Als het wetsvoorstel is aanvaard in de Eerste Kamer gaat het naar het Kabinet van de Koning voor ondertekening door de Koning. Vervolgens gaat het naar het ministerie waar de betrokken bewindspersoon ondertekent. Dit laatste is het zogenaamde 'contraseign'.
Daarna wordt de wet geplaatst (afgekondigd) in het Staatsblad. De zorg daarvoor berust bij de minister van Justitie en Veiligheid.
De inwerkingtreding kan worden geregeld in de wet zelf, bij Koninklijk besluit of bij een aparte wet inzake de inwerkingtreding.
Soms treden onderdelen van een wet op afzonderlijke tijdstippen in werking.