T01991

Toezegging Verdeelmodel budget Wmo (33.841)



De staatssecretaris van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Barth, toe om bij het objectieve verdeelmodel voor de verdeling van het budget Wmo 2015 vanaf 2016 rekening te houden met sociaal-economische, demografische en gezondheidsverschillen tussen de gemeenten. 


Kerngegevens

Nummer T01991
Status voldaan
Datum toezegging 8 juli 2014
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Drs. M.A.M. Barth (PvdA)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen budget
maatschappelijke ondersteuning
verdeelmodel
Kamerstukken Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (33.841)


Uit de stukken

Handelingen 7 juli 2014: 37-3- 30:

Mevrouw Barth (PvdA):

Het geld is bedoeld voor mensen met een zorgvraag, en daar moet het ook heen. Dat betekent volgens de PvdA-fractie dat bij de verdeling van middelen gemeenten waar veel armere ouderen wonen, of veel mensen met een verstandelijke beperking of met een chronische ziekte, al dan niet psychisch, meer geld moeten ontvangen dan gemeenten met een jongere, rijkere en gezondere bevolking. Wij hebben gezien dat de staatssecretaris van Sociale Zaken bij het verdeelmodel van de Participatiewet scherpe keuzes heeft durven maken. Mogen we dat van deze staatssecretaris ook verwachten? Zorg naar behoefte betekent ook geld voor de gemeenten naar behoefte. Is de staatssecretaris dat met ons eens? Ziet hij bereidheid bij de VNG om de solidariteit tussen gemeenten te borgen?

Handelingen 8 juli 2014: 38-2-23

Staatssecretaris Van Rijn:

Mevrouw Barth vroeg: is het dan niet zaak om bij dat verdeelmodel ook rekening te houden met de sociaal-economische positie van de gemeenten of de inwoners van die gemeenten? Ik denk dat dit heel goed is. Ik denk dat we moeten bekijken welke parameters we in dat objectieve verdeelmodel zullen meenemen. Een gemeente met een jongere, rijkere en gezondere bevolking zal anders moeten scoren dan een gemeente waarin dat niet het geval is. Ik heb er geen illusies over dat dit tot veel discussies zal leiden, maar op grond van die parameters moeten we dat nieuwe verdeelmodel maken. Ik ben van mening dat we ook daarbij weer moeten bekijken hoe wij van A naar B komen. Dat zal niet in één keer kunnen, maar daarbij zullen we de schokken een beetje moeten matigen.

Handelingen 8 juli 2014: 38-8-19

Mevrouw Barth (PvdA):

Dan kom ik te spreken over het verdeelmodel. De staatssecretaris heeft het heel eerlijk aangegeven: vanaf 2016 is dat nog niet geregeld. Hij heeft ook aangegeven dat hij verwacht dat dat nog wel tot de nodige discussies met de gemeenten zal gaan leiden. Sommige gemeenten zullen erop vooruitgaan en anderen erop achteruit. Dat zal een enorme duw- en trekpartij opleveren. Maar voor ons staat het als een paal boven water dat de solidariteit, zoals die nu geborgd is in de AWBZ en die de basis vormt voor het zorgstelsel in Nederland, bij de verdeling van het budget van de Wmo over de gemeenten echt het uitgangspunt moet zijn. Om de staatssecretaris straks in de gesprekken met de gemeenten een steun in de rug te geven voor het borgen van dat uitgangspunt, dien ik de volgende motie in.

Handelingen 8 juli 2014: 38-8-26

Staatssecretaris Van Rijn:

De motie op letter B van mevrouw Barth, waarin de regering wordt verzocht om bij het objectieve verdeelmodel voor de verdeling van het budget Wmo 2015 vanaf 2016 rekening houden met sociaal-economische, demografische en gezondheidsverschillen tussen de gemeenten, lijkt mij een heel verstandige motie. Ik heb al gezegd dat het juist bij het creëren van de objectieve toets goed is om de factoren te bekijken die de behoefte aan ondersteuning in de thuissituatie kunnen verklaren. Ik beschouw deze motie dan ook als ondersteuning van het beleid en laat het oordeel aan de Kamer.


Brondocumenten


Historie