Plenair Perin-Gopie bij behandeling Regeling financiële ondersteuning fracties Eerste Kamer 2023



Verslag van de vergadering van 28 november 2023 (2023/2024 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.48 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Perin-Gopie i (Volt):

Dank u wel, voorzitter. Veel dank aan de initiatiefnemer voor het doen van dit voorstel. Ik denk dat veel collega's het met mij eens zullen zijn als ik stel dat wij in deze Kamer heel belangrijk werk doen. Ons werk is zo belangrijk omdat wij wetten toetsen op hun uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid en ook op de wetskwaliteit. Dat is geen simpele taak en het is ook geen taak die je even snel kunt verrichten. Wij moeten ons werk zorgvuldig doen om de samenleving te dienen. Alleen goede kwaliteit wetgeving, die aansluit bij wat er speelt in onze samenleving, kan die samenleving versterken. Het is onze taak om nieuwe wetgeving te toetsen aan de Grondwet en aan Europese verdragen zoals het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Zolang in Nederland nog geen constitutionele toetsing achteraf kan plaatsvinden, rust de verantwoordelijkheid voor die toets volledig op de schouders van de Eerste Kamer. Daarom is het van groot belang dat wij die toets zeer zorgvuldig kunnen uitvoeren.

Zoals de Eerste Kamer is ingericht, doen wij deze belangrijke en tijdrovende taak erbij, want wij zijn deeltijdpolitici. Het mooie daarvan is dat wij naast het werk in de Eerste Kamer ook voldoende tijd beschikbaar houden om op een andere manier bij te dragen aan de samenleving. Bijvoorbeeld door te werken, al dan niet op vrijwillige basis, staan wij met één been in de politiek en met één been in de maatschappij. Daarmee houden wij voeling met wat er leeft in de samenleving, waardoor we ons werk in de Eerste Kamer beter kunnen doen.

Gezien het aantal wetsvoorstellen dat tegenwoordig deze Kamer passeert, is het onmogelijk om als senator slechts in deeltijd en zonder ondersteuning het werk goed te doen. Gelukkig is er al jaren een regeling die fracties de financiële ondersteuning biedt om medewerkers te kunnen betalen. Als kleine fractie kan ik u mededelen dat die regeling ontoereikend is om de ondersteuning te werven die nodig is om ons werk zorgvuldig te kunnen doen, laat staan dat die regeling toereikend is om een fatsoenlijk werkgever te zijn en de werknemer de passende financiële waardering te kunnen bieden.

U moet weten dat mijn fractie, met twee zetels, slechts voor twaalf uur per week iemand heeft kunnen aanstellen. Dat is lang niet voldoende voor mijn fractie — en voor vele andere kleine fracties — om zich goed te laten adviseren en ondersteunen. Dat geldt niet alleen voor eenpersoons- of tweepersoonsfracties. Ook middelgrote fracties en grote fracties ervaren uitdaging in het vinden, behouden en waarderen van fractiemedewerkers, om zo hun werk goed te kunnen doen. Ik merk overigens op dat er in de Provinciale Staten en bij de gemeenteraadsleden sterke financiële ondersteuning is. Daar kunnen fractiemedewerkers zelfs als fractievertegenwoordiger optreden en in commissies het woord voeren. Dat is iets wat wij hier niet kennen.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik ben heel blij dat mevrouw Perin-Gopie aangeeft dat wetten hier zorgvuldig bestudeerd moeten worden en dat we die zorgvuldig moeten toetsen, want dat vindt mijn fractie ook. Mijn vraag aan mevrouw Perin-Gopie is: vindt u dat alle, maar dan ook echt alle Kamerleden de tijd gegund moet worden om dat in de praktijk te brengen, zodat ze bijvoorbeeld een eerste en een tweede schriftelijke vragenronde kunnen doen?

De voorzitter:

We gaan hier niet de commissievergadering overdoen, mevrouw Faber. Met die kanttekening geef ik mevrouw Perin-Gopie graag het woord om in het kader van het voorstel van de heer Van Meenen een antwoord te formuleren.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Als je een goede fractieondersteuning hebt, en dus voldoende budget hebt om een fractiemedewerker aan te stellen, kun je volgens mij in één vragenronde soms al genoeg goede vragen stellen om een wetsvoorstel door te sturen naar de plenaire behandeling.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Dat zou kunnen als de vragen altijd goed beantwoord zouden worden. Maar mijn vraag was: vindt u ook dat alle Kamerleden ... Dat is gewoon een algemene vraag. Dat heeft niks met de commissie te maken, hoor.

De voorzitter:

Tuurlijk.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Het is gewoon een algemene vraag. Vindt u ook dat elk Kamerlid gewoon een eerste en een tweede vragenronde mag doen? Dat staat ook in het Reglement van Orde. Bent u daar ook een voorstander van?

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik respecteer het Reglement van Orde uiteraard. Ik denk namelijk dat we veel minder vragenronden hoeven te doen als we allemaal hele goede fractieondersteuners hebben, zeker bij wetsvoorstellen die al heel erg goed behandeld zijn in de Tweede Kamer, of — ik noem maar iets fictiefs — een wetsvoorstel waarover we al vele deskundigen hebben gesproken. Als je een goede fractieondersteuning hebt, denk ik dat je in één vragenronde wel voldoende vragen kan stellen. Bovendien mag je plenair ook nog altijd vragen stellen aan bewindspersonen. Als je goede fractieondersteuners hebt, die je een goed salaris kunt bieden en voor wie je een goede werkgever kan zijn, denk ik dat de behandeling van een wetsvoorstel soms echt heel voortvarend kan gaan.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Faber.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Ik ben in ieder geval blij dat mevrouw Perin-Gopie aangeeft dat ze het Reglement van Orde respecteert. Daar valt dus ook gewoon een tweede vragenronde onder.

De heer Schalk i (SGP):

Ik sloeg even aan op wat mevrouw Perin-Gopie zojuist zei, namelijk dat in andere gremia de fractieondersteuners ook het woord zouden kunnen voeren. Mag ik aannemen dat het niet haar bedoeling is om die richting uit te gaan? Ik moet daar echt even van slikken, want hier zitten gekozen volksvertegenwoordigers. Ik kan me niet voorstellen dat we, zowel in commissies als hier in de Kamer, de fractieondersteuning het woord zouden laten voeren.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Het was meer gewoon een opmerking over iets wat mij opvalt. Ik heb gekeken hoe het zit met onze financiële ondersteuning en ik heb gekeken naar onze fracties in gemeenteraden en provincies. Die zijn van vergelijkbare grootte als hier, maar hun financiële ondersteuning is veel groter. Zij zijn ook volksvertegenwoordigers, net als wij. Ik vond het gewoon heel opvallend dat fractieondersteuners daar ook het woord voeren in commissies. Dat kennen wij hier niet. Daarmee suggereer ik niet dat wij dat hier zouden moeten doen, of dat we daarnaartoe moeten gaan. Daar wil ik op dit moment geen mening over vormen. Dat viel mij gewoon op in het onderzoek dat ik heb gedaan ter voorbereiding op dit debat.

De heer Schalk (SGP):

Laat ik het dan anders formuleren. Ik hoop dat de indiener van dit voorstel daar zo meteen ook nog op reageert en zegt dat dat absoluut niet de bedoeling kan zijn. Ik denk dat dat ook volgens de voorstanders van dit voorstel niet de route is die we moeten volgen.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Ik kan de heer Schalk geruststellen: die route wil ik ook absoluut niet volgen. Het was gewoon iets wat mij opviel in mijn onderzoek naar hoe het zit met de financiële ondersteuning van volksvertegenwoordigers.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog.

Mevrouw Perin-Gopie (Volt):

Uiteraard moeten wij als Eerste Kamer zorgvuldig omgaan met onze financiën. Wij geven tenslotte gemeenschapsgeld uit aan onze ondersteuning. Daarom vindt mijn fractie dat er een goede balans moet zijn tussen wat financieel haalbaar en verantwoord is, en wat noodzakelijk is om ons werk goed te kunnen uitvoeren. Nogmaals, wij hebben de zeer belangrijke taak om onze samenleving te dienen, de democratie te beschermen en de Grondwet te respecteren. Het voorstel van meneer Van Meenen dat nu voorligt, bevat die balans. De vergoeding maakt het mogelijk dat elke fractie een medewerker kan aanstellen en een fatsoenlijke vergoeding kan bieden. Ik verwacht dat de kwaliteit van ons werk daardoor zal toenemen, dat we nog beter wetten kunnen toetsen, en daarmee de rechtsstaat beter kunnen beschermen.

Ik heb één vraag aan de indiener: kan hij aangeven hoe de vergoeding voor de ondersteuning van vergelijkbare politici in andere Europese landen is geregeld? En hoe verhoudt dat zich tot de huidige financiële ondersteuning en het voorstel dat meneer Van Meenen vandaag doet?

Voorzitter. Als laatste rest mij te benadrukken dat wij de hoeders van de democratie en de beschermers van de rechtsstaat zijn, in een rol die juist nu van het grootste belang is.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Perin-Gopie. Dan is het woord aan de heer Schalk namens de SGP.