T02015

Toezegging Toezending quickscan (33.669)



De Staatssecretaris van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van de leden Koffeman (PvdD), Reuten (SP) en Vos (GroenLinks), toe het rapport met betrekking tot de quickscan aan de Kamer te sturen wanneer de regering, samen van de provinciale medebestuurders, tot een advies over dit rapport heeft kunnen komen.


Kerngegevens

Nummer T02015
Status voldaan
Datum toezegging 9 september 2014
Deadline 1 januari 2015
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden drs. N.K. Koffeman (PvdD)
dr. G.A.T.M. Reuten (SP)
Ir. M.B. Vos (GroenLinks)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen programmatische aanpak stikstof
quickscan
Kamerstukken Programmatische aanpak stikstof (33.669)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 39, item 5,  blz. 35

Staatssecretaris Dijksma:

Onder anderen mevrouw Vos heeft gevraagd naar het rapport met betrekking tot de quickscan. Ik zou tegen de heer Reuten met een knipoog willen zeggen: die komt inderdaad iets minder kwiek dan u zou willen. Ik heb in alle openheid gemeld dat wij een concept binnen hebben gekregen. Vervolgens heb ik samen met de provincies — wij zitten samen in dit hele traject — nog een overleg nodig om op basis van wat onze mensen uit dat rapport halen, te beslissen hoe we daarmee verdergaan. Natuurlijk zal het resultaat daarvan ook naar beide Kamers gaan. Alleen, het lastige is dat de discussie op basis waarvan dat rapport gemaakt is, niet feitelijk een reële relatie heeft met het nu voorliggende wetsvoorstel. Waar u het hier zodanig koppelt dat u hier niet zou kunnen besluiten zonder dit rapport, zou ik willen vaststellen dat er met name met betrekking tot ammoniak al jarenlang een discussie is — de heer Schaap heeft nog het meest beeldend uitgelegd hoe dat precies komt — over de discrepantie tussen modelmatige berekeningen en metingen. Die discussie is relevant voor de vergunningverlening, zowel voor de toekomst als voor nu. Wij zijn nu bezig met het verder voorbereiden van de PAS. Deze discussie zal ook met uw Kamer gevoerd gaan worden aan de hand van het rapport, maar dat zal u dan ook zonder de PAS met mij kunnen doen. Ik heb de hele tijd geprobeerd te betogen dat dit verhaal niet de basis is voor de PAS. De suggestie dat dit wel zo is, wordt hier gewekt, maar ik heb in eerste termijn omstandig uitgelegd hoe het precies zit en waar het mee te maken heeft en ik wil dat in tweede termijn nog wel eens uitleggen. Eigenlijk was de planning dat het rapport eind september zou komen. Dus dan had u ook niet de afweging kunnen maken. Ik vertel u dus gewoon precies hoe het zit en hoe ik met mijn medebestuurders daarover overleg wil voeren. Vanzelfsprekend krijgt de Kamer het stuk op het moment dat ik het met mijn medebestuurders die ook met dit programma te maken hebben, heb kunnen bespreken en wij hebben kunnen vaststellen wat we vervolgens gaan doen.

De heer Koffeman (PvdD):

Ik maak hier toch bezwaar tegen. De staatssecretaris legt nu inderdaad voor de derde keer omstandig uit dat de quickscan wat haar betreft geen directe relatie heeft met de PAS en dus niet bepalend zou behoeven te zijn voor ons stemgedrag. Wat we wel of niet bepalend vinden voor ons stemgedrag, is iets waar we natuurlijk zelf over gaan. Welke informatie wij willen hebben voor ons stemgedrag is dus niet aan de staatssecretaris om te bepalen. Daarbij komt dat de informatie over de quickscan verschillende keren tot ons gekomen is, zoals in de memorie van antwoord, waarin wel degelijk een relatie tussen PAS en quickscan gelegd werd; er wordt ook in gezegd dat wij een quickscan zouden krijgen. Ik constateer dat die quickscan vandaag bij de staatssecretaris gearriveerd is en dat zij er een voorschot op neemt door alvast de uitkomst te duiden. Zij heeft gezegd: nou, mijnheer Koffeman, het valt allemaal heel erg mee. De heer Schaap was er zelfs heel erg blij mee. De staatssecretaris heeft dus wel degelijk een voorschot op de uitkomst genomen. Daarmee beïnvloedt zij dus de stemming. Als wij zeggen "doe ons gewoon dat kale quickscanrapport toekomen en daarna horen wij uw interpretaties wel", dan is dat heel wat anders dan dat de staatssecretaris voor de derde keer uitlegt dat wat haar betreft de quickscan en de PAS helemaal los van elkaar staan. In de memorie van antwoord hadden ze een verband. In de beantwoording van de vragen hadden ze een verband. De staatssecretaris heeft gezegd dat het wat haar betreft allemaal reuze meevalt. Welnu, mogen wij dat ook zelf beoordelen voordat we gaan stemmen?

Staatssecretaris Dijksma:

Het zit niet in het wetsvoorstel. Als er naar gevraagd wordt in het verslag dan geven we er uiteraard antwoord op. Ik mag er verder op wijzen dat de Tweede Kamer het wetsvoorstel heeft moeten vaststellen zonder dat ze deze quickscan kende. Kennelijk is daar ook de ruimte om te wachten. Ik geef aan dat zodra ik samen met mijn provinciale medebestuurders tot een advies daarover heb kunnen komen, ik het uiteraard aan u zal toen toekomen.


Brondocumenten


Historie