Plenair Van Aelst-den Uijl bij behandeling Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds 2024



Verslag van de vergadering van 12 maart 2024 (2023/2024 nr. 23)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 12.25 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Van Aelst-den Uijl i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Voordat ik op de begroting, de wijzigingen en onze vragen hierover zal ingaan, wil ik eerst iets breder ingaan op het Nederlandse landbouwbeleid en de SP-visie hierop.

De voorzitter:

Wilt u iets dichter bij de microfoon gaan staan?

Mevrouw Van Aelst-den Uijl (SP):

In de wereld wordt er met groot respect gekeken naar de Nederlandse land- en tuinbouw. Op tal van lijstjes hoort Nederland bij de wereldtop: als grote voedselexporteur, voor een vooraanstaande landbouwuniversiteit, innovatieve landbouwresearch en als trendsetter in de sectoren glastuinbouw, bloementeelt, zaadveredeling, varkenshouderij en zuivel. Bovendien hebben heel veel wereldvoedselconcerns hun hoofdkantoor in Nederland. Deze ontwikkeling van boeren, wetenschappers en ondernemers in de kleine Nederlandse delta is eigenlijk best bijzonder.

Er is echter ook een keerzijde. De ontwikkeling gaat samen met schaalvergroting en intensivering van ons grondgebruik. Het landbouwsysteem is in de greep van grote handelshuizen, voedselproducenten, supermarktketens, zuivelconcerns, zaadveredelaars, voorverkopers, lobbyisten en banken. Ze opereren op wereldschaal en verdringen in het globale zuiden de lokale landbouw en het tropisch regenbos ten faveure van sojaplantages en palmolie. Veevoer en kunstmest worden in Nederland op grote schaal geïmporteerd en een grote hoeveelheid mest blijft hier in Nederland achter, met desastreuze effecten op kwaliteit van natuur, milieu en gezondheid van mensen.

Voorzitter. De minister stelt in de begroting het gebruik van kunstmest te willen verminderen door alternatieven uit dierlijke mest te stimuleren. Echter, met kunstmest is er nog een ander groot probleem, namelijk de niet oneindig beschikbare fosfor. Welke maatregelen treft de minister om te voorkomen dat fosfor verdwijnt na eenmalig gebruik omdat het vernietigd wordt in een riool of via biovergisting? Kortom, hoe gaat deze minister fosforgebruik circulair maken zolang wij nog gebruikmaken van kunstmest?

De internationaal opererende bedrijven zijn de aanjagers van schaalvergroting en intensivering. In hun kielzorg nemen ze universiteiten, onderzoeksinstellingen en overheden mee. Het hele landbouwsysteem is op dit moment gericht op meer, groter en goedkoper. Wat er nog aan natuur over is in agrarisch gebied, wordt bestreden met landbouwgif ten gunste van een grotere oogst. Boerenland raakt op die manier zo dood als een pier. Bodem en grondwater zijn vervuild en de uitstoot van ammoniak bedreigt de biodiversiteit in onze natuurgebieden.

Voorzitter, over dat landbouwgif, dat in de begroting "gewasbeschermingsmiddelen" wordt genoemd. De minister spreekt over afbouw, maar de SP is heel benieuwd of dat ook de opstelling van Nederland is in het huidige beleid. We vragen de minister hoe het in deze begroting genoemde voornemen zich bijvoorbeeld verhoudt tot het feit dat Nederland zich in november afzijdig heeft gehouden bij een stemming in Europa over het mogelijk verbieden van glyfosaat. De Eerste Kamer dient de doelmatigheid, doeltreffendheid en handhaafbaarheid van wetten en beleid te bezien. Maar hoe doeltreffend is beleid dat uw eigen gedrag als minister ondergraaft? Wat gaat de minister doen om het handelen van de eigen regering in lijn te brengen met de beleidsvoornemens van haar eigen begroting?

Voorzitter. Terug naar de visie van de SP. Ruimte voor natuurlijk gedrag van vee is sterk beperkt en het aantal stalbranden is duizelingwekkend. GroenLinks-PvdA refereerde zojuist al aan de dieronterende schandalen waarover we alleen al de afgelopen weken hebben kunnen lezen in de krant. Het ter discussie stellen van de noodzaak van toezicht en handhaving op al deze veehouderijen verbaast ons dan ook zeer. De gezondheid van mens en dier staat steeds meer op het spel, zo lieten onder andere Q-koorts en diverse varianten van vogelgriep zien. Om het land met grote machines te kunnen bewerken is de grondwaterstand in Nederland flink naar beneden gebracht. Daardoor oxideert het veen, met als gevolg een sterke toename van CO2-uitstoot, steeds meer land dat eigenlijk onbruikbaar is voor tuinbouw en veeteelt en een nog lager grondwaterpeil: een desastreuze cirkel. Daarnaast is in de glastuinbouw het energieverbruik zo gigantisch, ook na vele pogingen tot verduurzaming, dat ook de impact van de energiecrisis zich laat zien in de glastuinbouw, want soms is energie te duur om nog door te kunnen gaan met de bedrijfsvoering. Zo veel energie wordt er namelijk gebruikt.

De boerenstand in Nederland is en wordt door al deze ontwikkelingen steeds verder gedecimeerd. Veel gezinsbedrijven produceren in armoede en veel boeren hebben een inkomen onder de armoedegrens. Het zijn alleen de grote, kapitaalintensieve bedrijven die overblijven. Bedrijven die de band met natuur, landschap en samenleving eigenlijk ook steeds meer aan het verliezen zijn. Onterecht worden boeren vaak met de nek aangekeken vanwege alle probleem in de land- en tuinbouw. Ook onterecht worden alle boeren over één kam geschoren, agro-industrieel én kleinschaliger. Vele boeren zouden echt wel anders willen, maar zijn afhankelijk van internationale concerns die de markt dicteren. Het onderkennen van al deze werkelijke problemen — een veel te intensieve landbouw — is de halve oplossing.

Wij zijn als SP bijzonder geïnspireerd geraakt door verschillende praktische alternatieven die boeren zelf hebben ontwikkeld, ook wel "boerenlandbouw" genoemd, een mooie geuzennaam voor tal van alternatieven die gepraktiseerd worden, zoals biologische landbouw, ecologische landbouw, natuurinclusieve landbouw, permacultuur, stadslandbouw en gemeenschapslandbouw. De oplossing ligt in een radicale koerswijziging: stoppen met het stimuleren van intensivering en schaalvergroting, en al die initiatieven ondersteunen die leiden tot een landbouw gestoeld op draagkracht van bodem, water, lucht en natuur; een landbouw die draagvlak heeft onder de bevolking en die boeren een welverdiende boterham biedt voor hun veelzijdige beroep.

Hoewel de Nederlandse boer de beste, zo niet allerbeste, duurzaamste boer ter wereld is, moet het echt beter. Dat betekent niet stilstaan. Het betekent ook niet terug in de tijd. Het betekent voorwaarts tegen de stroom in, tegen wereldconcerns op die de landbouw in hun greep hebben. Om de bakens te verzetten is niet een terugtredende maar een heel sterke overheid nodig. Een gezonde landbouw en gezonde voeding zijn veel meer dan een product dat aan de markt kan worden overgelaten. De markt gaat dit niet oplossen, al helemaal niet zonder een regering die eisen stelt en toezicht houdt.

Over biologische landbouw — het CDA refereerde daar net al even aan, geloof ik — stelt de Algemene Rekenkamer dat het beleid zoals het ministerie dat eigenlijk al heel lang heeft ter stimulering van biologische landbouw, tot op heden niet heeft geleid tot een toename van de biologische landbouw. In deze begroting streeft de minister naar een verdere toename. Wij vragen ons als SP af welk aanvullend beleid de minister beoogt om daadwerkelijk een groei van de biologische landbouw te bewerkstelligen. Kennelijk was wat we tot nu toe deden, niet genoeg. Daar halen we het niet mee.

Bij de behandeling in de Tweede Kamer stemde de SP-fractie voor diverse voorstellen die het landbouwbeleid een stap verder in de richting van menselijker, duurzamer en ecologischer zouden moeten brengen. Dat is een beginnetje, maar zeker niet uitputtend. In de wijziging van de begroting zijn nog een aantal middelen toegevoegd om onder andere provincies wat lucht te geven om door te kunnen gaan met de implementatie van oplossingen. Er wordt deels voorkomen dat overheden, provincies gedwongen worden om te handhaven. Zoals gezegd zijn dat nuttige wijzigingen, mits het totale landbouwbeleid zou zijn zoals wij het net omschreven.

Wij hebben nog wel een aantal vragen. Op welke termijn denkt de minister te komen met voldoende stikstofruimte die gebruikt kan worden om de PAS-melders te legaliseren? Met andere woorden: hoelang blijven al deze mensen nog in onzekerheid? Heeft de minister een overzicht van alle stikstofbanken die zijn opgezet in Nederland, de hoeveelheid beschikbare stikstofruimte in deze banken en de wijze en regels op basis waarvan al deze stikstofruimte wordt ingezet? Is de minister ook bereid om dat overzicht aan ons als Kamer aan te leveren? Heeft de minister een beeld van alle stikstofruimte die in Nederland via intern en extern salderen wordt ingezet en van hoeveel stikstofruimte inmiddels is ingezet voor het beloofde natuurherstel? Ook hiervan graag een overzicht. Kan de minister daarnaast aangeven welke oplossingen er worden gezocht voor de zogenaamde interimmers?

Voorzitter. Ter afsluiting nog even terug naar onze visie. De toekomst van de Nederlandse landbouw ligt naar onze mening in de omvorming van de grootschalige intensieve landbouw naar een landbouw op de schaal van het gezinsbedrijf, met meer oog voor milieu, natuur en landschap en stevig ingebed in de lokale samenleving. Hoe die er precies uit gaat zien en zich verder zal ontwikkelen, moet de toekomst vanzelfsprekend uitwijzen, maar wij denken dat het een pluriforme ontwikkeling zal worden. Er kan aangesloten worden bij de vele initiatieven die er nu al zijn en die soms tientallen jaren geleden al zijn ingezet door boeren die níét kozen voor schaalvergroting.

Het is een veelzijdig samenstel van initiatieven zoals biologische landbouw, ecologische landbouw en natuurinclusieve landbouw. Opkomende initiatieven zijn voedselbossen, permacultuur, stadslandbouw en gemeenschapslandbouw, community-supported agriculture, een beweging waarin de directe koppeling tussen producent en consument met zoveel mogelijk uitschakeling van tussenhandel en supermarkt wordt gerealiseerd. We moeten naar meer lokale en regionale voedselproductie, biologisch en herkenbaar, met een grote variëteit aan producten. We rangschikken voornoemde ontwikkelingen graag onder de term "boerenlandbouw". Dat heeft de positieve klank van een geuzennaam. Het zijn tenslotte die veelzijdige boeren die het moeten doen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan zijn we bijna bij de pauze aanbeland, maar niet dan nadat ik u heb gevraagd of een van de aanwezige leden nog in eerste termijn het woord wilde voeren. Dat is niet het geval.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering. Na de lunchpauze gaan we verder met de eerste termijn van de kant van de regering.