T01894

Toezegging Omissie in artikel 7.7, onderdeel I, van het voorstel Wet forensische zorg via veegwet herstellen (32.398)



De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen en opmerkingen van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe om in het voorstel Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013 de gemaakte fout in artikel 7.7 onderdeel I van het voorstel Wet forensische zorg ("onze minister kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur nadere regels stellen") te corrigeren. 


Kerngegevens

Nummer T01894
Status voldaan
Datum toezegging 1 april 2014
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Kamerleden Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA)
Commissie commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Algemene Maatregel van Bestuur
reparatiewetten
Veegwet
Kamerstukken Wet forensische zorg (32.398)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 25, item 7 - blz. 3-4 

mevrouw Lokin-Sassen (CDA):

Tot slot moet mij nog een laatste opmerking van het hart. Bij de tweede nota van wijziging is van regeringswege voorgesteld om aan artikel 37, eerste lid toe te voegen de zinsnede: "onze minister kan bij of krachtens AMvB ..." Mijn fractie wees er bij het voorlopig verslag tijdens de schriftelijke behandeling al op dat een minister niets bij of krachtens AMvB vermag, aangezien zulks is voorbehouden aan de regering. Daar zit de Koning bij, dat wil zeggen Koning plus minister. De regering deed deze formulering in strijd met de Grondwet af als een "kennelijke vergissing" die de wetgever uiteraard niet heeft beoogd. Zij zegde toe dit gebrek in de formulering van het onderhavige wetsvoorstel "bij de eerstvolgende gelegenheid" te zullen herstellen.

De CDA-fractie — en ik neem aan de hele Kamer — hecht zeer aan wetgeving die zorgvuldig, precies en in ieder geval in overeenstemming met de Grondwet en internationale regelingen wordt geformuleerd. Onzorgvuldigheid van formulering verraadt onzorgvuldigheid van denken. Mijn fractie dringt er bij de regering dan ook op aan om dit gebrek onverwijld, en wel via een novelle, te herstellen. Reeds vroeg in de schriftelijke behandeling is de regering gewezen op deze "kennelijke vergissing". Hierdoor is niet duidelijk wie nu de nadere regels zal stellen, de minister bij ministeriële regeling, of de regering bij AMvB. Mijn fractie is van oordeel dat dat door de regering bij AMvB behoort te geschieden en dat deze AMvB bij beide Kamers dient te worden voorgehangen. Is de regering het met ons standpunt eens? Kan de regering aangeven welke stappen zij inmiddels heeft ondernomen om deze formulering, die strijdt met de Grondwet, te corrigeren? Zij is daar immers al lang geleden van op de hoogte gesteld. Indien zij onverhoopt nog geen stappen heeft ondernomen, wil zij mijn fractie dan toezeggen dit middels een novelle dan wel reparatiewetje onverwijld alsnog te doen?

Een van de hoofdtaken van deze Kamer, die niet voor niets de "chambre de réflexion" wordt genoemd, bestaat eruit, ervoor te waken dat wetsvoorstellen regelingen bevatten in strijd met de Grondwet en internationale regelgeving. De regering kan toch niet in ernst van deze Kamer verwachten en verlangen om voor een wetsvoorstel te stemmen dat een bepaling bevat die in flagrante strijd met de Grondwet is? Kan de minister toezeggen dat dit wetsvoorstel in ieder geval niet in werking zal treden alvorens deze "kennelijke vergissing" in de wet is gecorrigeerd? Afhankelijk van de reactie van de regering op de door ons gestelde vragen, zal de CDA-fractie bepalen of zij voor of tegen het onderhavige wetsvoorstel stemt. Mijn fractie ziet met belangstelling uit naar de reactie van de regering.

Handelingen I 2013-2014, nr. 25, item 9 - blz. 1

Staatssecretaris Teeven:

Voorzitter. Ik doe dit niet snel; dit is de eerste keer in drieënhalf jaar dat ik uw Kamer erom vraag. Ik vraag u om de eerste termijn van de zijde van de regering te schorsen, met ingang van heden, om mij de gelegenheid te geven om een brief naar uw Kamer te sturen over de Wet forensische zorg en een aantal punten die door de leden zijn opgeworpen. Het onderwerp dat mevrouw Scholten heeft aangekaart, verdient geen schoonheidsprijs. Het staat wel gemeld in de memorie van antwoord op pagina 39. Het is wel een punt. Dat geldt ook voor de gemaakte fout die mevrouw Lokin-Sassen in haar eerste termijn opwerpt. Ik vind dat het kabinet die fout eerst moet herstellen in een veegwet: het wetsvoorstel Verzamelwet Veiligheid en Justitie 2013. Die zal binnenkort in de Tweede Kamer worden behandeld. Dan zijn we ook in staat om de omissie die in dit wetsvoorstel zit, fatsoenlijk te corrigeren.


Brondocumenten


Historie