T01820

Toezegging Voorhang gedelegeerde regelgeving (33.157)



De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Lokin-Sassen (CDA), toe:

  • 1. 
    de ontwerpen voor algemene maatregelen van bestuur ex de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra inzake het leerling- en onderwijsvolgsysteem en de daaraan verbonden toetsen, alsmede die betreffende de centrale eindtoets en de toelating van andere eindtoetsen ook bij de Eerste Kamer voor te hangen en
  • 2. 
    binnen drie maanden een nota van wijziging in te dienen op een bij de Tweede Kamer aanhangig wetsvoorstel om de voorhang verplicht en structureel te maken.

Kerngegevens

Nummer T01820
Status voldaan
Datum toezegging 3 december 2013
Deadline 1 juli 2014
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie lagere regelgeving
Onderwerpen Algemene Maatregel van Bestuur
Veegwet
voorhang
Kamerstukken Centrale eindtoets en leerling- en onderwijsvolgsysteem primair onderwijs (33.157)


Uit de stukken

Handelingen I 2013-2014, nr. 11, item 9 - blz. 54

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): Artikel 8, lid 7, van de WPO geeft de regering de bevoegdheid om bij of krachtens AMvB voorschriften omtrent het leerling- en onderwijsvolgsysteem en de daaraan verbonden toetsen vast te stellen. Dit is een ingrijpende en vergaande bevoegdheid, waaraan de wet geen nadere grenzen stelt. Deze bevoegdheid zou bijvoorbeeld de vrijheid van richting en inrichting van de bijzondere scholen kunnen raken. Gelet op het belang van de handhaving en waarborging van deze vrijheid van richting en inrichting is mijn fractie van oordeel dat deze AMvB – alsmede iedere opvolgende wijziging daarvan en ook de verdere delegatie van die bevoegdheden in andere regels dan bij AMvB – moet worden voorgehangen, zowel bij de Tweede Kamer als bij de Eerste Kamer. Dit is voor ons een essentieel punt.

Is de staatssecretaris bereid om toe te zeggen dat dit gebeurt, niet alleen bij de totstandkoming van de eerste AMvB – dat heeft de staatssecretaris reeds toegezegd, waarvoor onze dank – maar ook bij eventuele latere wijzigingen hiervan? De koninklijke weg zou natuurlijk een novelle zijn die een dergelijke verplichting vastlegt. Mijn fractie zou echter in dit geval, om de inwerkingtreding van de wet niet onnodig te vertragen, ook genoegen kunnen nemen met de toezegging van de staatssecretaris dat hij opname hiervan via een uiterlijk binnen drie maanden na heden in te dienen veegwetje tot stand tracht te brengen.

(...)

Mijn derde en laatste punt betreft de voorhang van de AMvB die genoemd wordt in artikel 11, lid 8, en artikel 18, lid 8 en 9, van de Wet op de expertisecentra. Ook de in deze artikelen genoemde AMvB zou naar het oordeel van de CDA-fractie moeten worden voorgehangen bij de Staten-Generaal, en dus niet alleen bij de Tweede Kamer. Is de staatssecretaris bereid om ook dit toe te zeggen en op te nemen in de eerder vermelde veegwet?

Concluderend: het moge de staatssecretaris duidelijk zijn dat mijn fractie zeer hecht aan een wettelijke plicht tot voorhang van genoemde AMvB's, niet alleen voor de eerste, maar ook voor alle daaropvolgende wijzigingen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 11, item 9 - blz. 69

Staatssecretaris Dekker: Mevrouw Lokin heeft helemaal gelijk dat het best een ingewikkeld wetsvoorstel is. Er zit heel veel aan vast en bepaalde onderdelen ervan moeten nog worden uitgewerkt in AMvB's. Zij vroeg of die onderdelen, naast de toezeggingen die ik reeds gedaan heb, in beide Kamers kunnen worden voorgehangen. Ik wil die vraag direct positief beantwoorden. Het lijkt mij goed om de mogelijkheid te hebben om daarover in het vervolgtraject te discussiëren. Ik zeg twee keer ja, want mevrouw Lokin vroeg het op twee verschillende punten en momenten. Ik denk dat ik het relatief eenvoudig kan meenemen in een veegwetje. Als de Tweede Kamer een ander wetsvoorstel in behandeling neemt, wil ik daarop een nota van wijziging indienen. Ik heb daar geen principieel bezwaar tegen en kan dus positief antwoorden op het verzoek van mevrouw Lokin. Zij zei dat het een ingewikkeld wetsvoorstel is, en dat klopt. De heer Ganzevoort zei dat het misschien ook wel een diffuus wetsvoorstel is.

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): Ik wil meteen proberen om het kort te sluiten. Kan dat veegwetje binnen drie maanden na heden worden ingevoerd? Dan hebben wij een termijn en hoort u mij de tweede ronde niet weer.

Staatssecretaris Dekker: Aan mij zal het niet liggen. Het is uiteraard aan de Kamer wanneer zij het wetsvoorstel waarop ik die wijziging moet doorvoeren om het erin te fietsen, in behandeling neemt. Ik weet niet of het in drie maanden door de Tweede Kamer kan gaan, maar ik zal in ieder geval binnen drie maanden een nota van wijziging indienen.

(...)

Handelingen I 2013-2014, nr. 11, item 9 - blz. 77

Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): Voorzitter. Ik gebruik mijn tweede termijn graag om de staatssecretaris te danken voor de toezeggingen met betrekking tot het voorhangen van de Algemene Maatregel van Bestuur in een veegwetje, zoals ik dat heb geformuleerd.


Brondocumenten


Historie