T00471

Toezegging Evaluatie melding voorvallen burgerluchtvaart (29.977)



De minister van Verkeer en Waterstaat zegt toe de wet uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding door een brede werkgroep onder een onafhankelijke voorzitter te laten evalueren en te bezien of aanpassing van de wet gewenst is.


Kerngegevens

Nummer T00471
Oorspronkelijke nummer tz_JUST_2006_17
Status voldaan
Datum toezegging 17 oktober 2006
Deadline 1 juli 2009
Verantwoordelijke(n) Minister van Verkeer en Waterstaat (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Justitie
Kamerleden mr. R.H. van de Beeten (CDA)
Commissie commissie voor Justitie (Just.)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen burgerluchtvaart
evaluaties
meldingsplicht
Kamerstukken Melding voorvallen in de burgerluchtvaart (29.977)


Uit de stukken

Handelingen Eerste Kamer 2006 – 2007, 3 – [95]

blz. 108-109

Minister Peijs: Melders en gemelde gegevens worden beschermd door de aanwijzing aan het Openbaar Ministerie, waarin het terughoudende opsporings- en vervolgingsbeleid is opgenomen. […] Ik heb de Tweede Kamer toegezegd het meldingensysteem nauwlettend te zullen volgen en daarover tweemaal per jaar te rapporteren. […] Het huidige wetsvoorstel en de aanwijzing aan het Openbaar Ministerie zitten namelijk zo in elkaar dat het strafrechtelijke proces pas op gang komt wanneer opzet en schuld worden vermoed. Echter, gelet op de zorg van de Kamer zijn wij bereid om na een periode van twee jaar alsnog te bezien of andere maatregelen, zoals een aanpassing van de wet, noodzakelijk zijn. Dat kan het geval zijn wanneer uit de reeds toegezegde halfjaarlijkse evaluaties van het wetsvoorstel blijkt dat het systeem in de praktijk niet werkt en er ongewenste effecten optreden. Ik stel voor dat wij dat laten doen door een commissie onder leiding van een onafhankelijke voorzitter met een achtergrond in de vliegveiligheid. Wij hebben daar heel goede mensen voor. Deze voorzitter zou hierbij overigens ook buitenlandse ervaringen moeten betrekken.

blz. 111

De heer Van de Beeten (CDA): Ik ben ook erkentelijk […] voor de toezegging van de minister van Verkeer en Waterstaat om te komen tot een brede werkgroep onder een onafhankelijke voorzitter. Zij heeft daar echter een aanzienlijk langere termijn voor gesteld dan de termijn die ik noemde, namelijk twee jaar. Ik ben op zich geneigd om daarmee in te stemmen indien wordt afgesproken dat die werkgroep niet alleen kijkt naar het functioneren van de meldingsplicht sec, maar ook naar wat er over het algemeen is gebeurd met betrekking tot het optreden van politie en justitie ten aanzien van de luchtvaartsector. […]Ik zou dus graag hebben dat de opdracht voor deze werkgroep onder een onafhankelijk voorzitter wat breder is dan alleen een evaluatie van het functioneren van de melding.

blz. 113

Minister Peijs: Wanneer twee jaar te lang is, maken wij er anderhalf jaar van. Wij rapporteren al na een halfjaar. Men moet dus toch al een aantal rapportages hebben om over enige tijd zinnige opmerkingen te kunnen maken. Wanneer de termijn twee jaar moet zijn, vind ik dat ook goed, maar laten wij een dergelijke analyse toepassen op de praktijk. Wat mij betreft, mag die analyse het hele systeem betreffen, zoals dat uitwerkt in de eerste anderhalf jaar na inwerkingtreding van de wet. Dan kunnen wij met recht van spreken zeggen of de wet werkt. Laten wij vanuit die praktijk vervolgens zeggen of er al dan niet iets moet gebeuren. Wij willen hier allen praktisch bezig zijn en niet te legalistisch. Ons aller doel is veiligheid, zoals ik heb beluisterd bij alle sprekers.


Brondocumenten


Historie