel mooi in de overige vragen van de heer De Graaf.


Brondocumenten


Historie