30.479

Initiatiefvoorstel-Hamer Wet basisvoorziening kinderopvang en ontwikkelingsstimulering



Dit initiatiefvoorstel van het voormalige Tweede Kamerlid (PvdA) voorziet in de totstandkoming van een basisvoorziening voor kinderopvang.

Net als in de omringende landen moet de kinderopvang in Nederland betaalbaar en met goede kwaliteitsgaranties worden geregeld. Daarbij past een cultuuromslag in het denken over de kinderopvang, waarbij het accent op de ontwikkelingsstimulering van het kind meer centraal komt te staan. De nieuwe wet verbetert de tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang voor ouders. Ouders krijgen een inkomensafhankelijke kinderopvangtoeslag waarbij de huidige vrijwillige werkgeversbijdrage wordt overgenomen door de overheid. Voorts levert de nieuwe wet ook een bijdrage aan de ontwikkelingsstimulering van jonge kinderen, het voorkomen van onderwijsachterstanden en de vroegtijdige signalering hiervan. Het wetsvoorstel sluit ook aan op de motie Van Aartsen/Bos (Kamerstuk 30300, nr. 14PDF-document) over de voor- en naschoolse opvang door het vastleggen van de samenwerking tussen kindercentra en scholen bij het aanbieden van buitenschoolse opvang van schoolgaande kinderen.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Vervallen
Tweede Kamer
Schriftelijke voorbereiding
Plenair
Afkondiging

Het voorstel is op 17 mei 2022 vervallen vanwege het ontbreken van initiatiefnemers.


Kerngegevens

ingediend

7 maart 2006

titel

Voorstel van wet van het lid Hamer houdende regels met betrekking tot een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang en waarborging van de kwaliteit van kinderopvang (Wet basisvoorziening kinderopvang en ontwikkelingsstimulering

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

inwerkingtreding

  • 1. 
    Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende paragrafen, artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
  • 2. 
    De artikelen 1, onder b, onder 3°, 2, zevende lid, derde zin, 2, negende lid, tweede zin, 3c en 4, derde lid, van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Documenten

0

Er zijn geen documenten gevonden.