Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/0276(CNS)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0270/2007

Ingediende teksten :

A6-0270/2007

Debatten :

PV 09/07/2007 - 21
CRE 09/07/2007 - 21

Stemmingen :

PV 10/07/2007 - 8.37
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0325

Aangenomen teksten
PDF 279kWORD 136k
Dinsdag 10 juli 2007 - Straatsburg
Inventarisatie, inaanmerkingneming en bescherming van Europese kritieke infrastructuur *
P6_TA(2007)0325A6-0270/2007

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 10 juli 2007 over het voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren (COM(2006)0787 – C6-0053/2007 – 2006/0276(CNS))

(Raadplegingsprocedure)

Het Europees Parlement,

–   gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2006)0787)(1),

–   gelet op artikel 308 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het Parlement door de Raad is geraadpleegd (C6-0053/2007),

–   gezien de conclusies van de Raad van 1 en 2 december 2005 aangaande de beginselen voor een Europees programma inzake kritieke infrastructuur,

–   gezien zijn aanbeveling van 7 juni 2005 aan de Europese Raad en de Raad inzake de bescherming van kritieke infrastructuur in het kader van de terrorismebestrijding(2),

–   gelet op artikel 51 van zijn Reglement,

–   gezien het rapport van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken en de adviezen van de Commissie economische en monetaire zaken, de Commissie industrie, onderzoek en energie en de Commissie vervoer en toerisme (A6-0270/2007),

1.   hecht zijn goedkeuring aan het Commissievoorstel, als geamendeerd door het Parlement;

2.   verzoekt de Commissie haar voorstel krachtens artikel 250, lid 2 van het EG-Verdrag dienovereenkomstig te wijzigen;

3.   verzoekt de Raad, wanneer deze voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst, het Parlement hiervan op de hoogte te stellen;

4.   verzoekt dat de overlegprocedure als bedoeld in de gemeenschappelijke verklaring van 4 maart 1975 wordt ingeleid ingeval de Raad voornemens is af te wijken van de door het Parlement goedgekeurde tekst;

5.   wenst opnieuw te worden geraadpleegd ingeval de Raad voornemens is ingrijpende wijzigingen aan te brengen in het voorstel van de Commissie;

6.   verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.

Door de Commissie voorgestelde tekst   Door het Parlement ingediende amendementen
Amendement 1
Titel
Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren
Voorstel voor een richtlijn van de Raad inzake de inventarisatie van prioritaire sectoren met Europese kritieke infrastructuur, de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur en de beoordeling van de noodzaak de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren
Amendement 2
Overweging 2
(2)  Op 17 november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een Groenboek betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, waarin beleidsopties voor het opzetten van het programma en van het netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) zijn opgenomen. Uit de op het Groenboek ontvangen reacties blijkt duidelijk dat het noodzakelijk is dat een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van kritieke infrastructuur wordt opgezet. Er werd erkend dat het nodig is de capaciteit voor de bescherming van kritieke infrastructuur in Europa op te voeren en deze infrastructuur minder kwetsbaar te maken. De nadruk werd gelegd op het belang van het subsidiariteitsbeginsel en van overleg met de belanghebbende partijen.
(2)  Op 17 november 2005 hechtte de Commissie haar goedkeuring aan een Groenboek betreffende een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur, waarin beleidsopties voor het opzetten van het programma en van het netwerk voor waarschuwing en informatie inzake kritieke infrastructuur (CIWIN) zijn opgenomen. De op het Groenboek ontvangen reacties onderstrepen de mogelijke meerwaarde van een gemeenschappelijk kader voor de bescherming van kritieke infrastructuur opgezet. Er werd erkend dat het nodig is de capaciteit voor de bescherming van kritieke infrastructuur in Europa op te voeren en deze infrastructuur minder kwetsbaar te maken. De nadruk werd gelegd op het belang van de essentiële beginselen van subsidiariteit, evenredigheid, complementariteit, alsook van overleg met de belanghebbende partijen.
Amendement 3
Overweging 3
(3)  In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen, maar dient voorrang te worden gegeven aan terroristische dreigingen. Indien het niveau van de beschermingsmaatregelen tegen een bijzonder grote dreiging in een bepaalde sector met kritieke infrastructuur toereikend wordt geacht, moeten de betrokken partijen zich concentreren op andere dreigingen waarvoor zij nog gevoelig zijn.
(3)  In december 2005 heeft de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken de Commissie verzocht een voorstel voor een Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur (EPCIP) in te dienen en besloten dat dit gebaseerd moet zijn op een alle risico's omvattende aanpak, waarbij de bestrijding van terroristische dreigingen als prioriteit zou gelden. Bij een dergelijke aanpak dient in het proces ter bescherming van kritieke infrastructuur rekening te worden gehouden met van de mens uitgaande, technologische dreigingen en natuurrampen, maar ook met structureel bepaalde dreigingen. Aan terroristische dreigingen moet echter voorrang worden gegeven.
Amendement 4
Overweging 4
(4)  De hoofdverantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt momenteel bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Dat dient zo te blijven.
(4)  De primaire en uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de bescherming van kritieke infrastructuur ligt bij de lidstaten en de eigenaren/exploitanten van dergelijke infrastructuur. Omdat nationale diensten het best weten wat er in hun land gebeurt, dient daarom van een bottom-up aanpak ten aanzien van de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te worden uitgegaan.
Amendement 5
Overweging 4 bis (nieuw)
4 bis.  De bescherming van kritieke infrastructuur is van essentiële betekenis voor de binnenlandse veiligheid in de Unie en voor het welzijn van de onderdanen van de Unie. Tenslotte kan vernietiging of ontwrichting van bepaalde infrastructuur mensenlevens kosten, het milieu en economische goederen vernietigen en tevens het vertrouwen van het publiek in bescherming en voorzorg door de overheid nadelig beïnvloeden.
Amendement 6
Overweging 5
(5)  Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in twee of meer lidstaten of in een andere lidstaat dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen en om infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur aan te merken, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. De vraag of het nodig is de bescherming van dergelijke kritieke infrastructuur te verbeteren, moet op grond van een gemeenschappelijke regeling worden beoordeeld. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd.
(5)  Er zijn een aantal kritieke infrastructuurvoorzieningen in de Gemeenschap waarvan de ontwrichting of vernietiging invloed zou kunnen hebben in drie of meer lidstaten of in ten minste twee andere lidstaten dan die waarin de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het kan daarbij met name gaan om grensoverschrijdende, sectoroverstijgende effecten die het gevolg zijn van interdependenties tussen onderling gekoppelde infrastructuurvoorzieningen. Om dergelijke Europese kritieke infrastructuur in kaart te brengen, dient gebruik te worden gemaakt van een gemeenschappelijke procedure. Op grond van gemeenschappelijke criteria dient een lijst van prioritaire sectoren met Europese kritieke infrastructuur te worden opgesteld. Er dient een gemeenschappelijk actiekader te worden vastgesteld voor de bescherming van dergelijke Europese kritieke infrastructuur, dat de lidstaten in de gelegenheid stelt het potentiële gevaar voor kritieke infrastructuur op hun grondgebied te verminderen door het nemen van passende maatregelen. Bilaterale programma's voor samenwerking tussen de lidstaten op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur hebben hun nut en doeltreffendheid bewezen in geval van grensoverschrijdende kritieke infrastructuur. Het Europees programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur moet op een dergelijke samenwerking worden gebaseerd.
Amendement 7
Overweging 5 bis (nieuw)
(5 bis)  In bepaalde sectoren bestaan al maatregelen die de inventarisatie, de aanmerking en bescherming van Europese kritieke infrastructuur regelen. Een toekomstige regeling op Gemeenschapsniveau mag - als zij geen extra veiligheid oplevert - in deze sectoren niet tot een duplicering leiden.
Amendement 8
Overweging 6
(6)  Aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en specifieke behoeften op dat gebied hebben, moet een communautaire aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke sector en van de in elke sector bestaande maatregelen, waaronder die welke reeds op EU-niveau en op nationaal en regionaal niveau bestaan, alsmede eventueel reeds bestaande grensoverschrijdende overeenkomsten inzake wederzijdse bijstandsverlening tussen eigenaren/exploitanten van kritieke infrastructuur. Gezien de zeer grote betrokkenheid van de particuliere sector bij het risicotoezicht, het risicobeheer, de bedrijfscontinuïteitsplanning en het herstel na rampen moet een communautaire aanpak de volledige betrokkenheid van de particuliere sector aanmoedigen. Om deze sectorale aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken, dient een gemeenschappelijke lijst van sectoren met kritieke infrastructuur te worden opgesteld.
(6)  Aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring en deskundigheid op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur en specifieke behoeften op dat gebied hebben, moet een communautaire aanpak van de bescherming van kritieke infrastructuur worden ontwikkeld en ten uitvoer gelegd met inachtneming van de specifieke kenmerken van elke sector en van de in elke sector bestaande maatregelen, waaronder die welke reeds op EU-niveau en op nationaal en regionaal niveau bestaan, alsmede eventueel reeds bestaande grensoverschrijdende overeenkomsten inzake wederzijdse bijstandsverlening tussen eigenaren/exploitanten van kritieke infrastructuur. Gezien de zeer grote betrokkenheid van de particuliere sector bij het risicotoezicht, het risicobeheer, de bedrijfscontinuïteitsplanning en het herstel na rampen dient een communautaire aanpak de volledige betrokkenheid van de particuliere sector te waarborgen. Om deze sectorale aanpak van de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te vergemakkelijken, dient een gemeenschappelijke lijst van sectoren met kritieke infrastructuur te worden opgesteld.
Amendement 9
Overweging 6 bis (nieuw)
(6 bis)  Europese kritieke infrastructuur dient zodanig te worden ontworpen dat onnodige banden met en vestiging in derde landen tot een minimum worden beperkt. Vestiging van elementen van Europese kritieke infrastructuur buiten de EU verhoogt de kans op terroristische aanvallen met een overloopeffect op de infrastructuur als geheel, toegang van terroristen tot buiten de EU opgeslagen gegevens, alsmede het risico van niet-naleving van de Gemeenschapswetgeving, en daarmee vergroting van de kwetsbaarheid van de hele infrastructuur.
Amendement 10
Overweging 7
(7)  Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een beveiligingsplan op te stellen, waarin de kritieke infrastructuur wordt geïnventariseerd en waarin passende beveiligingsmaatregelen voor de bescherming ervan worden aangereikt. In het beveiligingsplan van de exploitant moet rekening worden gehouden met de kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses alsmede met andere, door de autoriteiten van de lidstaat verstrekte relevante informatie.
(7)  Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een beveiligingsplan op te stellen, waarin de kritieke infrastructuur wordt geïnventariseerd en waarin passende beveiligingsmaatregelen voor de bescherming ervan worden aangereikt. In het beveiligingsplan van de exploitant moet rekening worden gehouden met de kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses alsmede met andere, door de autoriteiten van de lidstaat verstrekte relevante informatie. Deze beveiligingsplannen dienen ter kennis te worden gebracht van de contactpunten van de bescherming van Europese kritische infrastructuur (ECIP) in de lidstaten. Overeenstemming met de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen zou voldoende kunnen zijn om tegemoet te komen aan de eis een beveiligingsplan vast te stellen en bij te werken.
Amendement 11
Overweging 8
(8)  Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen teneinde de samenwerking en de communicatie met de nationale autoriteiten voor de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken.
(8)  Elke eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur dient een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen teneinde de samenwerking en de communicatie met de nationale autoriteiten voor de bescherming van kritieke infrastructuur te vergemakkelijken. Overeenstemming met de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen zou voldoende kunnen zijn om tegemoet te komen aan de eis een veiligheidsverbindingsfunctionaris aan te wijzen.
Amendement 12
Overweging 10
(10)  Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande kwetsbaarheden, dreigingen en risico's te worden uitgewerkt.
(10)  Teneinde het gemakkelijker te maken de bescherming van Europese kritieke infrastructuur te verbeteren, dienen gemeenschappelijke methoden voor de inventarisatie en classificatie van met betrekking tot infrastructuurvoorzieningen bestaande dreigingen en risico's en structurele kwetsbaarheden te worden uitgewerkt en ten uitvoer gelegd.
Amendement 13
Overweging 11
(11)  Alleen een gemeenschappelijk kader kan de vereiste basis voor een coherente uitvoering van maatregelen ter bescherming van Europese kritieke infrastructuur en een duidelijke afbakening van de respectieve bevoegdheden van alle belanghebbenden verschaffen. De eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur dienen toegang te krijgen tot beproefde methoden ter bescherming van kritieke infrastructuur.
(11)  Door afbakening van de respectieve bevoegdheden van alle belanghebbenden kan een gemeenschappelijk kader de vereiste basis voor een coherente uitvoering van maatregelen ter bescherming van Europese kritieke infrastructuur verschaffen. De lidstaten en eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur dienen toegang te krijgen tot beproefde methoden ter bescherming van kritieke infrastructuur.
Amendement 14
Overweging 12
(12)  Voor een doeltreffende bescherming van kritieke infrastructuur is communicatie, coördinatie en samenwerking op nationaal niveau en op EU-niveau vereist. Deze wordt het best verwezenlijkt door de aanwijzing in elke lidstaat van contactpunten voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur, die kwesties die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen zowel intern als met andere lidstaten en de Commissie moeten coördineren.
(12)  Voor een doeltreffende bescherming van Europese kritieke infrastructuur is communicatie, coördinatie en samenwerking op nationaal niveau en op EU-niveau vereist. Deze wordt het best verwezenlijkt door de aanwijzing in elke lidstaat van ECIP-contactpunten, die kwesties die de ECIP zowel intern als met andere lidstaten en de Commissie moeten coördineren.
Amendement 15
Overweging 13
(13)  Teneinde op gebieden die tot een zekere mate van vertrouwelijkheid nopen activiteiten te ontwikkelen die de bescherming van kritieke infrastructuur betreffen, moet in het kader van deze richtlijn voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie worden gezorgd. Bepaalde inlichtingen over de bescherming van kritieke infrastructuur zijn van die aard dat openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang waar dit de openbare veiligheid betreft. Bepaalde gegevens over kritieke infrastructuur die zouden kunnen worden gebruikt om plannen te maken en feiten te plegen die onaanvaardbare gevolgen zouden hebben voor deze installaties, dienen als vertrouwelijk te worden behandeld en zowel op het niveau van de Gemeenschap als van de lidstaten slechts op een "need-to-know"-basis te worden verstrekt.
Teneinde op gebieden die tot een zekere mate van vertrouwelijkheid nopen activiteiten te ontwikkelen die de bescherming van Europese kritieke infrastructuur betreffen, moet in het kader van deze richtlijn voor een coherente en veilige uitwisseling van informatie wordt gezorgd. Bepaalde inlichtingen over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur zijn van die aard dat openbaarmaking ervan zou leiden tot ondermijning van de bescherming van het openbaar belang waar dit de openbare veiligheid betreft. Bepaalde gegevens over kritieke infrastructuur die zouden kunnen worden gebruikt om plannen te maken en feiten te plegen die onaanvaardbare gevolgen zouden hebben voor deze installaties, dienen als vertrouwelijk te worden behandeld en zowel op het niveau van de Gemeenschap als van de lidstaten slechts op een "need-to-know"-basis te worden verstrekt.
Amendement 16
Overweging 14
(14)  Informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn. Teneinde de uitwisseling van informatie aan te moedigen, dient het voor het bedrijfsleven duidelijk te zijn dat de voordelen van de uitwisseling van informatie over kritieke infrastructuur opwegen tegen de kosten ervan voor het bedrijfsleven en de samenleving in het algemeen. De uitwisseling van informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur moet derhalve worden aangemoedigd.
(14)  Informatie over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur moet worden uitgewisseld op basis van vertrouwen en vertrouwelijkheid. De uitwisseling van informatie vereist een zodanige vertrouwensrelatie dat ondernemingen en organisaties weten dat hun gevoelige gegevens voldoende beschermd zijn.
Amendement 17
Overweging 15
(15)  Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen bestaan, dienen deze verder te worden gebruikt en zullen deze tot de volledige uitvoering van deze richtlijn bijdragen.
(15)  Deze richtlijn vult op het niveau van de Gemeenschap en in de lidstaten bestaande sectorspecifieke maatregelen aan. Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen en wettelijke voorschriften bestaan, dienen deze te worden uitgevoerd en toegepast om bij te dragen tot de verbetering van de openbare veiligheid Daarbij dienen doublures en tegenstrijdigheden met deze richtlijn en het ontstaan van extra kosten die geen bijkomende veiligheid opleveren, te worden voorkomen.
Amendement 18
Overweging 17
(17)  Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de instelling van een procedure voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede de uitwerking van een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.
(17)  Daar de doelstellingen van deze richtlijn, namelijk de instelling van een procedure voor de inventarisatie en voor de aanmerking van prioritaire sectoren met Europese kritieke infrastructuur, alsmede de uitwerking van een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren, niet in alle gevallen voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt en derhalve wegens de omvang van het optreden beter door de Gemeenschap kunnen worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken, maar bijzondere aandacht dient te worden besteed aan de financiële haalbaarheid voor eigenaren of exploitanten en voor de lidstaten.
Amendement 19
Artikel 1
Bij deze richtlijn wordt een procedure ingesteld voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren.
Bij deze richtlijn wordt een procedure ingesteld voor de inventarisatie van prioritaire sectoren met Europese kritieke infrastructuur en voor de aanmerking van infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur, alsmede een gemeenschappelijke aanpak om te beoordelen of het nodig is de bescherming van dergelijke infrastructuur te verbeteren.
Amendement 20
Artikel 2, letter b)
b)  "Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in twee of meer lidstaten, of in een enkele lidstaat, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur;
b)  "Europese kritieke (ook wel: "vitale") infrastructuur": die kritieke infrastructuur waarvan de verstoring of vernietiging een belangrijke invloed zou hebben in drie of meer lidstaten, of in ten minste twee lidstaten, indien dit een andere lidstaat is dan die waar de kritieke infrastructuur zich bevindt. Het betreft bijvoorbeeld effecten die het gevolg zijn van sectoroverstijgende afhankelijkheden van andere soorten infrastructuur;
Amendement 21
Artikel 2, letter d)
d) "kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur;
d) "structurele kwetsbaarheid": een kenmerk van een onderdeel van het ontwerp, de uitvoering of het functioneren van kritieke infrastructuur dat deze vatbaar maakt voor verstoring of vernietiging door een dreiging, waaronder afhankelijkheid van andere soorten infrastructuur;
(Deze wijziging geldt voor de gehele wetstekst; goedkeuring van dit amendement maakt technische aanpassingen in de gehele tekst noodzakelijk.)
Amendement 22
Artikel 3, lid 1
1.  De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zij kunnen worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure.
1.  De voor de inventarisatie van Europese kritieke infrastructuur te gebruiken sectoroverstijgende en sectorspecifieke criteria dienen te worden gebaseerd op bestaande beschermingscriteria en vastgesteld en gewijzigd overeenkomstig artikel 308 van het EG-Verdrag en artikel 203 van het Euratom-Verdrag.
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle sectoren met kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [een jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld.
De sectoroverstijgende criteria die horizontaal van toepassing zijn op alle sectoren met Europese kritieke infrastructuur worden uitgewerkt met inachtneming van de ernst van het effect van de verstoring of vernietiging van een bepaalde infrastructuurvoorziening. Zij worden uiterlijk [een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn] vastgesteld.
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur en, waar nodig, worden de relevante belanghebbende partijen daarbij betrokken. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld.
De sectorspecifieke criteria worden voor prioritaire sectoren uitgewerkt en gebaseerd op de bestaande sectorspecifieke beschermingsmaatregelen met inachtneming van de kenmerken van de afzonderlijke sectoren met kritieke infrastructuur en daarbij worden alle relevante belanghebbende partijen betrokken, aangezien de verschillende sectoren beschikken over specifieke ervaring, deskundigheid en benodigdheden op het gebied van de bescherming van kritieke infrastructuur. Deze criteria worden voor elke prioritaire sector uiterlijk één jaar na de aanmerking ervan als prioritaire sector vastgesteld.
Waar op het niveau van de Gemeenschap reeds mechanismen bestaan, dienen ze gebruikt te blijven worden. Doublures of tegenstrijdigheden tussen de verschillende wetgeving of bepalingen dienen tot elke prijs te worden voorkomen.
Amendement 23
Artikel 3, lid 2
2.  Jaarlijks kiest de Commissie de in bijlage I vermelde prioritaire sectoren waarvoor de in lid 1 bedoelde criteria moeten worden uitgewerkt.
Schrappen
Bijlage I kan overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure worden gewijzigd voor zover het toepassingsgebied van deze richtlijn daardoor niet wordt uitgebreid.
Amendement 24
Artikel 3, lid 3
3.  Elke lidstaat stelt een inventaris op van de kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die voldoet aan de overeenkomstig de leden 1 en 2 vastgestelde criteria.
3.  Elke lidstaat stelt een inventaris op van de mogelijke Europese kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de mogelijke Europese kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die voldoet aan de overeenkomstig de lid 1 vastgestelde criteria, uiterlijk één jaar na de vaststelling van de relevante criteria en vervolgens doorlopend.
Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk één jaar na de vaststelling van de relevante criteria en vervolgens doorlopend in kennis van de kritieke infrastructuur die aldus is geïnventariseerd.
Amendement 25
Artikel 4, titel
Aanmerking als Europese kritieke infrastructuur
Inventarisatie van, en aanmerking als prioritaire sectoren
Amendement 26
Artikel 4, lid -1 (nieuw)
-1.  Elke lidstaat stelt een inventaris op van de kritieke infrastructuur die zich op zijn grondgebied bevindt en van de kritieke infrastructuur buiten zijn grondgebied die invloed kan hebben op zijn grondgebied en die overeenkomstig de in artikel 3, lid 1 vastgestelde criteria als zodanig moeten worden aangemerkt.
Elke lidstaat stelt de Commissie uiterlijk één jaar na de vaststelling van de relevante criteria, en vervolgens doorlopend, in kennis van de kritieke infrastructuur die aldus is geïnventariseerd.
Amendement 27
Artikel 4, lid 1
1.  Op grond van de overeenkomstig artikel 3, lid 3, tweede alinea, gedane kennisgevingen en van andere informatie waarover zij beschikt, stelt de Commissie een lijst voor van als Europese kritieke infrastructuur aan te merken kritieke infrastructuur.
1.  Op grond van de overeenkomstig lid -1 gedane kennisgevingen en van andere informatie waarover zij beschikt, stelt de Commissie een lijst voor van prioritaire sectoren met Europese kritieke infrastructuur.
Amendement 28
Artikel 4, lid 1 bis (nieuw)
1 bis.  Europese kritieke infrastructuur dient zodanig te worden ontworpen dat banden met, en vestiging in derde landen tot een minimum worden beperkt.
Amendement 29
Artikel 4, lid 2
2.  De lijst van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte kritieke infrastructuur wordt vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure.
2.  De lijst van prioritaire sectoren met kritieke infrastructuur wordt vastgesteld en gewijzigd door de Commissie.
De lijst kan worden gewijzigd overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure.
Amendement 30
Artikel 4 bis (nieuw)
Artikel 4 bis
Verwerking van persoonsgegevens
2 bis.  De verwerking van persoonsgegevens door Europese kritieke infrastructuur, hetzij rechtstreeks of via een intermediair, die nodig is voor de activiteiten van bescherming van de Europese kritische infrastructuur, vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 over de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van de gegevens1 en de toepasselijke beginselen met betrekking tot gegevensbescherming. De gegevensverwerking vindt plaats op het grondgebied van de Unie, en het spiegelen van gegevens in derde landen is om veiligheidsredenen niet toegestaan.
________________
1 PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.
Amendement 31
Artikel 5, lid 1 en 2
1.  Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van zich op zijn grondgebied bevindende Europese kritieke infrastructuur dat zij een beveiligingsplan opstellen en dat zij dit ten minste om de twee jaar herzien.
1.  Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van zich op zijn grondgebied bevindende Europese kritieke infrastructuur dat zij een beveiligingsplan opstellen en dat zij dit ten minste om de twee jaar herzien.
De Commissie en de Raad keuren een lijst goed van bestaande beschermingsmaatregelen die van toepassing zijn op specifieke sectoren die zijn opgenomen in bijlage 1. Bij de naleving van één of meer van de bestaande beschermingsmaatregelen moet worden voldaan aan de eis een beveiligingsplan op te stellen.
2.  In het beveiligingsplan van de exploitant wordt de Europese kritieke infrastructuur geïnventariseerd en worden passende beveiligingsoplossingen voor de bescherming ervan voorgesteld overeenkomstig bijlage II. Sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant waarin bestaande communautaire maatregelen in aanmerking worden genomen, kunnen overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure worden vastgesteld.
2.  In het beveiligingsplan van de exploitant wordt de Europese kritieke infrastructuur geïnventariseerd en worden passende beveiligingsoplossingen voor de bescherming ervan voorgesteld overeenkomstig bijlage II. Sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant waarin bestaande communautaire maatregelen in aanmerking worden genomen, kunnen door de Raad worden vastgesteld.
De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 11, lid 2, bedoelde procedure beslissen dat aan de voorwaarde dat een beveiligingsplan van de exploitant moet worden opgesteld en herzien, is voldaan wanneer de maatregelen in acht zijn genomen die van toepassing zijn op specifieke sectoren die in bijlage I zijn vermeld.
Amendement 32
Artikel 5, lid 3
3.  De eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur legt het beveiligingsplan binnen één jaar na de aanmerking van kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur voor aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat.
3.  De eigenaar/exploitant van Europese kritieke infrastructuur legt het beveiligingsplan binnen één jaar na de aanmerking van kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur voor aan het bevoegde ECIP-contactpunt.
Wanneer op grond van lid 2 sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant worden vastgesteld, wordt het beveiligingsplan van de exploitant pas binnen één jaar na de vaststelling van de sectorspecifieke vereisten aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat voorgelegd.
Wanneer op grond van lid 2 sectorspecifieke vereisten voor het beveiligingsplan van de exploitant worden vastgesteld, wordt het beveiligingsplan van de exploitant pas binnen één jaar na de vaststelling van de sectorspecifieke vereisten aan het bevoegde ECIP-contactpunt voorgelegd.
Amendement 33
Artikel 5, lid 5
5.  Wanneer Richtlijn 2005/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende het verhogen van de veiligheid van havens in acht is genomen, is voldaan aan de voorwaarde dat een beveiligingsplan van de exploitant moet worden opgesteld.
Schrappen
Amendement 34
Artikel 6, lid 1
1.  Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur op zijn grondgebied dat zij een veiligheidsverbindings-functionaris aanwijzen als contactpunt voor veiligheidsaangelegenheden tussen de eigenaar/exploitant van de infrastructuur en de voor de bescherming van kritieke infrastructuur bevoegde autoriteiten in de lidstaat. De veiligheidsverbindings-functionaris wordt aangewezen binnen één jaar na de aanmerking van de kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur.
1.  Elke lidstaat verlangt van de eigenaren/exploitanten van Europese kritieke infrastructuur op zijn grondgebied dat zij een veiligheidsverbindings-functionaris aanwijzen als contactpunt voor veiligheidsaangelegenheden tussen de eigenaar/exploitant van de infrastructuur en het ECIP-contactpunt in de lidstaat. De veiligheidsverbindingsfunctionaris wordt aangewezen binnen één jaar na de aanmerking van de kritieke infrastructuur als Europese kritieke infrastructuur.
De Commissie en de Raad stellen een lijst van bestaande beschermingsmaatregelen op voor de specifieke sectoren die in bijlage I zijn vermeld. Bij de naleving van een of meer van de beschermingsmaatregelen die zijn vermeld in de in artikel 5, lid 1 bedoelde lijst, moet worden voldaan aan de eis een veiligheidsfunctionaris aan te wijzen.
Amendement 35
Artikel 6, lid 2
2.  Elke lidstaat deelt alle relevante informatie over vastgestelde risico's en dreigingen mee aan de voor de betrokken Europese kritieke infrastructuur bevoegde veiligheidsverbindingsfunctionarissen.
2.  Elke lidstaat deelt alle relevante informatie over vastgestelde risico's en dreigingen mee aan de voor de betrokken Europese kritieke infrastructuur bevoegde veiligheidsverbindingsfunctionarissen via het nationale ECIP-contactpunt.
Amendement 36
Artikel 7, lid 2
2.  Elke lidstaat brengt binnen 18 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in elke in bijlage I genoemde sector.
2.  Elke lidstaat brengt binnen 12 maanden na de vaststelling van de in artikel 4, lid 2, bedoelde lijst en vervolgens om de twee jaar een beknopt verslag uit over de structurele kwetsbaarheden, dreigingen en risico's die zijn vastgesteld in de Europese kritieke infrastructuren.
Er zal een gemeenschappelijk model voor deze verslagen worden uitgewerkt overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure.
Er zal een gemeenschappelijk model voor deze verslagen worden uitgewerkt door de Commissie en goedgekeurd door de Raad.
Amendement 37
Artikel 7, lid 3
3.  De Commissie beoordeelt per sector of specifieke beschermingsmaatregelen vereist zijn voor Europese kritieke infrastructuur.
3.  De Commissie en de lidstaten beoordelen per sector of specifieke beschermingsmaatregelen vereist zijn voor Europese kritieke infrastructuur. Er wordt rekening gehouden met bestaande goede praktijken en beproefde methodes.
Amendement 38
Artikel 7, lid 4
4.  Er kunnen per sector gemeenschappelijke methoden voor kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure.
4.  Indien dit noodzakelijk wordt geacht, kunnen er per sector gemeenschappelijke methoden voor structurele kwetsbaarheids-, dreigings- en risicoanalyses voor Europese kritieke infrastructuur worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 11, lid 3, bedoelde procedure. Zulke gemeenschappelijke methoden dienen rekening te houden met bestaande methoden.
Amendement 39
Artikel 8
De Commissie staat de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur.
De Commissie en de lidstaten staan de eigenaren/exploitanten van als Europese kritieke infrastructuur aangemerkte infrastructuur bij door toegang te verlenen tot beproefde methoden voor de bescherming van kritieke infrastructuur.
Amendement 40
Artikel 10, lid 2
2.  Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een passend veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd.
2.  Personen die namens een lidstaat vertrouwelijke informatie behandelen uit hoofde van deze richtlijn, moeten een optimaal veiligheidsniveau hebben dat door de betrokken lidstaat wordt gecontroleerd.
Amendement 41
Artikel 10, lid 3
3.  De lidstaten zien erop toe dat de aan de lidstaten of aan de Commissie verstrekte informatie over de bescherming van kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van kritieke infrastructuur wordt gebruikt.
3.  De lidstaten en de Commissie zien erop toe dat de aan hen verstrekte informatie over de bescherming van Europese kritieke infrastructuur niet voor enig ander doel dan de bescherming van Europese kritieke infrastructuur wordt gebruikt en dat het evenredigheidsbeginsel uit materieel oogpunt, alsmede de beschermwaardige grondrechten en instellingen onvoorwaardelijk in aanmerking worden genomen.
Amendement 42
Artikel 11
Artikel 11
Comité
1.  De Commissie wordt bijgestaan door een comité dat is samengesteld uit een vertegenwoordiger van elk contactpunt voor aangelegenheden in verband met de bescherming van kritieke infrastructuur.
2.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 3 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
3.  Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.
De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.
4.  Het comité stelt zijn reglement van orde vast.
Schrappen
Amendement 43
Artikel 12, lid 1, alinea 1
1.  De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2007 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
1.  De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 31 december 2008 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mede, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Amendement 44
Bijlage I, titel
Lijst van sectoren met kritieke infrastructuur
Lijst van mogelijke sectoren met kritieke infrastructuur
Amendement 45
Bijlage I, sector III, deelsector 9
Radiocommunicatie en navigatie
Radiocommunicatie, navigatie en radio-frequentie identificatie (RFID)
Amendement 46
Bijlage I, sector VII, deelsector 19
Betalingsinfrastructuur en –systemen en infrastructuur en systemen voor de clearing en afwikkeling van effecten
Betalingsinfrastructuur en –systemen en infrastructuur en systemen voor de clearing en afwikkeling van effecten en hun service providers.
Amendement 47
Bijlage I, sector VII, deelsector 19 bis (nieuw)
19 bis.  Bank- en verzekeringswezen

(1) Nog niet in het PB gepubliceerd.
(2) PB C 124 E van 25.5.2006, blz. 250.

Juridische mededeling - Privacybeleid