Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2013/0304(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0173/2014

Ingediende teksten :

A7-0173/2014

Debatten :

Stemmingen :

PV 17/04/2014 - 9.10
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2014)0454

Aangenomen teksten
PDF 263kWORD 83k
Donderdag 17 april 2014 - Straatsburg
Strafbare feiten en straffen op het gebied van de illegale drugshandel ***I
P7_TA(2014)0454A7-0173/2014
Resolutie
 Geconsolideerde tekst

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 17 april 2014 over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel, wat de definitie van drug betreft (COM(2013)0618 – C7-0271/2013 – 2013/0304(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0618),

–  gezien artikel 294, lid 2, en artikel 83, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7‑0271/2013),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van Protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door het Lagerhuis van het Verenigd Koninkrijk en door het Hogerhuis van het Verenigd Koninkrijk, en waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en het advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid (A7-0173/2014),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

3.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 17 april 2014 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2014/.../EU van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel, wat de definitie van drug betreft
P7_TC1-COD(2013)0304

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 83, lid 1,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)  Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad(2) voorziet in een gemeenschappelijke aanpak van de bestrijding van de illegale drugshandel, die een bedreiging vormt voor de gezondheid, de veiligheid en de levenskwaliteit van de EU-burgers, alsook voor de wettige economie, de stabiliteit en de veiligheid van de lidstaten. Het bevat gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende de bepaling van strafbare feiten en sancties om te vermijden dat problemen ontstaan bij de samenwerking tussen de justitiële autoriteiten en rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten, die te wijten zijn aan het feit dat bepaalde feiten niet strafbaar zijn krachtens zowel het recht van de verzoekende staat als dat van de aangezochte staat.

(1 bis)  Het opstellen van gemeenschappelijke minimumvoorschriften binnen de hele Unie betreffende de bepaling van strafbare feiten en sancties zal uiteindelijk de bescherming van de volksgezondheid ten goede komen en bijdragen tot beperking van de schade die voortvloeit uit illegale drugshandel en drugsgebruik. [Am. 1]

(2)  Kaderbesluit 2004/757/JBZ is van toepassing op de stoffen die vallen onder het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen van 1961 (zoals gewijzigd bij het Protocol van 1972) en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971 (hierna " de VN-verdragen" genoemd) alsmede op de synthetische drugs die in de Unie onder controle zijn geplaatst in het kader van Gemeenschappelijk Optreden 97/396/JBZ(3), die een vergelijkbaar gevaar voor de volksgezondheid vormen als de stoffen die onder de VN-verdragen vallen.

(3)  Kaderbesluit 2004/757/JBZ moet ook gelden voor de stoffen die krachtens Besluit 2005/387/JBZ van de Raad(4) onderworpen zijn aan controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties, en een vergelijkbaar gevaar voor de volksgezondheid vormen als de stoffen die onder de VN-verdragen vallen.

(4)  Regelmatig duiken nieuwe psychoactieve stoffen op met een soortgelijke werking als de stoffen die onder de VN-verdragen vallen, zoals producten die synthetische cannabinoïdereceptor-agonisten bevatten, en deze verspreiden zich snel in de Unie. Bepaalde nieuwe psychoactieve stoffen brengen ernstige gezondheids-, sociale en veiligheidsrisico’s en risico's voor de volksgezondheid met zich mee, zoals blijkt uit Verordening (EU) nr..../... van het Europees Parlement en de Raad(5). Op grond van die verordening kunnen maatregelen worden genomen om de productie, vervaardiging, het op de markt aanbieden, met inbegrip van de invoer naar de Unie, het vervoer en de uitvoer uit de Unie van nieuwe psychoactieve stoffen die ernstige gezondheids-, sociale en veiligheidsrisico’s meebrengen, te verbieden. Om de beschikbaarheid van nieuwe psychoactieve stoffen die ernstige risico’s meebrengen voor individuen en voor de samenleving, effectief te beperken en om de handel in deze stoffen in de Unie en de betrokkenheid van criminele organisaties, die vaak aanzienlijke winst maken met illegale drugshandel, te ontmoedigen, moeten de in het kader van die verordening genomen permanente marktbeperkingsmaatregelen gepaard gaan met evenredige strafrechtelijke bepalingen, die uitsluitend gericht zijn op producenten, leveranciers en verspreiders, en niet op individuele gebruikers. [Am. 2]

(4 bis)  De vraag naar nieuwe psychoactieve stoffen die ernstige gezondheids-, sociale en veiligheidsrisico's met zich meebrengen kan doeltreffend worden teruggedrongen door een inclusieve en participatieve strategie te ontwikkelen, waarvan de verspreiding van wetenschappelijk onderbouwde informatie over de volksgezondheid en vroegtijdige waarschuwingen aan gebruikers integraal deel uitmaken, zodat schade voorkomen en beperkt kan worden. [Am. 3]

(5)  De Nieuwe psychoactieve stoffen die aan permanente marktbeperking zijn onderworpen overeenkomstig Verordening (EU) nr. .../..., moeten, na toevoeging aan de bijlage bij Kaderbesluit 2004/757/JBZ, derhalve onder de strafrechtelijke bepalingen het strafrecht van de Unie inzake illegale drugshandel vallen. Dit zou ook helpen het rechtskader van de Unie te stroomlijnen en te verduidelijken aangezien dezelfde strafrechtelijke bepalingen van toepassing zouden zijn op stoffen die onder de VN-verdragen vallen en op de meest schadelijke nieuwe psychoactieve stoffen. De Met het oog op de toevoeging van dergelijke stoffen aan de bijlage dient de bevoegdheid om handelingen in de zin van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Commissie te worden gedelegeerd wat betreft de wijziging van de bijlage en derhalve de definitie van "drug" in Kaderbesluit 2004/757/JBZ. moet derhalve worden gewijzigd Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadpleging overgaat, onder meer op deskundigenniveau. De Commissie moet bij de voorbereiding en opstelling van de gedelegeerde handelingen ervoor zorgen dat de desbetreffende documenten tijdig en op gepaste wijze gelijktijdig worden toegezonden aan het Europees Parlement en aan de Raad. [Am. 4]

(6)  Met het oog op een snelle aanpak van de opkomst en verspreiding van schadelijke nieuwe psychoactieve stoffen in de Unie moeten de lidstaten de bepalingen van Kaderbesluit 2004/757/JBZ toepassen op nieuwe psychoactieve stoffen met ernstige gezondheids-, sociale en veiligheidsrisico’s binnen twaalf maanden nadat deze die zijn onderworpen aan permanente marktbeperking zijn onderworpen marktbeperkingen uit hoofde van Verordening (EU) nr. .../... vanwege de ernstige gezondheids-, sociale en veiligheidsrisico's die ze meebrengen, binnen twaalf maanden nadat die nieuwe psychoactieve stoffen zijn toegevoegd aan de bijlage bij dat kaderbesluit. [Am. 5]

(6 bis)  In deze richtlijn worden, in overeenstemming met de bepalingen van Kaderbesluit 2004/757/JBZ die erdoor worden gewijzigd, geen bepalingen opgenomen die het bezit van nieuwe psychoactieve stoffen voor persoonlijk gebruik strafbaar stellen, onverminderd het recht van de lidstaten om het bezit van drugs voor persoonlijk gebruik op nationaal niveau strafbaar te stellen. [Am. 6]

(6 ter)  De Commissie dient de impact van Kaderbesluit 2004/757/JBZ op het aanbod van drugs te beoordelen, eveneens op basis van door de lidstaten verstrekte informatie. Hiertoe dienen de lidstaten gedetailleerde informatie te verstrekken over de distributiekanalen voor psychoactieve stoffen op hun grondgebied die worden gebruikt om psychoactieve stoffen te leveren die bedoeld zijn voor distributie in andere lidstaten, zoals gespecialiseerde winkels en onlinehandelaren, alsook over andere kenmerken van hun respectieve drugsmarkten. Het Europees Waarnemingscentrum voor drugs en drugsverslaving moet de lidstaten ondersteunen bij het verzamelen en delen van correcte, vergelijkbare en betrouwbare gegevens over het drugsaanbod. [Am. 7]

(6 quater)  De lidstaten moeten de Commissie gegevens verstrekken over verschillende indicatoren met betrekking tot wetshandhavingsinterventies op hun grondgebied, met inbegrip van ontmantelde faciliteiten voor de productie van drugs, misdrijven in verband met de levering van drugs, de nationale consumentenprijzen voor drugs en forensische analyses van in beslag genomen drugs. [Am. 8]

(7)  Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk de toepassing van de op illegale drugshandel toepasselijke strafrechtelijke bepalingen van de Unie uitbreiden tot nieuwe psychoactieve stoffen met ernstige gezondheids-, sociale en veiligheidsrisico’s, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Unie kan worden verwezenlijkt , kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen . Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(8)  Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en in het bijzonder het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het vermoeden van onschuld en de rechten van de verdediging, en het recht om niet tweemaal in een strafrechtelijke procedure voor hetzelfde delict te worden berecht of gestraft, en het legaliteitsbeginsel en evenredigheidsbeginsel inzake delicten, alsmede het recht op toegang tot preventieve gezondheidszorg en op medische verzorging. [Am. 9]

(8 bis)  De Unie en haar lidstaten dienen de Unie-aanpak op basis van de grondrechten, preventie, geneeskundige verzorging en de beperking van schade verder uit te werken, teneinde drugsgebruikers te helpen om hun verslaving te overwinnen en om de negatieve gevolgen van drugs voor de maatschappij, de economie en de volksgezondheid te verminderen. [Am. 10]

(9)  [Overeenkomstig artikel 3 van het Protocol Nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hebben het Verenigd Koninkrijk en Ierland kennis gegeven van hun wens om aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn deel te nemen.]

EN/OF

(10)  [Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol Nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat Protocol nemen het Verenigd Koninkrijk en Ierland niet deel aan de aanneming en toepassing van deze richtlijn, die niet bindend is voor, noch van toepassing is in die lidstaten.]

(11)  Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol Nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de aanneming van deze richtlijn, die derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in die lidstaat.

(12)  Kaderbesluit 2004/757/JBZ moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Kaderbesluit 2004/757/JBZ wordt als volgt gewijzigd:

(1)  Artikel 1, punt 1, komt als volgt te luiden:"

"1. Voor de toepassing van dit kaderbesluit wordt verstaan onder "drugs" elk van de volgende stoffen:

   (a) alle stoffen die vallen onder het Enkelvoudig Verdrag van de Verenigde Naties inzake verdovende middelen van 1961 (zoals gewijzigd bij het Protocol van 1972) en het Verdrag van de Verenigde Naties inzake psychotrope stoffen van 1971;
   (b) alle in de bijlage opgenomen stoffen;
   (c) alle nieuwe psychoactieve stoffen die ernstige gezondheids-, sociale en veiligheidsrisico’s vormen en aan permanente marktbeperkingen zijn onderworpen op grond van [artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr..../... inzake nieuwe psychoactieve stoffen] mengsels of oplossingen die een of meer van de onder a) en b) opgesomde stoffen bevatten;”; [Am. 11]

"

(1 bis)  Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

(a)  Het inleidende zinsdeel van lid 1 wordt vervangen door:"

"1. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de hieronder opgesomde opzettelijke gedragingen als omschreven in het nationale recht strafbaar worden gesteld:"; [Am. 12]

"

(b)  Lid 2 wordt vervangen door:"

"2. De in lid 1 beschreven gedragingen vallen niet onder dit kaderbesluit wanneer uitsluitend wordt beoogd te voorzien in het persoonlijk gebruik als omschreven in het nationale recht."; [Am. 13]

"

(1 ter)  De volgende artikelen worden ingevoegd:"

"Artikel 8 bis

Bevoegdheidsdelegatie

De Commissie is bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de bijlage bij dit kaderbesluit, in het bijzonder tot toevoeging aan de bijlage van nieuwe psychoactieve stoffen die onderworpen zijn aan permanente marktbeperkingen uit hoofde van artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad*. [Am. 15]

Artikel 8 ter

Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie

1.  De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde voorwaarden.

2.  De in artikel 8 bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor een periode van tien jaar te rekenen vanaf ...(6). De Commissie stelt uiterlijk negen maanden voor het einde van de termijn van tien jaar een verslag op over de bevoegdheidsdelegatie. De bevoegdheidsdelegatie wordt stilzwijgend met nog eens tien jaar verlengd, tenzij het Europees Parlement of de Raad zich uiterlijk drie maanden vóór het einde van deze termijn tegen deze verlenging verzet.

3.  Het Europees Parlement of de Raad kan de in artikel 8 bis bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet.

4.  Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees Parlement en de Raad.

5.  Een overeenkomstig artikel 8 bis vastgestelde gedelegeerde handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die termijn de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad met twee maanden verlengd. [Am. 16]

________________________

* Verordening (EU) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad van ... [inzake nieuwe psychoactieve stoffen] (PB L ...).";

"

(2)  In artikel 9 worden volgende leden toegevoegd:"

"3. Ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen die zijn onderworpen aan permanente marktbeperking op grond van [artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) nr..../... inzake nieuwe psychoactieve stoffen] worden toegevoegd aan de bijlage bij dit kaderbesluit, doen de lidstaten de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen van dit kaderbesluit op deze nieuwe psychoactieve stoffen binnen twaalf maanden na de inwerkingtreding van de permanente marktbeperking wijziging van de bijlage. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede. [Am. 14]

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar dit kaderbesluit verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

4.  Uiterlijk ...(7) en vervolgens om de vijf jaar gaat de Commissie na in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben getroffen om aan dit kaderbesluit te voldoen en publiceert zij een verslag.”

"

(3)  Zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn, wordt een bijlage toegevoegd.

Artikel 2

Omzetting

De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk ...(8) aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze richtlijn treedt in werking op ...(9).

Artikel 4

Adressaten

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te ...,

Voor het Europees Parlement Voor de Raad

De voorzitter De voorzitter

BIJLAGE

"BIJLAGE

Lijst van stoffen bedoeld in artikel 1, punt 1, onder b)

(a)  P-Methylthioamphetamine of 4-Methylthioamphetamine, zoals bedoeld in Besluit 1999/615/JBZ van de Raad(10).

(b)  Paramethoxymethylamphetamine of N-methyl-1-(4-methoxyphenyl)-2-aminopropaan, zoals bedoeld in Besluit 2002/188/JBZ van de Raad(11).

(c)  2,5-dimethoxy-4-iodophenethylamine, 2,5-dimethoxy-4-ethylthiophenethylamine, 2,5-dimethoxy-4-(n)-propylthiophenethylamine en 2,4,5-trimethoxyamphetamine, zoals bedoeld in Besluit 2003/847/JBZ van de Raad(12).

(d)  1-benzylpiperazine of 1-benzyl-1,4-diazacyclohexaan of N-benzylpiperazine of benzylpiperazine, zoals bedoeld in Besluit 2008/206/JBZ van de Raad(13).

(e)  4-methylmethcathinone, zoals bedoeld in Besluit 2010/759/EU van de Raad(14).

(f)  4-methylamphetamine, zoals bedoeld in Besluit 2013/129/EU van de Raad(15).

(g)  5-(2-aminopropyl)indool, zoals bedoeld in UitvoeringsBesluit 2013/496/EU van de Raad(16).".

(1) Standpunt van het Europees Parlement van 17 april 2014.
(2)Kaderbesluit 2004/757/JBZ van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de vaststelling van minimumvoorschriften met betrekking tot de bestanddelen van strafbare feiten en met betrekking tot straffen op het gebied van de illegale drugshandel (PB L 335 van 11.11.2004, blz. 8).
(3)Gemeenschappelijk Optreden 97/396/JBZ van 16 juni 1997 op basis van artikel K.3 van het Verdrag van de Europese Unie betreffende de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle inzake nieuwe synthetische drugs (PB L 167 van 25.6.1997, blz. 1).
(4)Besluit 2005/387/JBZ van de Raad van 10 mei 2005 inzake de uitwisseling van informatie, de risicobeoordeling en de controle ten aanzien van nieuwe psychoactieve stoffen (PB L 127 van 20.5.2005, blz. 32).
(5) Verordening (EU) nr. .../... van het Europees Parlement en de Raad [inzake nieuwe psychoactieve stoffen] (PB L...).
(6) Datum van inwerkingtreding van deze richtlijn.
(7) 5 jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn.
(8) 12 maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn.
(9) Datum van inwerkingtreding van Verordening (EU) nr. .../... [inzake nieuwe psychoactieve stoffen[.
(10)Besluit 1999/615/JBZ van de Raad van 13 september 1999 houdende omschrijving van 4-MTA als nieuwe synthetische drug die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties moet worden onderworpen (PB L 244 van 16.9.1999, blz. 1).
(11)Besluit 2002/188/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 houdende controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties betreffende PMMA als nieuwe synthetische drug (PB L 063 van 6.3.2002, blz. 14).
(12)Besluit 2003/847/JBZ van de Raad van 27 november 2003 houdende controlemaatregelen en strafrechtelijke sancties betreffende de nieuwe synthetische drugs 2C-I, 2C-T-2, 2C-T-7 en TMA-2 (PB L 321 van 6.12.2003, blz. 64).
(13)Besluit 2008/206/JBZ van de Raad van 3 maart 2008 houdende omschrijving van 1-benzylpiperazine (BZP) als nieuwe psychoactieve stof die aan controlemaatregelen en strafrechtelijke bepalingen moet worden onderworpen (PB L 63 van 7.3.2008, blz. 45).
(14)Besluit 2010/759/EU van de Raad van 2 december 2010 betreffende het onderwerpen van 4-methylmethcathinone (mephedrone) aan controlemaatregelen (PB L 322 van 8.12.2010, blz. 44).
(15)Besluit 2013/129/EU van de Raad van 7 maart 2013 betreffende het onderwerpen van 4-methylamfetamine aan controlemaatregelen (PB L 72 van 15.3.2013, blz. 11).
(16)UitvoeringsBesluit 2013/496/EU van de Raad van 7 oktober 2013 betreffende het onderwerpen van 5-(2-aminopropyl)indool aan controlemaatregelen (PB L 272 van 12.10.2013, blz. 44).

Juridische mededeling - Privacybeleid