T00996

Toezegging Locaties Werk en Inkomens en kabinetsreactie op het rapport van de commissie-De Vries (31.514/31.707)



De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Eigeman, toe in haar reactie op het rapport van de commissie-De Vries in te gaan op het goed vormgeven (binnen de Locaties Werk en Inkomen / LWI’s) van specialistische dienstverlening voor kwetsbare doelgroepen, zo dicht mogelijk bij huis.


Kerngegevens

Nummer T00996
Status voldaan
Datum toezegging 23 december 2008
Deadline 1 juli 2009
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Kamerleden drs. J.H. Eigeman (PvdA)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen arbeidsmarkt
uitkeringsgerechtigden
Kamerstukken Invoering premiekorting voor het in dienst nemen van uitkeringsgerechtigden van 50 jaar en ouder en het in dienst houden van werknemers van 62 jaar en ouder (31.707)
Wijziging Wet SUWI in verband met de evaluatie van deze wet, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en deregulering (31.514)


Uit de stukken

Handelingen I 2008-2009, nr. [16] – blz. 828-835

Blz. 831

De heer Eigeman (PvdA): (….) Tot slot een vraag naar de nabije toekomst. In oktober van dit jaar verscheen het rapport van de commissie-De Vries over de toekomst van de sociale werkvoorziening, een breed ingestoken en gewaardeerd advies met een geïntegreerde visie op relaties tussen de verschillende groepen die afstand tot de arbeidsmarkt hebben, al dan niet door in henzelf gelegen factoren. Uit het rapport wordt duidelijk dat de samenwerking tussen UWV, CWI en de gemeente een belangrijke schakel is in de samenhangende aanpak. Dat vraagt om goed afgestemde sturing, waarin ruimte voor regionale en lokale differentiatie belangrijk kan zijn. Dat geldt nog zwaarder, nu in de nabije toekomst de arbeidsmarktproblematiek weer kan toenemen en het er voor de meer kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt niet gemakkelijker op zal worden. Is er in de uitwerking van het advies van de commissie-De Vries samen met de partners uit het onderhavige wetsvoorstel voldoende ruimte voor een specifieke regionale benadering? Kunnen gekozen regionale indelingen en vestigingslocaties aangepast worden wanneer de zwaarte van de problematiek daarom vraagt?

Handelingen I 2008-2009, nr. [17] – blz. 895-908

Blz. 900

Staatssecretaris Klijnsma: De fractie van de Partij van de Arbeid heeft een vraag gesteld over moeilijke doelgroepen. Zoals wij allemaal weten, heeft de commissie-De Vries hierover een rapport gepresenteerd, in relatie tot de fusie van UWV en CWI. Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, zoals mensen met een WSW-indicatie, is specialistische dienstverlening geboden. Daarvoor dient expertise op landelijk niveau verder ontwikkeld en aangeboden te worden. Vanuit die landelijke expertise zal ook binnen de LWI’s dienstverlening aan deze mensen kunnen plaatsvinden, waarbij regionale accenten kunnen worden gelegd. Wij zullen deze zaken in de kabinetsreactie op het rapport van de commissie-De Vries onderstrepen, zodat mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt hierbij kunnen worden betrokken. Wij hopen in het vroege voorjaar met die kabinetsreactie te komen.

De heer Eigeman (PvdA): Ik dank de staatssecretaris voor dit antwoord, maar wil het nog iets specifieker horen. In het licht van de discussie over de opschaling van vestigingsplaatsen van uitvoeringslocaties heeft mijn fractie benadrukt dat juist deze doelgroepen vragen om plekken dicht bij hun eigen woonsituatie, hoe die ook georganiseerd is. Het is duidelijk dat het kabinet daarover nu geen uitspraak kan doen, maar mijn fractie vindt dat de afspraken die nu zijn gemaakt, in de toekomst moeten kunnen worden veranderd, als de verdere afspraken over de uitvoering van de nota-De Vries hun beslag krijgen.

Staatssecretaris Klijnsma: De zorg van de PvdA is duidelijk en is ook onze zorg. Juist deze kwetsbare doelgroepen moeten de specialistische dienstverlening zo dicht mogelijk bij huis kunnen aantreffen. Wij gaan ervan uit – en wij zullen daarop ingaan in onze reactie op de commissie-De Vries – dat dit in de regio goed wordt vormgegeven binnen de LWI’s. Het feit dat het aantal LWI’s wordt verkleind, doet daaraan op zich niets af. Juist die specialistische dienstverlening moet je daar verankeren. Dat kun je niet heel gefragmenteerd over het hele land doen. Het is juist verstandig om die bij de LWI’s aan te haken.


Brondocumenten


Historie