Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2011/0242(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A7-0200/2012

Ingediende teksten :

A7-0200/2012

Debatten :

PV 11/06/2013 - 17
CRE 11/06/2013 - 17

Stemmingen :

PV 12/06/2013 - 8.10
CRE 12/06/2013 - 8.10
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P7_TA(2013)0259

Aangenomen teksten
PDF 204kWORD 23k
Woensdag 12 juni 2013 - Straatsburg
Tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen ***I
P7_TA(2013)0259A7-0200/2012

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 12 juni 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 562/2006 teneinde te voorzien in gemeenschappelijke regels inzake de tijdelijke herinvoering van het grenstoezicht aan de binnengrenzen in uitzonderlijke omstandigheden (COM(2011)0560 – C7-0248/2011 – 2011/0242(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

–  gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0560),

–  gezien artikel 294, lid 2, en de artikelen 77, leden 1 en 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7–0248/2011),

–  gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien de gemotiveerde adviezen die in het kader van protocol nr. 2 betreffende de toepassing van de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid zijn uitgebracht door de Franse Nationale Vergadering, de Nederlandse Eerste Kamer, de Nederlandse Tweede Kamer, het Portugese parlement, de Roemeense Senaat, het Slowaakse parlement en de Zweedse Rijksdag waarin wordt gesteld dat het ontwerp van wetgevingshandeling niet strookt met het subsidiariteitsbeginsel,

–  gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 30 mei 2013 om het standpunt van het Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

–  gezien artikel 55 van zijn Reglement,

–  gezien het verslag van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7–0200/2012),

1.  stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.  hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

3.  verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.  verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Juridische mededeling - Privacybeleid